Inhoud
Artikel 4 Waarde – Archeologie – 1
Artikel 6 Algemene afwijkingsregels
Artikel 7 Algemene gebruiksregels
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels
Bijlage A Staat van Bedrijfsactiviteiten
het bestemmingsplan ‘Boerenbuurt 12-18 te Leersum’ van de gemeente Utrechtse Heuvelrug.
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1581.bpLSMboerenbuurt-va01 met de bijbehorende regels en bijlagen.
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw door de vorm en bouwkundig onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw, maar er functioneel onderdeel van uitmaakt; onder aanbouw wordt mede verstaan een bij de oorspronkelijke bouw optioneel aangeboden en ook daadwerkelijk gebouwde aanbouw.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een dienstverlenend beroep op zakelijk, maatschappelijk, juridisch, medisch, ontwerptechnisch of kunstzinnig gebied, dat in een woning en/of de bijgebouwen wordt uitgeoefend door de bewoner van de woning, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft, die met de woonfunctie in overeenstemming is.
een bedrijf dat in een (gedeelte van) een woning of bijgebouwen wordt uitgeoefend en dat is gericht op het vervaardigen van producten en/of leveren van diensten, door de bewoner van de woning, en dat niet krachtens een milieuwetvergunning- of meldingplichtig is met dien verstande dat de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
professioneel archeoloog die op basis van de geldende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie bevoegd is om archeologisch onderzoek uit te voeren en/of Programma’s van Eisen op te stellen en te toetsen.
diverse vormen van onderzoek naar de archeologische waarden binnen een plangebied, uitgevoerd volgens de geldende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie.
in rapportvorm vervat verslag van een volgens de in de archeologische beroepsgroep gebruikelijke normen verricht archeologisch onderzoek, op basis waarvan een conclusie kan worden getrokken over de archeologische waarde van een terrein.
vindplaats of vondst met een oudheidkundige waarde. Het betreft hier met name archeologische relicten in hun oorspronkelijke ruimtelijke context.
gronden waar archeologische waarden aanwezig of te verwachten zijn.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen.
a bij bebouwing: bebouwing zoals aanwezig op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het bestemmingsplan, dan wel mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning, tenzij in de regels anders is bepaald.
b bij gebruik: gebruik zoals aanwezig op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan, tenzij in de regels anders is bepaald.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
een gebouw dat, zowel in bouwkundige als in functionele zin ondergeschikt is aan en ten dienste staat van een hoofdgebouw.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar horende bebouwing is toegelaten.
de grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit en met uitzondering van verbruik ter plaatse;
een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal.
het bedrijfsmatig, of in een omvang alsof die bedrijfsmatig is, prostitutie aanbieden door een natuurlijke persoon of rechtspersoon, die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend, zoals escortservices en bemiddelingsbureaus.
een uitbouw aan een woning, die zich bevindt aan de gevel van een woning en ondergeschikt is aan de massa van het hoofdgebouw;
doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan, is toegestaan.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven.
een geometrisch bepaald figuur, waarin ingevolge de regels bepaalde gevel(s) van gebouwen moeten worden gesitueerd.
bovenste niveau van het water dat zich in de bodem bevindt.
een gebouw, dat gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt.
het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf, waaronder bed & breakfast, discotheek, feestzaal en partyboerderij.
het bieden van zorg in een woning aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie.
een vergunning voor het uitvoeren van een project dat invloed heeft op de fysieke leefomgeving, op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna Wabo).
omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden, op grond van de Wabo.
omgevingsvergunning voor het gebruik van gronden of bouwwerken in strijd met dit plan met toepassing van de in dit plan opgenomen regels inzake afwijking, op grond van de Wabo.
omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk op grond van de Wabo.
omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden, op grond van de Wabo.
omgevingsvergunning voor slopen van ene bouwwerk, op grond van de Wabo.
een (gedeelte van een) bouwwerk, waarvan de bovenkant van de
vloer is gelegen op ten minste
een bouwwerk, omsloten door maximaal twee, al dan niet tot de constructie zelf behorende wanden en voorzien van een gesloten dak, waaronder begrepen een carport.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang als zij het bedrijfsmatig, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische- of pornografische aard plaatsvinden. Hieronder wordt tevens verstaan een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, parenclub, (raam)prostitutiebedrijf en een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
een bedrijfsmatige activiteit gericht op het verrichten van seksuele handelingen en/of het verrichten van erotisch/pornografische vertoningen.
een lijst van bedrijven bevattende informatie over de bedrijven die zijn toegestaan binnen het plangebied; De lijst is als bijlage bij de regels opgenomen.
