INHOUD

 

HOOFDSTUK I         INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1                     Begripsbepalingen

Artikel 2                     Wijze van meten

Artikel 3                     Wijze van toetsen

Artikel 4                     Beschrijving in hoofdlijnen

Artikel 5                     Algemene bepalingen ten aanzien van het bouwen

 

HOOFDSTUK II        BESTEMMINGSBEPALINGEN

Artikel 6                     Uit te werken Woongebied

Artikel 7                     Wonen

Artikel 8                     Gemengde bestemming

Artikel 9                     Detailhandel

Artikel 10                   Horeca

Artikel 11                   Maatschappelijke voorzieningen en dienstverlening

Artikel 12                   Bedrijven

Artikel 13                   Tuin en onbebouwd erf

Artikel 14                   Erf

Artikel 15                   Verkeer

Artikel 16                   Groen

 

HOOFDSTUK III       ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 17                   Algemene gebruiksbepalingen

Artikel 18                   Aanlegvergunningen

Artikel 19                   Algemene vrijstellingsbepaling

Artikel 20                   Algemene wijzigingsbepalingen

 

HOOFDSTUK IV      OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 21                   Overgangsbepalingen

Artikel 22                   Strafbepaling

Artikel 23                   Titel

 

BIJLAGE:                  Staat van bedrijfsactiviteiten

 

 

HOOFDSTUK I         INLEIDENDE BEPALINGEN

 

Artikel 1         Begripsbepalingen

Terug naar inhoudsopgave

In deze voorschriften wordt verstaan onder:

 

1.         Bestemmingsplan of plan:

het bestemmingsplan "Amerongen Kom" van de gemeente Amerongen, zoals vervat in

deze voorschriften en de in lid 2 bedoelde plankaarten;

 

2.         De plankaarten:

de van het plan deel uitmakende en als zodanig gewaarmerkte plantekeningen:

a.plankaart 1: "Beschrijving in hoofdlijnen", tekening nummer 1126;

b.plankaart 2: "Bestemmingen", tekening nummer 1127;

c.plankaart 3: "Kappenkaart", tekening nummer 1128;

 

3.         Aan- en uitbouw:

een aan een woning verbonden en al dan niet voor wonen bestemde (al dan niet

afzonderlijke) ruimte, zoals erkers, serres en (bij)keukens;

 

4.         Algemene wet bestuursrecht:

De Algemene wet bestuursrecht van 4 juni 1992 (Staatsblad 1992, 315) en de

bijbehorende aanpassingswetten;

 

5.         Bebouwing:

een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouw zijnde;

 

6.         Begane grond:

een bouwlaag waarvan het vloerpeil ten hoogste 1,20 meter boven peil ligt;

 

7.         Bestemmingsgrens:

een op plankaart 2 (Bestemmingen) aangegeven lijn, die de grens aanduidt van een

bestemmingsvlak;

 

8.         Bestemmingsvlak:

een op plankaart 2 (Bestemmingen) door bestemmingsgrenzen omsloten vlak,

waarmee gronden zijn aangegeven met eenzelfde bestemming;

 

9.         Bijgebouw:

een niet voor wonen bestemd gebouw (of deel van een gebouw), behorende bij en

dienstbaar aan een op hetzelfde perceel gelegen hoofdgebouw, zoals garages en

bergingen;

 

10.      Bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het

vergroten van een bouwwerk;

 

11.      Bouwgrens:

een op plankaart 2 (Bestemmingen) aangegeven lijn, tevens bestemmingsgrens, die

niet door gebouwen mag worden overschreden, met uitzondering van overschrijdingen

die volgens deze voorschriften zijn of kunnen worden toegelaten;

 

12.      Bouwlaag:

een doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of nagenoeg gelijke

hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, met uitzondering van kelderlagen of

kapverdiepingen, met dien verstande, dat een kapverdieping wel als een bouwlaag

wordt aangemerkt, indien over meer dan de helft van een gevellengte dakkapellen zijn

of worden aangebracht;

 

13.      Bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop volgens het plan zelfstandige, bij elkaar

horende bebouwing is toegelaten;

 

14.      Bouwvlak:

een op plankaart 2 (Bestemmingen) door bouwgrenzen omsloten vlak, waarmee

gronden zijn aangeduid waarop gebouwen zijn toegelaten;

 

15.      Bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op

de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij

direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren;

 

16.      Carport:

elk bouwwerk dat een voor personenauto's onbelemmerd toegankelijke, overdekte,

niet door wanden of andere constructies omsloten parkeer- c.q. stallingsruimte vormt,

niet zijnde een vergunningvrij bouwwerk als bedoeld in artikel 43, lid 1, onder d van

de Woningwet; een met (ten hoogste twee) wanden omsloten ruimte wordt hieronder

mede begrepen, indien deze wanden deel uitmaken van aangrenzende gebouwen;

 

17.      Detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop,

het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen voor

gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of

bedrijfsactiviteit en met uitzondering van verbruik ter plaatse;

 

18.      Dienstverlening:

het bedrijfsmatig verlenen van diensten, zoals een reisbureau of een bankagentschap,

waarbij het bedrijf pleegt te worden uitgeoefend in rechtstreeks contact met het

publiek;

 

19.      Eengezinshuis:

een zelfstandig, al dan niet zijdelings aaneengebouwd, gebouw dat één woning omvat;

 

20.      Gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk

met wanden omsloten, ruimte vormt;

 

21.      Hoofdgebouw:

een gebouw dat op een bouwperceel, door zijn constructie of afmetingen, als het

belangrijkste valt aan te merken;

 

22.      Horeca:

het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of maaltijden, overwegend voor gebruik

ter plaatse, een en ander gepaard gaande met dienstverlening;

 

23.      Kantoor:

ruimte voor administratieve werkzaamheden, zakelijke en niet zakelijke

dienstverlening, tekenkamer en/of daarmee gelijk te stellen werkzaamheden;

 

24.      Kelderlaag:

een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de

bovenkant ten hoogste dan 1,20 meter boven peil ligt;

 

25.      Opslag:

het bedrijfsmatig opslaan en verpakken van goederen;

 

26.      Peil:

hieronder wordt verstaan het afgewerkte maaiveld;

 

27.      Verdieping:

een boven de begane grond gelegen bouwlaag;

 

28.      Woning:

een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één huishouden;

 

29.      De Wet:

de Wet op de Ruimtelijke Ordening.

 

Artikel 2         Wijze van meten

Terug naar inhoudsopgave

 

afmetingen en afstanden

1.         Bij de toepassing van deze voorschriften wordt als volgt gemeten:

a.         lengte, breedte en diepte van gebouwen:

tussen de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de gemeenschappelijke

scheidsmuren;

b          .lengte, breedte en diepte van bouwwerken, geen gebouw zijnde:

tussen de verst van elkaar gelegen punten van die werken, horizontaal gemeten;

c.         goothoogte van gebouwen:

1.         vanaf het peil tot de horizontale snijlijn van elk dakvlak met de

            daaronder gelegen buitenzijden van de gevels en/of het hart van

gemeenschappelijke scheidsmuren;

2.         indien zich op een gebouw één of meer dakkapellen bevinden, waarvan

de gezamenlijke breedte meer bedraagt dan 50% van de breedte van de

onder het betreffende dakvlak gelegen gevel, wordt de in sub a

bedoelde snijlijn van de buitenzijden van de gevels en/of het hart van de

gemeenschappelijke scheidsmuren met het dakvlak van de dakkapel of

dakkapellen als snijlijn aangemerkt;

d.         (nok)hoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde:

vanaf het peil tot het hoogste punt van deze gebouwen en bouwwerken, geen

gebouw zijnde, schoorstenen, luchtkokers, antennes en/of andere ondergeschikte dakopbouwen uitgezonderd;

e.         oppervlakte van gebouwen:

tussen de verticale projecties van de buitenzijden van de gevels en/of het hart

van gemeenschappelijke scheidsmuren;

f.          oppervlakte van bouwwerken, geen gebouw zijnde:

de verticale projectie van alle delen van die werken binnen de omtrekslijn;

g.         onderlinge afstanden:

afstanden tussen bouwwerken onderling en ook afstanden van bouwwerken tot

erfscheidingen worden daar gemeten, waar deze afstanden het kleinst zijn.

