Artikel 20       Algemene wijzigingsbepalingen

monumenten en beschermd dorpsgezicht *

1.         Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, op grond van en met inachtneming van het

bepaalde in artikel 11 van de Wet:

a.         op plankaart 2 (Bestemmingen) de aanduiding "monument" toe te voegen aan

            de panden die zijn aangewezen als beschermd monument;

b.                 op alle plankaarten de "grens van het beschermd dorpsgezicht" te wijzigen, ten

behoeve van de gronden die zijn aangewezen als beschermd dorpsgezicht.

 

Voor deze wijzigingsbevoegdheid wordt een beroep gedaan op de mogelijkheid van

voorwaardelijke deregulering als bedoeld in artikel 11, lid 8 van de Wet op de Ruimtelijke

Ordening, Dit houdt in dat gedeputeerde staten vrijstelling kunnen verlenen van de

verplichting dat elke wijziging door haar wordt goedgekeurd

 

wijzigen bouwvlakken en bestemmingsgrenzen *

2.         Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, op grond van en met inachtneming van het

            bepaalde in artikel 11 van de Wet, plankaart 2 (Bestemmingen) te wijzigen, ten

            behoeve van:

a          .het vergroten, verkleinen of anders situeren van de op deze plankaart

opgetekende bouwvlakken, in verband met het geheel of gedeeltelijk veranderen en/of vervangen van het hoofdgebouw;

b.                 het vergroten, verkleinen of anders situeren van de op deze plankaart

            opgetekende bestemmingsvlakken met de bestemmingen "Tuin en onbebouwd

            erf" en "Erf", in verband met het toelaten van nieuwe en/of het geheel of

            gedeeltelijk veranderen en/of vervangen van de bestaande aan-, uit- en

            bijgebouwen.

 

Voor deze wijzigingsbevoegdheid wordt een beroep gedaan op de mogelijkheid van

voorwaardelijke deregulering als bedoeld in artikel 11, lid 8 van de Wet op de Ruimtelijke

Ordening, Dit houdt in dat gedeputeerde staten vrijstelling kunnen verlenen van de

verplichting dat elke wijziging door haar wordt goedgekeurd

 

Staat van bedrijfsactiviteiten

3.         Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, op grond van en met inachtneming van het

bepaalde in artikel 11 van de Wet, de tot het plan behorende Staat van

Bedrijfsactiviteiten te wijzigen, voor wat betreft het toevoegen van bedrijfsactiviteiten

aan een bepaalde categorie van de Staat van bedrijfsactiviteiten mits deze activiteit

naar haar aard en invloed op de omgeving kan worden gelijkgesteld met de in de

betreffende categorie opgenomen bedrijfsactiviteiten.

 

wijzigingsbevoegdheid restauratie molen

4.         Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, op grond van en met inachtneming van het

            bepaalde in artikel 11 van de Wet, de bestemmingen van de gronden binnen de op de

plankaart 2 (Bestemmingen) aangegeven aanduiding "grens wijzigingsbevoegdheid

molen" te wijzigen in de bestemmingen "Maatschappelijke voorzieningen en

dienstverlening", "Detailhandel", "Wonen", "Tuin en onbebouwd erf", "Erf",

"Verkeer" en "Groen", ten behoeve van het behoud en het herstel van de molen in de

oorspronkelijke staat, met dien verstande dat bij een gehele of gedeeltelijke restauratie

van de molen:

a.         tevens aanvullende voorzieningen (bijvoorbeeld in de vorm van een winkeltje,

dienstwoning en/of museum-ruimte) mogen worden gerealiseerd;

b.                 mag worden afgeweken van het bepaalde in artikel 5, lid 2 ("Algemene

            bepalingen ten aanzien van het bouwen").

 

procedure

5.         Bij het toepassen van de wijzigingsbevoegdheden, als bedoeld in lid 1, lid 2, lid 3 en

            lid 4, nemen burgemeester en wethouders de procedurevoorschriften zoals omschreven

            in Afdeling 3.4 van de "Algemene wet bestuursrecht" ("Openbare

            voorbereidingsprocedure"; artikel 3.10 tot en met 3.13) in acht, met dien verstande dat:

a.         voor het bepaalde in lid 2 en lid 4 de "Beschrijving in hoofdlijnen", met de

            daarbij behorende plankaart 1, in acht wordt genomen;

b.         indien het bepaalde in lid 2 van toepassing is op bouwpercelen die zijn gelegen

in het gebied van het beschermd dorpsgezicht en/of voor de bouwpercelen met op

plankaart 2 (Bestemmingen) de aanduiding "beschermd monument" advies wordt

ingewonnen van de gemeentelijke monumentencommissie;

c.                  voor het bepaalde in lid 4 advies wordt ingewonnen van de gemeentelijke

            monumentencommissie.