De voor 'Waarde-Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 8.2 a en toestaan dat bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende andere bestemmingen worden gebouwd. Bij het bouwen zijn de regels van de betreffende andere bestemming van toepassing.
a de omgevingsvergunning wordt niet verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overgelegd, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;
b alvorens omgevingsvergunning te verlenen vragen burgemeester en wethouders de gemeentelijke archeoloog om advies.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, te wijzigen, in die zin dat de bestemming “Archeologische Waarden” (geheel of gedeeltelijk) van de plankaart wordt verwijderd, als op basis van archeologisch onderzoek dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, geen archeologische waarden zijn vastgesteld.