 

dubbeltelbepaling

2.         Terrein dat voor het verlenen van een bouwvergunning in aanmerking moet worden

genomen, mag niet nog eens bij de verlening van een bouwvergunning voor een ander

bouwwerk in aanmerking worden genomen.

 

Artikel 3         Wijze van toetsen

Terug naar inhoudsopgave

 

De toetsing van bouwactiviteiten en/of het gebruik van gebouwen en gronden aan de

bepalingen in dit bestemmingsplan dient als volgt te geschieden.

 

1.         In de eerste plaats dienen de bovenbedoelde activiteiten getoetst te worden aan het

            bepaalde op plankaart 2 (Bestemmingen) en plankaart 3 (Kappenkaart) met de daarbij

            behorende voorschriften (met name de "Algemene bebouwingsvoorschriften" in

            artikel 5 en de "Bestemmingsbepalingen" in hoofdstuk II). Indien de voorgenomen

            activiteit hieraan niet voldoet is die activiteit in principe niet toegestaan. De

            "Beschrijving in hoofdlijnen" blijft hierbij buiten beschouwing.

 

2.         Als een activiteit niet is toegestaan zijn burgemeester en wethouders bevoegd om van

een aantal bepalingen vrijstelling te verlenen en/of het plan te wijzigen. Het gaat

daarbij met name om de mogelijkheid om de op plankaart 2 (Bestemmingen)

aangegeven bouwvlakken te vergroten, te verkleinen en/of te verschuiven. Bij het

toepassen van deze flexibiliteitsbepalingen vormt de "Beschrijving in hoofdlijnen",

met de daarbij behorende plankaart 1, het toetsingskader. Vrijstelling of wijziging van

de "Beschrijving in hoofdlijnen" is niet mogelijk.

 

Schema plantoetsing.

 

Artikel 4         Beschrijving in hoofdlijnen

Terug naar inhoudsopgave

 

algemeen

1.         Door middel van het bestemmingsplan "Amerongen Kom" wordt beoogd de

ruimtelijke bijzonder het beschermd dorpsgezicht, te beschermen. Waar mogelijk

wordt niet alleen gestreefd naar behoud, maar ook naar herstel en versterking van de

karakteristieke elementen in het plangebied.

 

2.         De te beschermen ruimtelijke karakteristiek en de cultuurhistorische waarden komen

in de eerste plaats tot uitdrukking in deze "Beschrijving in hoofdlijnen", met de

bijbehorende plankaart 1. De Beschrijving in hoofdlijnen vervult een belangrijke rol

als beoordelingskader bij het toepassen van het aanlegvergunningenstelsel en de

vrijstellings-, uitwerkings- en wijzigingsbepalingen (toetsingsfunctie). Daarnaast is in

de Beschrijving in hoofdlijnen ook een aantal bepalingen opgenomen die als een

inspanningsverplichting voor het gemeentebestuur dienen te worden gezien

(uitvoerings- en afstemmingsfunctie). Voor een meer uitgebreide uiteenzetting over de

verschillende in deze Beschrijving in hoofdlijnen opgenomen aspecten wordt

verwezen naar de plantoelichting.

 

diversiteit

3.         Voor het gebied Amerongen Kom is juist de afwisseling aan bouwvormen

(afwisseling in hoog-laag en groot-klein), kavelbreedte en de situering van bebouwing

en functies karakteristiek. Daarbij is in het kader van het bestemmingsplan de

bescherming van de in een straat of (deel)gebied aanwezige afwisseling van

bouwvormen en hoogten belangrijker dan bijvoorbeeld de bescherming van

individuele panden. Bij het toepassen van deze "Beschrijving in hoofdlijnen" dient dan

ook met name de aanwezige diversiteit te worden beschermd. (toetsingsfunctie)

 

ruimtelijke karakteristiek

4.         Het bijzondere en eigen karakter van het gebied Amerongen Kom wordt in hoge mate

            bepaald door de volgende elementen:

a.         de bebouwingsdichtheid;

b.         de historische ruimtebegrenzing;

c          .het bebouwingsbeeld;

d.         de karakteristieke groene en open ruimten;

e.         het zicht op en de relatie met het landelijk gebied;

f.          de niveau-verschillen.

 

de bebouwingsdichtheid

5.         Het algemene uitgangspunt van het bestemmingsplan is, dat een verdergaande

verdichting van de bebouwing tegengegaan dient te worden. Dit houdt ondermeer in

dat de nog aanwezige karakteristieke open ruimten in principe onbebouwd dienen te

blijven. Dit geldt zowel voor de nog onbebouwde percelen als voor de groene

binnenterreinen. Vanzelfsprekend blijven vervangende nieuwbouw en/of nieuwbouw

van woningen is het kader van de sanering van hinderlijke bedrijven tot de

mogelijkheden behoren. (toetsingsfunctie)

 

de historische ruimtebegrenzing

6.         Het beloop van de eeuwenoude straten met de daarbij behorende historische

            ruimtebegrenzing dient behouden te blijven. Het beleid is dan ook gericht op het

            beschermen, handhaven en zo mogelijk versterken van de per straat kenmerkende

            elementen. In het kader van het bestemmingsplan gaat het daarbij zowel om de

            karakteristieke kavelbreedte, als om het tegengaan van uitbreidingen aan de voorzijde

            van de hoofdgebouwen, anders dan in de vorm van erkers. Hierbij moet met name

            worden gedacht aan de situering van de hoofdgebouwen bij het toepassen van de

            wijzigingsbevoegdheid voor het vergroten, verkleinen en/of verschuiven van de op

            plankaart 2 (Bestemmingen) opgetekende bouwvlakken. (toetsingsfunctie)

 

7.         Voor een deel van het plangebied dient bij de situering van de bebouwing de

            oorspronkelijke verkavelingsrichting gerespecteerd te worden, zoals is aangegeven op

            plankaart 1 (Beschrijving in hoofdlijnen). Dat wil zeggen dat de bebouwing (met

            uitzondering van de Utrechtsestraatweg) schuin op de richting van de straat

            georiënteerd dient te worden. (toetsingsfunctie)

 

8.         Het beleid is er op gericht om voor enkele straten (Overstraat - Hof - Nederstraat) het

            huidige besloten straatbeeld te beschermen, zoals is aangegeven op plankaart 1

            (Beschrijving in hoofdlijnen). Daarbij dient tevens de voorgevel van de

            hoofdgebouwen in de rooilijn gesitueerd te worden. (toetsingsfunctie)

 

9.         Voor enkele straten is het van belang dat bij de situering van de bebouwing een

            minimale afstand tot de weg in acht wordt genomen, zoals is aangegeven op plankaart

            1 (Beschrijving in hoofdlijnen). (toetsingsfunctie)

 

10.      Aan het realiseren van nieuwe hofjes en/of woningen op binnenterreinen zal geen

      medewerking worden verleend, omdat daarmee ernstig afbreuk wordt gedaan aan het

historische stratenpatroon. (toetsingsfunctie)

 

het bebouwingsbeeld

11.      Niet alleen in het beschermd dorpsgezicht, maar ook in de overige delen van het

            plangebied dient aan de mogelijkheid tot een individuele beleving van de verschillende

            panden een groot gewicht te worden toegekend. Het gaat daarbij in eerste instantie om

            de verschillen in maatvoering ten aanzien van gevelbreedte, bouwmassa en goot- en

            nokhoogten. Met name in het gebied van het beschermd dorpsgezicht dient tevens een

            groot belang te worden toegekend aan de maatvoering, de gevelindeling en het

            materiaal- en kleurgebruik van de bebouwing. Deze aspecten dienen te worden

            afgestemd op het behoud en het herstel van de ter plaatse aanwezige ruimtelijke

            karakteristiek. Ook het onderscheid in beeldbepalende, beeldgevoelige en

            beeldondersteunende panden speelt hierbij een rol. (uitvoerings- en

            afstemmingsfunctie; welstandscriteria als bedoeld in artikel 9.1, lid 2 van de

            Bouwverordening)

 

