De op de plankaart voor 'Natuur'
(N) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a
behoud, herstel en/of ontwikkeling van de
natuur/landschapselementen en de bijbehorende groeiplaats;
b
behoud van (onverharde) paden, wegen en parkeervoorzieningen;
c
water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
d
extensief recreatief medegebruik;
e
behoud, herstel en ontwikkeling van de landschappelijke waarden en
natuurwaarden;
f
behoud, herstel en/of ontwikkeling
van de hydrologische waarden en de hydrologische betekenis;
g
behoud van de archeologische waarden en behoud en/of herstel van
de cultuurhistorische waarden.
Op of in deze gronden mogen
geen gebouwen en/of bouwwerken worden gebouwd, behoudens:
a
gebouwen ten behoeve van bos- en natuurbeheer, mits:
1
de goothoogte niet meer bedraagt dan
2
de oppervlakte niet meer bedraagt dan
b
eenvoudige voorzieningen in de vorm van bouwwerken, geen gebouwen
zijnd, voor extensief recreatief medegebruik, zoals informatieborden,
picknickplekken, banken en afvalbakken, mits geen onevenredige schade wordt
aangericht aan de aanwezige waarden en de hoogte niet meer bedraagt dan
c
kleinschalige hulpgebouwen, uitsluitend ter plaatse van de
aanduiding hulpgebouw op de plankaart.
17.3.1 Aanlegvergunning
Het is verboden zonder of
in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders
(aanlegvergunning) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te
laten uitvoeren:
a in het algemeen:
1
het verzetten of vergraven van grond waarbij het maaiveld over
meer dan
2
Het omzetten van grond of uitvoeren van bodemingrepen dieper dan
3
het uitvoeren van heiwerken of het anderszins
indringen van voorwerpen in de bodem;
4
het graven, dempen, dan wel verdiepen, vergroten, of anderszins herprofileren van waterlopen, sloten en greppels;
5
het verlagen van de waterstand anders dan door sloten/greppels of
drainage m.u.v. grondwateronttrekkingen;
6
het vellen of rooien van bos en/of het verwijderen van
houtopstanden;
7
het verwijderen van natuur- en landschapselementen die ten tijde
van het van kracht worden van het plan aanwezig waren;
8
het verwijderen van perceelsindelingen, paden en onverharde wegen;
9
het aanleggen en/of verharden van wegen of paden, dan wel
aanbrengen van andere niet omkeerbare oppervlakteverhardingen groter dan
17.3.2 Uitzonderingen
Het in lid 17.3.1 vervatte
verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
a
Het normale onderhoud en/of gebruik betreffen, dan wel van
ondergeschikte betekenis zijn.
b
Reeds in uitvoering zijn, dan wel
krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het
tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
17.3.3 Toelaatbaarheid
De in lid 17.3.1 genoemde
vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt
gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de in de
bestemmingsomschrijving genoemde waarden.
Alvorens te beslissen over
het verlenen van een aanlegvergunning winnen burgemeester en wethouders advies
in bij de waterbeheerder, voor zover de afweging mede betrekking heeft op
hydrologische waarden dan wel de hydrologische betekenis in het watersysteem.
Burgemeester en wethouders
zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde
in lid 17.2 voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnd. Hiervoor
gelden de volgende bepalingen:
a
Het bouwen moet ten dienste zijn van de bestemming.
b
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnd mag niet meer
bedragen dan
c
De oppervlakte van een dierenverblijf of schuilhut mag niet meer dan
d
De oppervlakte van een schaapskooi mag niet meer dan
e
Burgemeester en wethouders dienen schriftelijk advies te hebben
ingewonnen bij een onafhankelijke natuur- en landschapsdeskundige met
betrekking tot de vraag of de aanwezige landschappelijke waarden en
natuurwaarden door het verlenen van de ontheffing niet onevenredig c.q.
onherstelbaar worden aangetast.