Artikel 13
13.1.1
13.1.2 Op de gronden mogen uitsluitend ten dienste
bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
De bouwwerken, geen gebouwen zijnde zullen worden gebouwd met inachtneming van de volgende regel:
de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag
maximaal
13.3.1 Het bevoegd gezag kan via een omgevingsvergunning artikel 2.1, lid 1, sub c juncto artikel 2.12, lid 1, sub a, sub 1 Wabo afwijken van het bepaalde in:
a. lid 13.1.2 voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van de voor deze gronden geldende andere bestemming(en) indien en voor zover de waterstaatkundige functie hierdoor niet onevenredig wordt geschaad;
b.
lid 13.2 tot een bouwhoogte van maximaal
13.3.2 Procedureregels
Bij het verlenen van de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 13.3.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij een deskundige op het gebied van waterkeringen (het Waterschap) omtrent de vraag of door het verlenen van een vergunning de waterstaatkundige belangen niet onevenredig worden geschaad.