Gemeente:
De Marne
Plannaam:
Buitengebied
Status:
Vastgesteld
Status Datum:
16-12-2008

Artikel 4 Bedrijf-Openbaar nut (B-N)

 

4.1 Bestemmingsomschrijving

 

De op de plankaart voor ‘bedrijf-openbaar nut’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. nutsvoorzieningen;

b. groenvoorzieningen;

c. verkeers- en verblijfsvoorzieningen;

d. water;

e. gaslocaties;

f. wonen, eventueel in combinatie met een aan huis verbonden bedrijf, uitsluitend voorzover de gronden op de plankaart zijn aangegeven met ‘wonen’.

 

 

4.2 Bouwregels

 

a. Voor het bouwen van gebouwen ten dienste van wonen gelden de volgende regels:

1. ten behoeve van wonen is per met ‘wonen’ op de plankaart aangeduid gebied ten hoogste één woning toegestaan, dan wel het bestaande aantal;

2. de goot- en bouwhoogte van een woning bedragen respectievelijk maximaal 3,5 m en 9 m, dan wel ten hoogste de bestaande goot- en bouwhoogte indien deze meer bedragen;

3. het hoofdgebouw moet zijn voorzien van een kap, waarvan de dakhelling minimaal 40° en maximaal 60° dient te bedragen;

4. de oppervlakte van het hoofdgebouw inclusief de bijbehorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen bedragen ten hoogste 200 m², dan wel de bestaande oppervlakte indien deze groter is;

5. de goot- en bouwhoogte van de aan- en uitbouwen en bijgebouwen bedragen niet meer dan respectievelijk 3 m en 6 m, dan wel de bestaande hoogte indien deze hoger is;

6. de aan- en uitbouwen en bijgebouwen dienen binnen de aanduiding ‘wonen’ en binnen 30 m uit de gevel van het hoofdgebouw te worden gebouwd met uitzondering van bestaande bijgebouwen die op een grotere afstand zijn geplaatst, met dien verstande dat het oprichten van bijgebouwen tussen het hoofdgebouw en de openbare weg niet is toegestaan;

7. de aan- en uitbouwen en bijgebouwen dienen 3 m achter de denkbeeldige voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw te worden geplaatst;

8. de bouwhoogte van erf- of perceelscheidingen bedraagt ten hoogste 1 m en van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten hoogste 3 m, met dien verstande dat:

- de bouwhoogte van erf- en perceelscheidingen ten hoogste 2 m mag bedragen indien wordt gebouwd op een erf of perceel waarop reeds een gebouw staat en indien meer dan 1 m achter de achtergevelrooilijn en 1 m van de weg of openbaar groen wordt gebouwd.

 

b. Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van overige doeleinden gelden de volgende regels:

1. de bouwhoogte mag niet meer dan 3,5 m bedragen, dan wel de bestaande bouwhoogte indien deze meer bedraagt;

2. er mogen geen dienstwoningen worden gebouwd.

 

c. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte niet meer dan 6 m mag bedragen dan wel de bestaande bouwhoogte indien deze meer is, met dien verstande dat de bouwhoogte van terrein- en erfafscheidingen niet meer dan 2,2 m mag bedragen.

 

 

4.3 Nadere eisen

 

Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:

- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;

- het bebouwingsbeeld en de landschappelijke waarden;

- de verkeersveiligheid;

- het uitzicht vanuit (al dan niet op de plankaart met ‘karakteristiek’ aangegeven) woningen;

nadere eisen stellen aan:

a. de plaats van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een grotere horizontale oppervlakte dan 6 m² en/of een grotere bouwhoogte dan 1,5 m;

b. de plaats van bouwwerken, indien de afstand tot de weg minder dan 20 m bedraagt;

c. de afstand tussen de gebouwen.