De voor ‘Groen’
aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a
groenvoorzieningen;
b
afgeschermd groen;
c
bermen;
d
plantsoenen;
e
parkeervoorzieningen,
voet- en fietspaden en verhardingen;
f
evenementen van
een korte aaneengesloten periode van maximaal 5 dagen;
g
nutsvoorzieningen;
h
waterberging;
i
speelvoorzieningen.
Op en onder
de in lid 4.1 genoemde gronden mogen uitsluitend
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten dienste van de bestemming,
met een maximale bouwhoogte van 3 meter.
4.3
Omgevingsvergunning
voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Het is
verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken
en werkzaamheden uit te voeren:
a
het ontginnen,
bodemverlagen, afgraven, ophogen en egaliseren van gronden;
b
het aanbrengen van
ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en daarmee
verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
c
het vellen rooien
of verwijderen van houtgewassen.
4.3.2
Uitzondering
Het in lid 4.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en
werkzaamheden welke:
a
het normale
onderhoud betreffen;
b
reeds in
uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
4.3.3
Voorwaarden voor
verlening
De in lid 4.3.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend
indien de landschappelijke, de natuurlijke en de cultuurhistorische waarden
niet onevenredig (kunnen) worden geschaad, dan wel de mogelijkheden voor het
herstel van die waarden niet onevenredig (kunnen) worden verkleind.