12.      Ook bij de eventuele nieuwbouw van woningen en andere hoofdgebouwen dient het

karakteristieke bebouwingsbeeld in acht te worden genomen. Als panden aan/tegen

elkaar worden gebouwd, moet er sprake zijn van individuele herkenbaarheid. Daarbij

dienen de hoofdgebouwen georinteerd te zijn op het openbaar gebied. Aan de

realisering van rijtjeswoningen en meergezinshuizen zal alleen worden meegewerkt

indien hierdoor geen schade wordt toegebracht aan de ruimtelijke karakteristiek en de

cultuurhistorische waarden van het plangebied en als schriftelijk kan worden

aangetoond dat dit noodzakelijk is in verband met de economische uitvoerbaarheid van

de plannen. Bij het verlenen van vrijstelling van de op plankaart 3 (Kappenkaart)

aangegeven goot- en (nok)hoogten wordt het karakteristieke bebouwingsbeeld in acht

genomen. Dit houdt in dat de hoofdgebouwen  uit ten hoogste twee bouwlagen mogen

bestaan. (toetsingsfunctie en uitvoerings- en afstemmingsfunctie)

 

13.      In principe mag de afstand tussen de woningen en de andere hoofdgebouwen tot de

zijdelingse perceelgrens niet kleiner zijn of worden dan 3,00 meter. Een uitzondering

hierop vormen de straten waarvoor een meer gesloten straatwand wordt nagestreefd

(zie hiervoor). Indien in de huidige situatie de afstand van de hoofdgebouwen tot de

zijdelingse perceelgrens kleiner is dan 3,00 meter, mag de bestaande afstand worden

gehandhaafd. (toetsingsfunctie)

 

de karakteristieke groene en open ruimten

14.      De nog aanwezige grotere sier- en moestuinen dragen, samen met de

            groenvoorzieningen in het openbare gebied, in belangrijke mate bij aan het typische

            Amerongse straatbeeld. De visuele "verbindingen" met de grotere onbebouwde

            ruimten achter de bebouwing spelen daarbij een belangrijke rol. Het beleid is er dan

            ook op gericht om de "ontgroening" in het plangebied stop te zetten, door de

            karakteristieke, aaneengesloten, groene ruimten te beschermen. Daarbij zullen op deze

            plekken geen (nieuwe) hoofdgebouwen worden toegelaten. (toetsingsfunctie)

 

15.      In verband met de beleving van de groene binnenterreinen vanaf de openbare weg is

            het tevens van belang dat er tussen hoofdbebouwing en de zijdelingse perceelgrens

            onbebouwde ruimten open blijven. (toetsingsfunctie)

 

16.      De Hof en omgeving en de Margaretha Turnorstraat hebben een bijzondere ruimtelijke

en historisch waardevolle karakteristiek. Het beeld wordt grotendeels bepaald door de

half verharde terreinen en de monumentale bomen. Bij de Margaretha Turnorstraat

spelen ook de omliggende muren en hekwerken een belangrijke rol. Bij eventuele

inrichtingsmaatregelen dient de huidige karakteristiek en inrichting in acht te worden

genomen. (toetsingsfunctie)

 

het zicht op en de relatie met het landelijk gebied

17.      In verband met de betekenis van het beschermd dorpsgezicht is het van groot belang

            dat de nog aanwezige mogelijkheden tot het ervaren van de historische relatie met het

            landelijke gebied worden beschermd, dan wel verbeterd. Het is daarbij van groot

            belang dat de nog aanwezige doorkijkjes naar het landelijk gebied in de Drostestraat

            en het Zandvoort behouden blijven. Ook is het van groot belang dat de open en

            directie relatie met het landelijke gebied bij de Kersweg en de Zuylesteinseweg wordt

            beschermd en verbeterd. De betreffende gronden dienen in principe onbebouwd te

            blijven. (toetsingsfunctie en  uitvoerings- en afstemmingsfunctie)

 

de niveau-verschillen

18,      De in het plangebied voorkomende niveau-verschillen zijn het meest tastbare en

zichtbare element van de ligging van Amerongen op de grens van "hoog" en "laag".

Amerongen is het enige dorp langs de zuidwest-flank van de Utrechtse Heuvelrug

waar de niveau-verschillen zo duidelijk zichtbaar en herkenbaar zijn. Daarbij kunnen

de Nederstraat, het Zandvoort en de Kersweg met name worden genoemd. Dit typische

Amerongse element verdient een hoge waardering. Het beleid is er dan ook op gericht

om het (laten) afgraven of egaliseren van aanwezige niveau-verschillen tegen te gaan.

(toetsingsfunctie)

 

extern advies

19.      Omwille van het bevorderen van de objectiviteit dienen burgemeester en wethouders,

in verband met de bescherming van de ruimtelijke karakteristiek en de

cultuurhistorische waarden, bij enkele bepalingen het advies in te winnen van de

gemeentelijke monumentencommissie. Het gaat hierbij met name om enkele

wijzigings- en vrijstellingsbepalingen en de regelingen tot het stellen van nadere eisen.

Dit advies is daarbij alleen vereist voor het beschermd dorpsgezicht en de op plankaart

2 (Bestemmingen) aangegeven beschermde monumenten. Bij bovengenoemde

advisering dient mede uitgegaan te worden van de waarderingen en uitgangspunten,

zoals die zijn opgenomen in deze "Beschrijving in hoofdlijnen". (toetsingsfunctie)

 

 

Artikel 5         Algemene bepalingen ten aanzien van het bouwen

Terug naar inhoudsopgave

 

bepalingen voor alle gebouwen

1.         De afstand tussen gebouwen onderling mag niet minder bedragen dan 1,00 meter,

tenzij de gebouwen aaneen worden gebouwd.

 

bepalingen voor de hoofdgebouwen

2.         Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden tevens de volgende bepalingen:

a.         de hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen de op plankaart 2

(Bestemmingen) aangegeven bouwvlakken worden gebouwd, met dien

verstande dat voor de bouwvlakken waar het bouwen in de

voorgevelbouwgrens verplicht is gesteld, het hoofdgebouw in de naar de weg

gekeerde grens van het bouwvlak gesitueerd dient te worden;

b.         de goot- en nokhoogte van de hoofdgebouwen mag:

1.         voor zover deze gebouwen in het beschermd dorpsgezicht vallen, niet

            meer bedragen dan de op plankaart 3 (Kappenkaart) aangegeven maat,

            plus 10%, en niet minder dan de aangegeven maat, min 10%;

2.         voor zover deze gebouwen niet in het beschermd dorpsgezicht vallen,

            niet meer bedragen dan respectievelijk 5,50 en 9,50 meter;

c.         indien de bestaande goot- en/of nokhoogte, als bedoeld in lid b onder 2, op het

            tijdstip van de tervisielegging van het ontwerp van dit plan, groter is dan

            respectievelijk 5,50 en 9,50 meter, mag de bestaande goot- en/of nokhoogte

            worden gehandhaafd;

d.         de hoofdgebouwen dienen te worden afgedekt met een kap, met dien verstande

            dat, indien en voor zover deze gebouwen in het beschermd dorpsgezicht vallen,

            deze uitsluitend mogen worden afgedekt op de op plankaart 3 (Kappenkaart) aangegeven wijze;

e.         de dakhelling van de hoofdgebouwen mag niet minder bedragen dan 40º en

            mag niet meer bedragen dan 60º;

f.                    indien de dakhelling, als bedoeld in lid d, op het tijdstip van de tervisielegging

van het ontwerp van dit plan, kleiner is dan 40º of groter is dan 60º, mag de

            bestaande dakhelling worden gehandhaafd.

 

vrijstellingen

3.         Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, op grond van het bepaalde in artikel 15 van

            de Wet, vrijstelling te verlenen van:

a.         het bepaalde in lid 2, sub a voor het toelaten van ondergeschikte uitbouwen aan

            het hoofdgebouw, zoals erkers en toegangsportalen, met dien verstande, dat de

            overschrijding van de bouwgrens niet meer mag bedragen dan 1,50 meter

b.                 het bepaalde in lid 2, sub b onder 1 en sub d, voor het toelaten van een andere

goot- en nokhoogte en/of kapvorm, met dien verstande dat de nokhoogte niet

meer mag bedragen dan 9,50 meter.

