Artikel 6 Uit
te werken Woongebied
Doeleinden
1. De op de plankaart 2 (Bestemmingen)
voor "Uit te werken Woongebied" aangewezen
gronden zijn uitsluitend bestemd voor het
wonen, tuinen, erven, verkeer en groen, met
de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde
en werken, geen
bouwwerk zijnde.
woningen
2. Voor
het bouwen van woningen op de in lid 1 omschreven gronden gelden de
volgende bepalingen:
a. het aantal woningen mag niet meer bedragen dan 5;
b. er mogen
uitsluitend eengezinshuizen worden gerealiseerd;
c. het aantal bouwlagen mag niet meer bedragen dan twee.
werken, geen bouwwerk zijnde
3. Het aantal parkeerplaatsen mag niet
minder bedragen dan 1,00 per woning, waarbij
ook de
parkeermogelijkheden binnen de bestemming "Verkeer" mogen worden
benut.
uitwerkingsbepalingen
4. De gronden, als bedoeld in lid 1, mogen
niet worden bebouwd indien het
uitwerkingsplan
nog geen rechtskracht heeft.
5. Burgemeester en wethouders dienen, op
grond van en met inachtneming van het
bepaalde in
artikel 11 van de Wet, de bestemming uit te werken.
6. Bij het toepassen van de
uitwerkingsbevoegdheid als bedoeld in lid 6, nemen
burgemeester en wethouders de procedurevoorschriften
zoals omschreven in Afdeling
3.4 van de "Algemene wet
bestuursrecht" ("Openbare voorbereidingsprocedure";
artikel 3.10 tot en met 3.13) in acht, met dien
verstande dat de "Beschrijving in
hoofdlijnen", met de daarbij behorende
plankaart
vrijstelling
7. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, op grond van het bepaalde in artikel 15 van
de Wet, vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 5,
indien de bebouwing niet
strijdig is
met een ontwerp van een uitwerkingsplan of een vastgesteld
uitwerkingsplan.
8. Bij het toepassen van de
vrijstellingsbevoegdheid, als bedoeld in lid 8, kunnen
burgemeester en wethouders slechts vrijstelling
verlenen na een schriftelijke
verklaring van geen bezwaar van gedeputeerde
staten.