Artikel 14      Maatschappelijk (M)

14.1      Bestemmingsomschrijving

 

De op de plankaart voor maatschappelijk aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a      maatschappelijke en culturele voorzieningen;

b      een begraafplaats uitsluitende ter plaatse van de aanduiding ‘begraafplaats ’ op de plankaart;

c      wonen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘wonen’ op de plankaart;

d      wonen op de verdieping, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘wonen, verdieping’ op de plankaart;

e      een bedrijfswoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’ op de plankaart;

f        wegen en paden;

g      parkeervoorzieningen;

h      groenvoorzieningen;

i        speelvoorzieningen;

j        water;

k      tuinen, erven en terreinen.

 

14.2      Bouwvoorschriften

 

14.2.1   Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

a      Een gebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd.

b      Het bouwvlak mag volledig bebouwd worden tenzij anders is aangegeven op de plankaart.

c      De goothoogte van een gebouw mag niet meer dan de op de plankaart aangegeven goothoogte bedragen.

d      De hoogte van een gebouw mag niet meer dan de op de plankaart aangegeven hoogte bedragen.

e      In afwijking van het bepaalde onder a mag buiten het bouwvlak een fietsenstalling worden gebouw, waarvan de hoogte niet meer mag bedragen dan 3 m en de oppervlakte niet meer mag bedragen dan 60 m².

 

14.2.2   Bedrijfswoningen

Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:

a      Een bedrijfswoning mag uitsluitend worden gebouwd, indien en voor zover de gronden op de plankaart zijn voorzien van de aanduiding 'bedrijfswoning'.

b      Het aantal bedrijfswoningen mag niet meer dan één bedragen.

c      Voor niet-inpandige bedrijfswoningen geldt het volgende:

1      De goothoogte van een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan op de plankaart is aangegeven.

2      De bouwhoogte van een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan op de plankaart is aangeven.

 


14.2.3   Aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij bedrijfswoningen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij een bedrijfswoning gelden de volgende bepalingen:

a      Aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd bij vrijstaande/niet-inpandige bedrijfswoningen.

b      De gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en bijgebouwen mag per bedrijfswoning niet meer dan 60 m² bedragen.

c      De goothoogte van een aan- of uitbouw of bijgebouw mag niet meer dan 3 m bedragen.

d      De bouwhoogte van een aan- of uitbouw of bijgebouw mag niet meer bedragen dan 5 m.

 

14.2.4   Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

a      De hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen.

b      De hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen. 

 

 

14.3   Nadere eisen

 

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

a      een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;

b      de verkeersveiligheid;

c      de sociale veiligheid;

d      de milieusituatie; en

e      de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.