 

procedure

4.         Bij het toepassen van de vrijstellingsbevoegdheden als bedoeld in lid 3, nemen

            burgemeester en wethouders de procedurevoorschriften zoals omschreven in Afdeling

            3.4 van de "Algemene wet bestuursrecht" ("Openbare voorbereidingsprocedure";

            artikel 3.10 tot en met 3.13) in acht, met dien verstande dat:

a.         de "Beschrijving in hoofdlijnen", met de daarbij behorende plankaart 1, in acht

            wordt genomen;

b.                 voor de bouwpercelen die zijn gelegen in het gebied van het beschermd

            dorpsgezicht en/of voor de bouwpercelen met op plankaart 2 (Bestemmingen)

            de aanduiding "beschermd monument", advies wordt ingewonnen van de

            gemeentelijke monumentencommissie.

 

afscheidingen

5.         Erf- en terreinafscheidingen, anders dan bedoeld in artikel 43, lid 1, sub j van de

Woningwet (zogenaamde vergunningvrije bouwwerken), zijn niet toegelaten, met

uitzondering van de afscheidingen met op plankaart 2 (Bestemmingen) de

aanduiding "hogere erfscheidingen toegestaan", waarvan de hoogte maximaal 2,50

meter mag bedragen.

 

andere bouwwerken, geen gebouw zijnde

6.         De hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, voor zover niet genoemd in lid 5,

mag niet meer bedragen dan 3,00 meter, met dien verstande dat de hoogte van

openbare nutsvoorzieningen maximaal 5,00 meter mag bedragen.

 

           

HOOFDSTUK II        BESTEMMINGSBEPALINGEN

 

 

Artikel 6         Uit te werken Woongebied

Terug naar inhoudsopgave

 

Doeleinden

1.         De op de plankaart 2 (Bestemmingen) voor "Uit te werken Woongebied" aangewezen

gronden zijn uitsluitend bestemd voor het wonen, tuinen, erven, verkeer en groen, met

de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde en werken, geen

bouwwerk zijnde.

 

woningen

2.         Voor het bouwen van woningen op de in lid 1 omschreven gronden gelden de

            volgende bepalingen:

a.         het aantal woningen mag niet meer bedragen dan 5;

b.         er mogen uitsluitend eengezinshuizen worden gerealiseerd;

c.         het aantal bouwlagen mag niet meer bedragen dan twee.

 

werken, geen bouwwerk zijnde

3.         Het aantal parkeerplaatsen mag niet minder bedragen dan 1,00 per woning, waarbij

      ook de parkeermogelijkheden binnen de bestemming "Verkeer" mogen worden benut.

 

uitwerkingsbepalingen

4.         De gronden, als bedoeld in lid 1, mogen niet worden bebouwd indien het

            uitwerkingsplan nog geen rechtskracht heeft.

 

5.         Burgemeester en wethouders dienen, op grond van en met inachtneming van het

            bepaalde in artikel 11 van de Wet, de bestemming uit te werken.

 

6.         Bij het toepassen van de uitwerkingsbevoegdheid als bedoeld in lid 6, nemen

burgemeester en wethouders de procedurevoorschriften zoals omschreven in Afdeling

3.4 van de "Algemene wet bestuursrecht" ("Openbare voorbereidingsprocedure";

artikel 3.10 tot en met 3.13) in acht, met dien verstande dat de "Beschrijving in

hoofdlijnen", met de daarbij behorende plankaart 1, in acht wordt genomen.

 

vrijstelling

7.         Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, op grond van het bepaalde in artikel 15 van

de Wet, vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 5, indien de bebouwing niet

            strijdig is met een ontwerp van een uitwerkingsplan of een vastgesteld

uitwerkingsplan.

 

8.         Bij het toepassen van de vrijstellingsbevoegdheid, als bedoeld in lid 8, kunnen

burgemeester en wethouders slechts vrijstelling verlenen na een schriftelijke

verklaring van geen bezwaar van gedeputeerde staten.

 

Artikel 7         Wonen

Terug naar inhoudsopgave

doeleinden

1.         De op plankaart 2 (Bestemmingen) voor "Wonen" aangewezen gronden zijn

            uitsluitend bestemd voor:

a.         het wonen;

b.         de bescherming, instandhouding en verbetering van de ruimtelijke

            karakteristiek en de cultuurhistorische waarden van het beschermd

            dorpsgezicht,

met de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde en werken,

geen bouwwerk zijnde.

 

Gebouwen

2.         Binnen de bouwvlakken mogen uitsluitend eengezinshuizen worden gebouwd, met

uitzondering van de bouwvlakken met op de plankaart de nadere aanwijzing

"gestapeld", waar ook meergezinshuizen mogen worden gebouwd.

 

 

Artikel 8         Gemengde bestemming

Terug naar inhoudsopgave

 

doeleinden

1.         De op plankaart 2 (Bestemmingen) voor "Gemengde bestemming" aangewezen

            gronden zijn bestemd voor:

a.         op de begane grond:

1.         wonen;

2.         kantoren en dienstverlenende instellingen;

3.         detailhandel;

4.         maatschappelijke voorzieningen;

5.         bedrijven, voor zover deze bedrijven behoren tot de categorieën 1 en 2

            van de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten;

6.         voor zover de gronden op deze plankaart de nadere aanwijzing "horeca"

            hebben, tevens voor horeca;

b.         op de verdiepingen: wonen;

c.         de bescherming, instandhouding en verbetering van de ruimtelijke

            karakteristiek en de cultuurhistorische waarden van het beschermd

            dorpsgezicht,

met de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde en werken,

geen bouwwerk zijnde.

 

gebruiksbepaling

2.         Onder strijdig gebruik als bedoeld in artikel 17, lid 1, wordt in ieder geval verstaan,

het gebruik van de gronden en opstallen ten behoeve van inrichtingen als bedoeld in

artikel 2, lid 4 van het Inrichtingen  en vergunningenbesluit milieubeheer".

 

Vrijstelling

3.         Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, op grond van het bepaalde in artikel 15 van

de Wet, vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 1, sub a, onder 5, voor de

uitoefening van een bedrijfsactiviteit die niet voorkomt in de tot het plan behorende

Staat van bedrijfsactiviteiten, maar, naar haar aard en invloed op de omgeving,

hiermee gelijk kan worden gesteld.

 

procedure

4          Bij het toepassen van de vrijstellingsbevoegdheden als bedoeld in lid 3, nemen

burgemeester en wethouders de procedurevoorschriften zoals omschreven in Afdeling

3.4 van de "Algemene wet bestuursrecht" ("Openbare voorbereidingsprocedure";

artikel 3.10 tot en met 3.13) in acht.

 

Artikel 9         Detailhandel

Terug naar inhoudsopgave

 

doeleinden

1.         De op plankaart 2 (Bestemmingen) voor "Detailhandel" aangewezen gronden zijn

            bestemd voor:

a.         detailhandel;

b.         wonen;

c.         de bescherming, instandhouding en verbetering van de ruimtelijke

            karakteristiek en de cultuurhistorische waarden van het beschermd

            dorpsgezicht,

met de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde en werken,

geen bouwwerk zijnde.

 

 

Artikel 10       Horeca

Terug naar inhoudsopgave

 

doeleinden

1.         De op plankaart 2 (Bestemmingen) voor "Horeca" aangewezen gronden zijn bestemd

            voor:

a.         horeca;

b.         voor zover de gronden op deze plankaart de nadere aanwijzing "slijterij"

            hebben, tevens voor de uitstalling en verkoop van dranken;

c.         wonen;

d.         de bescherming, instandhouding en verbetering van de ruimtelijke

            karakteristiek en de cultuurhistorische waarden van het beschermd

            dorpsgezicht,

met de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde en werken,

geen bouwwerk zijnde.

