Artikel 15

Algemene afwijkingsregels

 

15.1 Indien niet op grond van een andere bepaling van deze regels een omgevingsvergunning voor het afwijken kan worden verleend, kan het bevoegd gezag deze omgevingsvergunning verlenen voor de desbetreffende bepalingen van het plan voor:

 

a.

het afwijken van de in het plan voorgeschreven maatvoering met maximaal 10%;

 

b.

geringe afwijkingen, welke in het belang zijn van een ruimtelijk of technisch beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken of welke noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein.

 

 

15.2 Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 13.1 voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken met een ondergrondse bouwdiepte van maximaal 10 m¹ onder peil onder de voorwaarde dat:

 

a.

de waterhuishouding niet wordt verstoord;

 

b.

geen afbreuk wordt gedaan aan archeologische waarden.

 

15.3 Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 3.1 en daarmee samenhangend artikel 3.5.f voor de vestiging c.q. uitoefening van detailhandel in auto’s, boten, caravans, keukens, sanitair, meubels, woninginrichting, badkamers en daarmee vergelijkbare detailhandel, en daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen zoals accessoires, afwerkmaterialen en onderhoudsmiddelen, onder de volgende voorwaarden:

 

a.

de omgevingsvergunning voor het afwijken kan alleen worden verleend voor de gronden met de aanduiding ‘wro-zone-afwijkingsgebied-1’;

 

 

 

 

c.

er dient op eigen terrein te worden voorzien in de parkeerbehoefte.

 

15.4 Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 3.1 en daarmee samenhangend artikel 3.5.f voor de vestiging c.q. uitoefening van detailhandel in bouwmaterialen, onder de volgende voorwaarden:

 

a.

de omgevingsvergunning voor het afwijken kan alleen worden verleend voor de gronden met de aanduiding ‘wro-zone-afwijkingsgebied-2’;

 

 

 

 

c.

er dient op eigen terrein te worden voorzien in de parkeerbehoefte..

 

Artikel 16

Algemene wijzigingsregels

 

16.1

Algemeen

 

Het college kan het plan wijzigen in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, liggen en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

 

a.

bestemmingsgrenzen mogen met niet meer dan 5 m worden verschoven.

 

b.

de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen

gronden worden niet onevenredig geschaad.

 

c.

het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen worden

niet onevenredig geschaad.

 

16.2

Wijziging ‘‘wro-zone-afwijkingsgebied-2’

 

 

Het college kan het plan wijzigen door de aanduiding ‘wro-zone-afwijkingsgebied-2’ te verplaatsen, onder de voorwaarde dat:

 

a.

er geen toename van oppervlakte van de aanduiding ‘wro-zone-afwijkingsgebied-2’ plaatsvindt.

 

b.

het straat- en bebouwingsbeeld;

 

c.

de verkeersveiligheid;

 

d.

de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.