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm en bouwkundig kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw maar er functioneel wel onderdeel van uitmaakt; onder uitbouw wordt mede verstaan een bij de oorspronkelijke bouw optioneel aangeboden en ook daadwerkelijk gebouwde uitbouw.
uitvoeren, het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven.
de naar de weg gekeerde of aan de voorzijde van een gebouw gelegen gevel of, indien het een gebouw betreft met meerdere zodanige gevels, de gevel(s) die kennelijk als zodanig moet(en) worden aangemerkt.
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden of maximaal 4 kamerbewoners.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van kleine bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, nederwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
de kortste afstand van de buitenwerkse gevelvlakken van de gebouwen.
de kortste afstand van het buitenwerkse gevelvlak van een gebouw tot de (zijdelingse) bouwperceelgrens.
voor bouwwerken, geen gebouw zijnde, waarvan de hoofdtoegang
direct aan een weg of straat is gelegen: de hoogte van die weg of straat ter
plaatse van de hoofdtoegang vermeerderd met
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het
bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen,
gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, gevel- en
kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing
gelaten, mits de overschrijding van bouw- c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan
De op de plankaart voor ‘Wonen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a wonen, al dan niet in combinatie met de uitoefening van een beroep- of bedrijf aan huis;
b bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals tuinen en erven.
Ten behoeve van de in lid 3.1 genoemde bestemmingen mogen de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en werken, geen bouwwerk zijnde, worden gerealiseerd met inachtneming van de in lid 3.2.2 t/m 3.2.4 genoemde bepalingen, met dien verstande dat het bouwperceel voor maximaal 50% mag worden bebouwd.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
a Hoofdgebouw worden binnen het bouwvlak gebouwd.
b Ter plaatse van de bouwaanduiding ‘vrijstaand’ mag uitsluitend één vrijstaande woning worden gebouwd.
c Ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot- en bouwhoogte (m)’ mag de goothoogte respectievelijk de bouwhoogte niet meer bedragen dan is aangegeven.
d De dakhelling bedraagt minimaal 25o en maximaal 60o.
e De nokrichting is haaks op de naar de weg gekeerde bouwgrens.
f
De breedte van het hoofdgebouw tot
Voor het bouwen van aan- uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en aangebouwde overkappingen gelden de volgende regels:
a Aan- uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en aangebouwde overkappingen mogen alleen binnen het bouwvlak worden gebouwd.
b
De goot- en bouwhoogte van aan- uitbouw,
aangebouwde bijgebouwen en aangebouwde overkappingen mag niet meer bedragen dan
c
Indien aan (het denkbeeldig verlengde van) de
zijgevel van het hoofdgebouw wordt gebouwd mag maximaal
Voor het bouwen van vrijstaande bijgebouwen en vrijstaande overkappingen gelden
de volgende regels:
a Vrijstaande bijgebouwen en vrijstaande overkappingen mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd.
b Indien gebouwd binnen het bouwvlak, dan geldt dat het vrijstaande bijgebouw en de vrijstaande overkapping achter (het denkbeeldig verlengde van) de basis achtergevel te worden gebouwd.
c Indien gebouwd buiten het bouwvlak dan is het bouwen van een vrijstaand bijgebouw en vrijstaande overkappingen uitsluitend toegestaan ter plaats van de aanduiding ‘garage’.
d
De afstand tot een gebouw of overkapping moet
minimaal
e
De goot- en bouwhoogte van vrijstaande
bijgebouwen en vrijstaande overkappingen mag niet meer bedragen dan
f Dakkapellen zijn op vrijstaande bijgebouwen niet toegestaan.