 

 

Artikel 11       Maatschappelijke voorzieningen en dienstverlening

Terug naar inhoudsopgave

doeleinden

1.         De op plankaart 2 (Bestemmingen) voor "Maatschappelijke voorzieningen en

            dienstverlening" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.         overheidsvoorzieningen;

b.         voorzieningen inzake welzijn, volksgezondheid, cultuur, religie, onderwijs en

            daarmee gelijk te stellen instellingen;

c.         kantoren en dienstverlenende instellingen;

d.         openbare nutsvoorzieningen;

e.         wonen;

f.          voor zover de gronden op deze plankaart de nadere aanwijzing "begraafplaats"

            hebben, voor begraafplaatsen;

g.                 de bescherming, instandhouding en verbetering van de ruimtelijke

karakteristiek en de cultuurhistorische waarden van het beschermd

dorpsgezicht,

met de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde en werken,

geen bouwwerk zijnde.

 

gebouwen

2.         Voor het bouwen van de gebouwen op de gronden met de nadere aanwijzing

            "begraafplaats" gelden de volgende bepalingen:

a.         de gezamenlijk oppervlakte mag niet meer bedragen dan 500 m2;

b.         de goothoogte mag niet meer bedragen dan 5,50 meter;

c.         de nokhoogte mag niet meer bedragen dan 9,50 meter.

 

Artikel 12       Bedrijven

Terug naar inhoudsopgave

doeleinden

1.         De op plankaart 2 (Bestemmingen) voor "Bedrijven" aangewezen gronden zijn

uitsluitend bestemd voor:

a          bedrijven, voor zover deze bedrijven behoren tot de categorien 1 en 2 van de

bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten;

b.         voor zover de gronden op deze plankaart de nadere aanwijzing "uitzonderingen

toegelaten" hebben, tevens voor de in onderstaand overzicht met name

genoemde bedrijfsdoeleinden;

c.         voor zover de gronden op deze plankaart de nadere aanwijzing "agrarisch"

            hebben, tevens voor de uitoefening van een agrarisch bedrijf;

d.         voor zover de gronden op deze plankaart de nadere aanwijzing "opslag"

hebben, voor de instandhouding van opslagruimte ten behoeve van een

supermarkt;

e.         kantoren en dienstverlenende instellingen;

f.          wonen;

g.         de bescherming, instandhouding en verbetering van de ruimtelijke

karakteristiek en de cultuurhistorische waarden van het beschermd

dorpsgezicht,

met de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw

zijnde en werken, geen bouwwerk zijnde.

 

Toegelaten bedrijven volgens lid 1, sub b.

Adres

Toegelaten bedrijfsdoeleinden

SBI-code

Burg. Jhr. H. v.d. Boschstraat 2a/4

Gemeentelijke werkplaats

98.11.40

Donkerstraat 5

Schildersbedrijf

51.31.00

Dooiweg 10

Aannemingsbedrijf - algemeen

51.11.00

Rijnstraat 1

Aannemingsbedrijf in timmerwerken

51.17.00

Rijnstraat 3

Drukkerij

27.13.00

Koningin Wilhelminaweg 54

Wafelfabriek

20.84.00

 

gebruiksbepalingen

2.         Het bepaalde in lid 1, sub f (wonen) is niet van toepassing op het pand op de hoek van

            de Kersweg met de Lekdijk (de "Kromme Hoek").

 

3.         Onder strijdig gebruik als bedoeld in artikel 17, lid 1, wordt in ieder geval verstaan,

            het gebruik van de gronden en opstallen ten behoeve van:

a          .inrichtingen als bedoeld in artikel 2, lid 4 van het Inrichtingen  en

vergunningenbesluit milieubeheer";

b.         het gebruik van de gronden met op plankaart 2 (Bestemmingen) de nadere

aanwijzing "agrarisch" anders dan voor het stallen van vee en/of de stalling en opslag

ten behoeve van een agrarisch bedrijf;

c.         detailhandel.

 

vrijstelling

4.         Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, op grond van het bepaalde in artikel 15 van

de Wet, vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 1, sub a, voor de uitoefening

van een bedrijfsactiviteit die niet voorkomt in de tot het plan behorende Staat van

bedrijfsactiviteiten, maar, naar haar aard en invloed op de omgeving, hiermee gelijk

kan worden gesteld.

 

procedure

5.         Bij het toepassen van de vrijstellingsbevoegdheden als bedoeld in lid 4, nemen

burgemeester en wethouders de procedurevoorschriften zoals omschreven in Afdeling

3.4 van de "Algemene wet bestuursrecht" ("Openbare voorbereidingsprocedure";

artikel 3.10 tot en met 3.13) in acht.

 

Artikel 13       Tuin en onbebouwd erf

Terug naar inhoudsopgave

doeleinden

1.         De op plankaart 2 (Bestemmingen) voor "Tuin en onbebouwd erf" aangewezen

gronden zijn uitsluitend bestemd voor:

a.         de aanleg en instandhouding als tuin, met de daarbij behorende bouwwerken,

geen gebouw zijnde en werken, geen bouwwerk zijnde;

b.         onbebouwde erven ten behoeve van het hoofdgebouw op het betreffende

bouwperceel, met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde en werken,

geen bouwwerk zijnde, zoals parkeervoorzieningen en oppervlakteverhardingen;

c.                  de bescherming, instandhouding en verbetering van de ruimtelijke

karakteristiek en de cultuurhistorische waarden van het beschermd dorpsgezicht.

 

gebouwen

2.         Op de in lid 1 bedoelde gronden mogen geen gebouwen en/of carports worden

gebouwd.

 

 

Artikel 14       Erf

Terug naar inhoudsopgave

doeleinden

1.         De op plankaart 2 (Bestemmingen) voor "Erf" aangewezen gronden zijn uitsluitend

            bestemd voor:

a.         de aanleg en instandhouding als tuin, met de daarbij behorende gebouwen,

bouwwerken, geen gebouw zijnde en werken, geen bouwwerk zijnde;

b.                 onbebouwde erven en bebouwing ten behoeve van het hoofdgebouw op het

            betreffende bouwperceel, met de daarbij behorende werken, geen bouwwerk

            zijnde, zoals parkeervoorzieningen en oppervlakteverhardingen;

c.                  de bescherming, instandhouding en verbetering van de ruimtelijke

            karakteristiek en de cultuurhistorische waarden van het beschermd

            dorpsgezicht.

 

gebouwen

2.         Voor het bouwen van aan , uit  en bijgebouwen en/of carports gelden de volgende

            bepalingen:

a.         de aan- en uitbouwen mogen uitsluitend op de gronden met op plankaart 2

(Bestemmingen) de aanduiding "uitbreidingsstrook" worden gebouwd;

b.         de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen en carports mag niet meer

bedragen dan 15% van de oppervlakte van het bouwperceel, met een maximum

van 50 m2;

c.         de afstand van de bijgebouwen en/of carports tot de zijdelingse perceelgrens

            mag niet minder bedragen dan 1,00 meter, tenzij de bijgebouwen en/of carports

            in de perceelgrens worden gebouwd;

d.         de goothoogte van de aan- en uitbouwen en de aangebouwde bijgebouwen en

            carports, mag niet meer bedragen dan de hoogte van de begane grond van het

            hoofdgebouw, met een maximum van 3,00 meter;

e.         de goothoogte van de vrijstaande bijgebouwen mag niet meer bedragen dan

            3,00 meter;

f.          indien de bestaande goothoogten, als bedoeld in lid d en lid e, op het tijdstip

            van de tervisielegging van het ontwerp van dit plan, groter zijn dan 3,00 meter,

            mag de bestaande goothoogte worden gehandhaafd;

g          .indien de aan-, uit- en bijgebouwen en/of carports worden afgedekt met een

            kap, mag de dakhelling niet minder bedragen dan 40º en niet meer dan 60º;

h.         indien de dakhelling, als bedoeld in lid g, op het tijdstip van de tervisielegging

            van het ontwerp van dit plan, kleiner is dan 40º of groter is dan 60º, mag de

            bestaande dakhelling worden gehandhaafd.

 

3.         Voor de bouwpercelen waarvoor op de plankaart geen "uitbreidingsstrook" is

aangegeven èn voor de bouwpercelen waar de bouwmogelijkheden in de

"uitbreidingsstrook" benut zijn, mag een deel van de toegestane oppervlakte aan

bijgebouwen en/of carports worden benut voor de bouw van aan- en uitbouwen, met

dien verstande dat de bouw van tenminste 25 m2 aan bijgebouwen mogelijk moet

blijven.

