De als ‘Agrarisch met waarden – Landschaps- en natuurwaarden - 2' aangewezen
gronden zijn bestemd voor:
a agrarische doeleinden, in de vorm van agrarische bodemexploitatie met bijbehorende voorzieningen;
b behoud, herstel en ontwikkeling van de landschapswaarden;
c behoud, herstel en/of ontwikkeling van de natuurwaarden in het algemeen en in het bijzonder voor kwetsbare soort(en) ter plaatse van de aanduiding ´specifieke vorm van agrarisch met waarden – kwetsbare soort(en)´;
d (onverharde) paden, wegen en parkeervoorzieningen;
e water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
f extensief recreatief medegebruik.
Binnen deze bestemming zijn gebouwen niet toegestaan.
Binnen deze bestemming zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde niet toegestaan.
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken geldt dat tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen niet zijn toegestaan.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
1
het verzetten of vergraven van grond waarbij het
maaiveld over meer dan
2
het omzetten van grond of uitvoeren van
bodemingrepen dieper dan
3 het aanleggen, dempen of wijzigen (van oevers, profiel, doorstroom- of bergingscapaciteit) van waterlopen, sloten en greppels;
4 het verlagen van de grondwaterstand door aanleg van drainage of door bemaling en/of bronnering;
1
het verwijderen of rooien van bos-, natuur- en landschapselementen en ander opgaand
houtgewas zonder agrarische productiefunctie;
2
het aanleggen of aanplanten van bos-, natuur- en landschapselementen of ander opgaand
houtgewas zonder agrarische productiefunctie;
3
het aanleggen of aanplanten van hoger
dan
4
het permanent (voor meer dan 2 jaar
aaneengesloten) omzetten van grasland naar een ander bodemcultuur;
5
het verwijderen van
perceelsindelingen, zoals tot uiting komend in greppels, sloten, steilranden;
6
het verwijderen van onverharde wegen
of paden;
7
het verwijderen, aanleggen en/of
verharden van wegen, paden, parkeerterreinen of het aanbrengen van andere
oppervlakteverhardingen, anders dan containervelden, voor groter dan
Het in lid 3.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
a het normale onderhoud en/of gebruik betreffen, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn;
b reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd.
De in lid 3.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de in de bestemmingsomschrijving omschreven waarden.