g
De gezamenlijke oppervlakte aan vrijstaande
bijgebouwen en eventuele vrijstaande overkappingen buiten het bouwvlak mag
maximaal
Het uitoefenen van een beroep of bedrijf aan huis is in overeenstemming met de woonfunctie, indien wordt voldaan aan de volgende regels:
a
Niet meer dan 1/3 deel van het totale oppervlak
van het hoofdgebouw, inclusief aan,- uit- en bijgebouwen, voor de uitoefening
van het beroep of bedrijf wordt gebruikt, met een maximum van
b Alleen activiteiten worden uitgevoerd waarvoor geen vergunning ingevolge de Wet Milieubeheer noodzakelijk is en die genoemd worden in categorie 1 (niet zijnde risicovolle bedrijven) uit de bij deze regels behorende bijlage A ‘Staat van Bedrijfsactiviteiten van de bedrijvenlijst, of die activiteiten die in zijn geheel niet meldingsplichtig zijn.
c Geen horeca- en/of detailhandels activiteiten worden uitgeoefend, uitgezonderd beperkte verkoop die ondergeschikt is aan de uitoefening van het betrokken beroep of bedrijf aan huis.
d De beroeps- en bedrijfsactiviteiten door de bewoners te worden uitgeoefend.
e Geen personeel werkzaam is, met uitzondering van huis- en tandartspraktijken en vergelijkbare medische beroepen, waarbij maximaal één persoon fulltime in dienst mag zijn, ter assistentie of ondersteuning.
f Het gebruik geen invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaakt.
g Buitenopslag ten behoeve van de activiteit niet is toegestaan.
De voor 'Waarde – Archeologie –
Op en in de gronden als bedoeld in 4.1 mag ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemming(en) niet anders worden gebouwd dan overeenkomstig de volgende regels:
a de aanvrager van een omgevingsvergunning dient in het belang van de archeologische monumentenzorg een rapport over te leggen waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld;
b in het belang van de archeologische monumentenzorg kunnen aan de vergunning de volgende verplichtingen worden verbonden:
1 de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor monumenten in de bodem kunnen worden behouden;
2 de verplichting tot het doen van opgravingen; of
3 de verplichting de activiteit die tot bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan door bevoegd gezag bij de omgevingsvergunning te stellen kwalificaties.
Het bepaalde in 4.2.1 is niet van toepassing indien de aanvraag betrekking heeft op:
a vervanging, vernieuwing of verandering van de bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;
b
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met een
gezamenlijke oppervlakte kleiner dan
c
een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden
dieper dan
In het belang van de archeologische monumentenzorg en ter
voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige dan wel naar verwachting
aanwezige archeologische waarden, is het verboden, behoudens het bepaalde in
lid 4.4 zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren
van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden op en in de in lid 4.1
bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit
te voeren, over een oppervlakte van
50 m² of meer:
a
het uitvoeren van graafwerkzaamheden, het roeren
en omwoelen van gronden, dieper dan
b
het verlagen van de bodem en afgraven van gronden,
dieper dan
c
het graven of anderszins aanbrengen van
watergangen en waterpartijen, dieper dan
d het aanbrengen van diepwortelende beplantingen;
e het ophogen en egaliseren van gronden.
Het in 4.3.1 gestelde verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde en werkzaamheden:
a in het kader van het normale beheer en onderhoud;
b in het kader van het uitvoeren van een bouwplan als bedoeld in lid 4.2.1;
c in het kader van archeologisch onderzoek en het doen van opgravingen, mits verricht door een ter zake deskundige;
d waarmee op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan:
e is begonnen, voor zover daarvoor tot dat tijdstip geen omgevingsvergunning
1 voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden was vereist;
2 is of mag worden begonnen krachtens een verleende omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden;
f in en op gronden waarvan naar oordeel van bevoegd gezag vaststaat dat daar geen archeologische waarden aanwezig zijn of meer aanwezig zijn.
De werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden als bedoeld in 4.3.1, zijn naar het oordeel van het bevoegd gezag slechts toelaatbaar, indien:
a door die werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer archeologische waarden van de betreffende gronden, niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind;
b door aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden een rapport is overgelegd waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord in voldoende mate is vastgesteld.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen zodanig dat de bestemming 'Waarde – Archeologie – 1' naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind en in voorkomend geval uit het plan wordt verwijderd, voor zover de -mede aan de hand van de gemeentelijke archeologische beleidskaart- geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.