 

vrijstelling

4.         Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, op grond van het bepaalde in artikel 15 van

de Wet, vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 2, sub b, voor het toelaten van

aan-, uit- en bijgebouwen en carports tot 25% van de oppervlakte van het

bouwperceel, met een maximum van 75 m2, indien in het hoofdgebouw een ander

gebruik dan wonen is toegestaan.

 

procedure

5.         Bij het toepassen van de vrijstellingsbevoegdheden als bedoeld in lid 4, nemen

            burgemeester en wethouders de procedurevoorschriften zoals omschreven in Afdeling

            3.4 van de "Algemene wet bestuursrecht" ("Openbare voorbereidingsprocedure";

            artikel 3.10 tot en met 3.13) in acht, met dien verstande dat:

a.         de "Beschrijving in hoofdlijnen", met de daarbij behorende plankaart 1, in acht

            wordt genomen;

b.                 voor de bouwpercelen die zijn gelegen in het gebied van het beschermd

dorpsgezicht en/of voor de bouwpercelen met op plankaart 2 (Bestemmingen)

de aanduiding "beschermd monument", advies wordt ingewonnen van de

gemeentelijke monumentencommissie.

 

nadere eisen situering, kapvorm en dakhelling

6.         Voor de bouwpercelen die zijn gelegen in het gebied van het beschermd dorpsgezicht

en/of voor de bouwpercelen met op plankaart 2 (Bestemmingen) de aanduiding

"beschermd monument", zijn burgemeester en wethouders zijn bevoegd, ten behoeve

van het behoud en herstel van de ruimtelijke karakteristiek en de cultuurhistorische

waarden van het beschermd dorpsgezicht, nadere eisen te stellen aan de situering van

de vrijstaande bijgebouwen en carports en aan de kapvorm en de dakhelling van de

aan , uit  en bijgebouwen en carports.

 

procedure

7.         Bij het toepassen van de bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen als bedoeld in lid

            6, nemen burgemeester en wethouders de procedurevoorschriften zoals omschreven in

Afdeling 3.4 van de "Algemene wet bestuursrecht" ("Openbare

voorbereidingsprocedure"; artikel 3.10 tot en met 3.13) in acht, met dien verstande dat:

a.         de "Beschrijving in hoofdlijnen", met de daarbij behorende plankaart 1, in acht

            wordt genomen;

b.         advies wordt ingewonnen van de gemeentelijke monumentencommissie.

 

Artikel 15       Verkeer

Terug naar inhoudsopgave

doeleinden

1.         De op plankaart 2 (Bestemmingen) voor "Verkeer" aangewezen gronden zijn bestemd

            voor:

a.         de verkeersafwikkeling;

b.         parkeervoorzieningen;

c.         verblijfsgebied;

d.         groenvoorzieningen en bermen;

e.         voor zover de gronden op deze plankaart tevens de nadere aanwijzing "plein" *

            hebben, dient het accent te liggen op de inrichting als verblijfsgebied;

f.                    de bescherming, instandhouding en verbetering van de ruimtelijke

karakteristiek en de cultuurhistorische waarden van het beschermd dorpsgezicht,

met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde en werken, geen bouwwerk

zijnde.

 

gebouwen

2          Op de in lid 1 bedoelde gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

 

bouwwerken, geen gebouw zijnde

3.         Voor de gronden met op plankaart 2 (Bestemmingen) de aanduiding "verkooppunt

voor motorbrandstoffen" mag een verkooppunt voor motorbrandstof worden gebouwd.

 

profielen

4.         Voor zover op plankaart 2 (Bestemmingen) profielen zijn opgenomen, dient de

indeling van de in lid 1 omschreven gronden in onder andere rijverhardingen, trottoirs

en bermen te beantwoorden aan hetgeen door middel van deze profielen is

aangegeven.

 

vrijstelling

5,         Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, op grond van het bepaalde in artikel 15 van

de Wet, vrijstelling te verlenen van de maten in de op de plankaart 2 (Bestemmingen)

aangegeven profielen tot een maximum van 20%.

 

procedure

6.         Bij het toepassen van de vrijstellingsbevoegdheden, als bedoeld in lid 5, nemen

burgemeester en wethouders de procedurevoorschriften zoals omschreven in Afdeling

3.4 van de "Algemene wet bestuursrecht" ("Openbare voorbereidingsprocedure";

artikel 3.10 tot en met 3.13) in acht, met dien verstande dat:

a.         de "Beschrijving in hoofdlijnen", met de daarbij behorende plankaart 1, in acht

wordt genomen;

b.                 voor de straten die zijn gelegen in het gebied van het beschermd dorpsgezicht

            advies wordt ingewonnen van de gemeentelijke monumentencommissie.

 

Artikel 16       Groen

Terug naar inhoudsopgave

doeleinden

1.         De op plankaart 2 (Bestemmingen) voor "Groen" aangewezen gronden zijn uitsluitend

            bestemd voor:

a.         groenvoorzieningen;

b.         de bescherming, instandhouding en verbetering van de ruimtelijke

            karakteristiek en de cultuurhistorische waarden van het beschermd

            dorpsgezicht,

met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde en werken, geen

bouwwerk zijnde, zoals voetpaden en uitritten.

 

gebouwen

2.         Op de in lid 1 bedoelde gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

 

 

HOOFDSTUK III       ALGEMENE BEPALINGEN

Terug naar inhoudsopgave

 

Artikel 17       Algemene gebruiksbepalingen

Terug naar inhoudsopgave

gebruiksbepaling

1.         Het is verboden de in dit plan begrepen gronden en de daarop voorkomende

bouwwerken te trijdig is met het in dit plan bepaalde, nadat de bij het plan

aangegeven bestemming is verwezenlijkt.

 

strijdig gebruik

2.         Onder strijdig gebruik als bedoeld in lid 1 wordt in ieder geval verstaan:

a.         de verkoop van motorbrandstoffen, met uitzondering van de verkoop van

motorbrandstoffen op de gronden waarvoor op plankaart 2 (Bestemmingen) de

aanduiding "verkooppunt voor motorbrandstoffen" is gegeven;

b.         de opslag en verkoop van LPG.

 

vrijstelling meest doelmatig gebruik

3.         Burgemeester en wethouders verlenen, op grond van het bepaalde in artikel 10 van de

Wet, vrijstelling van het bepaalde in lid 1, indien en voor zover een strikte toepassing

van deze bepaling zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik en

die beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

 

aan huis gebonden beroepen en bedrijfsactiviteiten

4.         Onder strijdig gebruik als bedoeld in lid 1 wordt in ieder geval niet verstaan het

gebruik van ten hoogte 50 m2 van de woning voor de uitoefening van vrij beroep als

nevenactiviteit bij het wonen.

 

5.         Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, op grond van het bepaalde in artikel 15 van

de Wet, vrijstelling te verlenen van de bepalingen van het plan, voor het toelaten van

de uitoefening van een aan huis gebonden beroep en/of bedrijf in een woning en/of de

bij deze woning behorende aan-, uit en bijgebouwen, met dien verstande dat:

            a          .in dit geval onder een aan huis gebonden beroep en/of bedrijf wordt verstaan:

                        1.         de uitoefening aan huis van een beroep of de beroepsmatige verlening

                                   van diensten aan huis op administratief, juridisch, medisch,

            therapeutisch, kunstzinnig, ontwerp-technisch of hiermee gelijk te

            stellen terrein;

                        2.         bedrijfsactiviteiten, voor zover deze behoren tot categorie 1 van de bij

                                   dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten;

                        3.         bedrijfsactiviteiten, die niet voorkomen in categorie 1 van de bij dit plan

                                   behorende Staat van bedrijfsactiviteiten, maar, naar aard en invloed op

                                   de omgeving, hiermee gelijk kunnen worden gesteld;

            b.         het aan huis gebonden beroep en/of bedrijf uitsluitend is toegestaan als

                        nevenfunctie van het wonen;

            c          .ten hoogste 50 m2 van de oppervlakte van de woning en/of de bij deze woning

                        behorende aan-, uit- en bijgebouwen voor de uitoefening van het aan huis

                        gebonden beroep en/of bedrijf mag worden gebruikt;

d.         het aan huis gebonden beroep en/of bedrijf geen onevenredige vergroting van

            de parkeerdruk en/of de verkeersbelasting mag veroorzaken;

e.         het aan huis gebonden beroep en/of bedrijf geen onevenredige hinder voor het

            woonmilieu mag veroorzaken;

f.                    geen detailhandel is toegestaan, tenzij als ondergeschikte nevenactiviteit bij het

                        bepaalde in sub a.

 

procedure

6          Bij het toepassen van de vrijstellingsbevoegdheden als bedoeld in lid 5, nemen

burgemeester en wethouders de procedurevoorschriften zoals omschreven in Afdeling

3.4 van de "Algemene wet bestuursrecht" ("Openbare voorbereidingsprocedure";

artikel 3.10 tot en met 3.13) in acht.

 

Artikel 18       Aanlegvergunningen

Terug naar inhoudsopgave

niveau-verschillen

1.         Het is verboden, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van

            burgemeester en wethouders (aanlegvergunning), binnen de op plankaart 2

            (Bestemmingen) aangegeven zone met de aanduiding "aanlegvergunningen

            hoogteverschillen" ophogings , afgravings- en/of egaliseringswerkzaamheden uit te

            voeren, te doen of te laten uitvoeren.

 

2.         Het in lid 1 bedoelde verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die

            het normale onderhoud en beheer van de gronden betreffen.

 

3.         De in lid 1 genoemde werken en werkzaamheden zijn niet toelaatbaar, indien hierdoor

de ruimtelijke karakteristiek en/of de cultuurhistorische waarden van het beschermd

dorpsgezicht op onevenredige wijze worden of kunnen worden aangetast.

 

sloopwerkzaamheden

4.         Het is verboden, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van

            burgemeester en wethouders (aanlegvergunning), de hoofdgebouwen, gelegen binnen

het op plankaart 2 (Bestemmingen) aangegeven beschermd dorpsgezicht, geheel of

            gedeeltelijk te slopen, te doen of te laten slopen.

 

5.         Het in lid 4 bedoelde verbod is niet van toepassing:

a.         indien de sloopwerkzaamheden verband houden met het realiseren van een

verleende bouwvergunning;

b.         indien de sloopwerkzaamheden verband houden met het een aanschrijving van

            burgemeester en wethouders op grond van de Woningwet;

c.         op sloopwerkzaamheden die verband houden met het normale onderhoud en

            beheer van de hoofdgebouwen.

 

6.         De in lid 4 genoemde sloopwerkzaamheden zijn niet toelaatbaar, indien hierdoor de

ruimtelijke karakteristiek en/of de cultuurhistorische waarden van het beschermd

dorpsgezicht op onevenredige wijze worden of kunnen worden aangetast.

 

Inrichting Margaretha Turnorstraat en de Hof

7.         Het is verboden, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van

            burgemeester en wethouders (aanlegvergunning), de inrichting van de gronden met op

            plankaart 2 (Bestemmingen) de bestemming "Verkeer" en de nadere aanwijzing

            "plein" te wijzigen, te doen wijzigen of te laten wijzigen.

 

8.         Het in lid 1 bedoelde verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die

            het normale onderhoud en beheer van de gronden betreffen.

 

9.         De in lid 1 genoemde werken en werkzaamheden zijn niet toelaatbaar, indien hierdoor

de ruimtelijke karakteristiek en/of de cultuurhistorische waarden van het beschermd

dorpsgezicht op onevenredige wijze worden of kunnen worden aangetast.

 

procedure

10.      Bij het behandelen van een aanvraag voor een aanlegvergunning als bedoeld in lid 1,

            lid 4 en lid 7, nemen burgemeester en wethouders de procedurevoorschriften zoals

            omschreven in Afdeling 3.4 van de "Algemene wet bestuursrecht" ("Openbare

            voorbereidingsprocedure"; artikel 3.10 tot en met 3.13) in acht, met dien verstande dat:

a.         de "Beschrijving in hoofdlijnen", met de daarbij behorende plankaart 1, in acht

            wordt genomen;

b.         advies wordt ingewonnen van de gemeentelijke monumentencommissie.

 

 

Artikel 19       Algemene vrijstellingsbepaling

Terug naar inhoudsopgave

meetverschillen

1.         Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, op grond van het bepaalde in artikel 15 van

de Wet, vrijstelling te verlenen van de bepalingen van het plan, voor zover dit,

tengevolge van geringe afwijkingen of onnauwkeurigheden op plankaart 2

(Bestemmingen), noodzakelijk is voor een goede uitvoering van het plan, met dien

verstande dat de genoemde afwijkingen ten

hoogste 3,00 meter mogen bedragen.

 

procedure

2.         Bij het toepassen van de vrijstellingsbevoegdheden als bedoeld in lid 1, nemen

burgemeester en wethouders de procedurevoorschriften zoals omschreven in Afdeling

3.4 van de "Algemene wet bestuursrecht" ("Openbare voorbereidingsprocedure";

artikel 3.10 tot en met 3.13) in acht.

 

 

Artikel 20       Algemene wijzigingsbepalingen

Terug naar inhoudsopgave

monumenten en beschermd dorpsgezicht *

1.         Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, op grond van en met inachtneming van het

bepaalde in artikel 11 van de Wet:

a.         op plankaart 2 (Bestemmingen) de aanduiding "monument" toe te voegen aan

            de panden die zijn aangewezen als beschermd monument;

b.                 op alle plankaarten de "grens van het beschermd dorpsgezicht" te wijzigen, ten

behoeve van de gronden die zijn aangewezen als beschermd dorpsgezicht.

 

Voor deze wijzigingsbevoegdheid wordt een beroep gedaan op de mogelijkheid van

voorwaardelijke deregulering als bedoeld in artikel 11, lid 8 van de Wet op de Ruimtelijke

Ordening, Dit houdt in dat gedeputeerde staten vrijstelling kunnen verlenen van de

verplichting dat elke wijziging door haar wordt goedgekeurd

 

wijzigen bouwvlakken en bestemmingsgrenzen *

2.         Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, op grond van en met inachtneming van het

            bepaalde in artikel 11 van de Wet, plankaart 2 (Bestemmingen) te wijzigen, ten

            behoeve van:

a          .het vergroten, verkleinen of anders situeren van de op deze plankaart

opgetekende bouwvlakken, in verband met het geheel of gedeeltelijk veranderen en/of vervangen van het hoofdgebouw;

b.                 het vergroten, verkleinen of anders situeren van de op deze plankaart

            opgetekende bestemmingsvlakken met de bestemmingen "Tuin en onbebouwd

            erf" en "Erf", in verband met het toelaten van nieuwe en/of het geheel of

            gedeeltelijk veranderen en/of vervangen van de bestaande aan-, uit- en

            bijgebouwen.

 

Voor deze wijzigingsbevoegdheid wordt een beroep gedaan op de mogelijkheid van

voorwaardelijke deregulering als bedoeld in artikel 11, lid 8 van de Wet op de Ruimtelijke

Ordening, Dit houdt in dat gedeputeerde staten vrijstelling kunnen verlenen van de

verplichting dat elke wijziging door haar wordt goedgekeurd

 

Staat van bedrijfsactiviteiten

3.         Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, op grond van en met inachtneming van het

bepaalde in artikel 11 van de Wet, de tot het plan behorende Staat van

Bedrijfsactiviteiten te wijzigen, voor wat betreft het toevoegen van bedrijfsactiviteiten

aan een bepaalde categorie van de Staat van bedrijfsactiviteiten mits deze activiteit

naar haar aard en invloed op de omgeving kan worden gelijkgesteld met de in de

betreffende categorie opgenomen bedrijfsactiviteiten.

 

wijzigingsbevoegdheid restauratie molen

4.         Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, op grond van en met inachtneming van het

            bepaalde in artikel 11 van de Wet, de bestemmingen van de gronden binnen de op de

plankaart 2 (Bestemmingen) aangegeven aanduiding "grens wijzigingsbevoegdheid

molen" te wijzigen in de bestemmingen "Maatschappelijke voorzieningen en

dienstverlening", "Detailhandel", "Wonen", "Tuin en onbebouwd erf", "Erf",

"Verkeer" en "Groen", ten behoeve van het behoud en het herstel van de molen in de

oorspronkelijke staat, met dien verstande dat bij een gehele of gedeeltelijke restauratie

van de molen:

a.         tevens aanvullende voorzieningen (bijvoorbeeld in de vorm van een winkeltje,

dienstwoning en/of museum-ruimte) mogen worden gerealiseerd;

b.                 mag worden afgeweken van het bepaalde in artikel 5, lid 2 ("Algemene

            bepalingen ten aanzien van het bouwen").