Grond die eenmaal in aanmerking
is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of
alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen
buiten beschouwing.
Het bevoegd gezag kan een
omgevingsvergunning verlenen voor afwijken van:
a De bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen, percentages en afstandseisen tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages.
b
De regels en toestaan dat bouwgrenzen worden
overschreden, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal
c Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 6 kan alleen worden verleend, mits
1 de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
2 het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad.
a Het is verboden de in het plan begrepen gronden en de daarop voorkomende bouwwerken te gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de in het plan aan de grond gegeven bestemming(en).
b Onder verboden gebruik wordt in elk geval verstaan:
1 een gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
2 een gebruik van gronden als stallings- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
3 een gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting dan wel ten behoeve van prostitutie en een escortbedrijf;
4 een gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
5 een gebruik van woningen voor kamerbewoning;
6 een gebruik van woningen voor bijzondere woonvormen.
De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing behouden ten aanzien van de volgende onderwerpen:
a de richtlijnen voor het verlenen van vrijstelling van de stedenbouwkundige bepalingen;
b de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;
c de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
d het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;
e de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden;
f de ruimte tussen bouwwerken.
a Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
1
gedeeltelijk
worden vernieuwd of veranderd;
2
na het teniet
gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits
de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee
jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
b Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het bepaalde onder a met maximaal 10%.
c Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
a Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
b Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
c Indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
d Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
‘Regels van het bestemmingsplan Boerenbuurt 12 - 18 te Leersum’.
Driebergen, 09 februari 2012
Bijlage A: Staat van Bedrijfsactiviteiten (categorie 1)
SBI code |
SBI code
2008 |
Nr. |
Omschrijving |
Cat. |
|
|
|
|
|
22 |
58 |
- |
Uitgeverijen, drukkerijen en reproductie van opgenomen
media |
|
2223 |
1814 |
A |
Grafische afwerking |
1 |
223 |
182 |
|
Reproductiebedrijven
opgenomen media |
1 |
|
|
|
|
|
36 |
31 |
- |
Vervaardiging van meubels en overige goederen n.e.g. |
|
361 |
9524 |
2 |
Meubelstoffeerderijen b.o. ,
|
1 |
|
|
|
|
|
40 |
35 |
- |
Productie en distributie van stroom, aardgas, stoom
en warm water |
|
40 |
35 |
D3 |
-Gasdistributiebedrijven:
-gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinst. Cat A |
1 |
|
|
|
|
|
50 |
45,47 |
- |
Handel/reparatie t.b.v. particulieren |
|
5020.4 |
45204 |
B |
Autobeklederijen |
1 |
|
|
|
|
|
52 |
47 |
- |
Detailhandel en reparatie t.b.v. particulieren |
|
527 |
952 |
|
Reparatie t.b.v. particulieren (excl. Auto’s en motorfietsen) |
1 |
|
|
|
|
|
64 |
53 |
- |
Post en telecommunicatie |
|
642 |
61 |
A |
Telecommunicatiebedrijven |
1 |
|
|
|
|
|
72 |
62 |
- |
Computerservice- en informatietechnologie |
|
72 |
62 |
A |
Computerservice- en
informatietechnologiebureaus e.d. |
1 |
|
|
|
|
|
74 |
63, 69tm71, 73, 74, 77, 78, 80tm82 |
- |
Overige zakelijke dienstverlening |
|
7484.4 |
82992 |
|
Veilingen voor huisraad,
kunst e.d. |
1 |
|
|
|
|
|
93 |
96 |
- |
Overige dienstverlening |
|
9301.3 |
96013 |
B |
Wasserettes, wassalons |
1 |
9302 |
9602 |
|
Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten |
1 |
|
|
|
|
|
9305 |
9609 |
B |
Persoonlijke dienstverl |
1 |
Afkorting verklaring
< kleiner
dan
Ø
groter dan
cat categorie
e.d. en dergelijke
n.e.g. niet elders genoemd
o.c. opslagcapaciteit
p.c.
productiecapaciteit