 

procedure

5.         Bij het toepassen van de wijzigingsbevoegdheden, als bedoeld in lid 1, lid 2, lid 3 en

            lid 4, nemen burgemeester en wethouders de procedurevoorschriften zoals omschreven

            in Afdeling 3.4 van de "Algemene wet bestuursrecht" ("Openbare

            voorbereidingsprocedure"; artikel 3.10 tot en met 3.13) in acht, met dien verstande dat:

a.         voor het bepaalde in lid 2 en lid 4 de "Beschrijving in hoofdlijnen", met de

            daarbij behorende plankaart 1, in acht wordt genomen;

b.         indien het bepaalde in lid 2 van toepassing is op bouwpercelen die zijn gelegen

in het gebied van het beschermd dorpsgezicht en/of voor de bouwpercelen met op

plankaart 2 (Bestemmingen) de aanduiding "beschermd monument" advies wordt

ingewonnen van de gemeentelijke monumentencommissie;

c.                  voor het bepaalde in lid 4 advies wordt ingewonnen van de gemeentelijke

            monumentencommissie.

 

HOOFDSTUK IV      OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

 

 

Artikel 21       Overgangsbepalingen

Terug naar inhoudsopgave

bouwen

1.         Een bouwwerk, dat op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerp van dit plan

            bestond of in uitvoering was, dan wel is of kan worden gebouwd volgens een

            bouwvergunning, waarvoor de aanvraag voor dat tijdstip is ingediend, en dat afwijkt

            van het in dit plan - met uitzondering van dit lid - bepaalde ten aanzien van de

            toelaatbaarheid van bebouwing, mag, mits de bestaande afwijkingen ook naar hun aard

            niet worden vergroot en met uitzondering van onteigening:

a.         gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;

b.         uitsluitend indien het bouwwerk door een calamiteit teniet is gegaan, geheel

worden vernieuwd.

 

gebruik

2.         Het gebruik van grond en opstallen, strijdig met het plan op het tijdstip dat het plan

            rechtskracht krijgt, mag worden gehandhaafd.

 

3.         Wijziging van het met het plan strijdige gebruik van gronden en opstallen is verboden,

tenzij door deze wijziging van het gebruik de afwijking van het plan niet wordt

vergroot.

 

vrijstelling meest doelmatig gebruik

4.         Burgemeester en wethouders verlenen, op grond van het bepaalde in artikel 10 van de

Wet, vrijstelling van het bepaalde in lid 1, indien en voor zover een strikte toepassing

van deze bepaling zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik en

die beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

 

 

Artikel 22       Strafbepaling

Terug naar inhoudsopgave

Overtreding van het bepaalde in:

 

1.         artikel 17, lid 1;

2.         artikel 18, lid 1;

3.         artikel 18, lid 4;

4.         artikel 18, lid 7;

5.         artikel 21, lid 3,

 

wordt aangemerkt als een strafbaar feit als bedoeld in artikel 59 van de Wet.

 

Artikel 23       Titel

Terug naar inhoudsopgave

 

Deze voorschriften, met bijlage, kunnen worden aangehaald als "Voorschriften

bestemmingsplan Amerongen Kom".

 

 

 

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Amerongen,

gehouden op 29 augustus 1994.

 

 

 

 

             , voorzitter

 

 

 

 

             , secretaris

 

 

 

 

 

BIJLAGE:      STAAT VAN BEDRIJFSACTIVITEITEN

Terug naar inhoudsopgave

 

 

De gebruikte categorieën staan voor de volgende bedrijfsactiviteiten:

          Categorie 1:  Activiteiten, die door hun aard nodig en/of toelaatbaar zijn

                        tussen of onmiddellijk naast woningen;

          Categorie 2:  Activiteiten, die door hun aard slechts toelaatbaar zijn tussen of

onmiddellijk naast woningen, indien geconcentreerd in een wijk of

buurtcentrum.

 

Gebruikte afkortingen:

k.d.      kleiner dan

v.c.      verwerkingscapaciteit

 

SBI-code       Omschrijving van de bedrijfsactiviteit                                           Categorie

 

20.00.00        Voedings- en genotmiddelenindustrie

20.81.11        Broodbakkerijen: v.c. k.d. 2500 kg meel/week voor eigen winkelbedrijf         2

20.83.00        Banketbakkerijen                                                                                       1

 

23.00.00        Kledingindustrie

23.10.00        Confectiekleding industrie                                                                         2

23.20.00        Loonconfectiefabrieken                                                                             2

23.30.00        Maatkledingbedrijven                                                                                            1

23.50.00        Hoeden-, petten- en mode-artikelenfabrieken                                                    1

 

25.00.00        Hout- en meubelindustrie

25.63.00        Mandenmakerijen                                                                                       2

25.69.00        Vlechtwarenfabrieken                                                                                            2

25.72.00        Grafkistenbedrijven                                                                                    2

25.75.00        Woningstoffeerderijen                                                                                           1

 

27.00.00        Grafische industrie, uitgeverijen

27.15.00        Chemigrafische bedrijven                                                                         2

27.16.00        Loonzetterijen                                                                                                         1

27.30.00        Binderijen                                                                                                    2

 

29.00.00        Chemische industrie

29.62.00        Verbandmiddelenfabrieken                                                                                  2

 

32.00.00        Bouwmaterialen, aardewerk en glasindustrie

32.83.00        Glas in loodzetterijen                                                                                             2

 

38.00.00        Overige industrie

38.00.01        Instrumenten- en optische industrie                                                                      2

38.21.00        Instrumenten                                                                                                2

39.30.00        Foto- en filmlaboratoria                                                                             2

 

51.00.00        Bouwnijverheid

52.00.00        Bouwinstallatiebedrijven                                                                            2

52.11.00        Loodgietersbedrijf                                                                                      2

 

61.00.00        Groothandel en opslag

61.14.00        Fijne zaden en peulvruchten                                                                                  2

61.17.00        Bloemen, planten en tuinbenodigdheden                                                2

61.99.00        Vakbenodigheden                                                                                      2

62.20.00        Huishoudelijke artikelen                                                                             2

62.30.00        Textielwaren en schoeisel                                                                         2

62.80.01        Optische, fotografische, sport- e.d. artikelen: zonder vuurwerk            2

 

68.00.00        Reparatiebedrijven voor gebruiksgoederen

68.10.00        Schoen- e.a. lederwarenreparatiebedrijven                                                        1

68.21.00        Autoreparatiebedrijven                                                                                          2

68.24.00        Autobeklederijen                                                                                        1

68.29.01        Autoreparatiebedrijf: zonder tectyleerderij                                                          2

68.30.00        Fietsen-, bromfietsen- en motorfietsen-reparatiebedrijf                                    2

68.40.00        Uurwerkenreparatiebedrijf                                                                         1

68.50.00        Goud- en zilversmederijen (reparatiebedrijf)                                                      1

68.60.00        Reparatiebedrijven voor elektronische gebruiksgoederen                               1

68.70.00        Reparatiebedrijven voor muziekinstrumenten                                                     1

 

85.00.00        Verhuur van machines en andere roerende goederen

85.30.00        Verhuurbedrijven van gebruiksgoederen                                                 2

 

98.00.00        Dienstverlenende bedrijven

98.21.00        Schoonmaakbedrijven voor gebouwen                                                               2

98.22.00        Schoorsteenveegbedrijven                                                                       1

98.24.00        Glazenwasserijen                                                                                       1

98.32.00        Chemische wasserijen en ververijen                                                                   2

98.33.00        Wasverzendinrichtingen                                                                            2

98.34.00        Stoppage- en oppersinrichtingen                                                             1

98.35.00        Wasserettes, wassalons                                                                           1

98.50.00        Foto-ateliers                                                                                                1