ARTIKEL 10              WAARDE-ARCHEOLOGIE

 

 

Lid 1   Bestemmingsomschrijving

 

De voor Waarde-Archeologie aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden van de gronden.

 

 

Lid 2   Bouwregels

 

A. Bouwregels

Op de voor Waarde-Archeologie aangewezen gronden mogen, in afwijking van hetgeen in overige bestemmingen is bepaald, geen bouwwerken en/of ondergrondse bouwwerken worden gebouwd, voor zover de oppervlakte van deze  bouwwerken meer dan 100 m bedraagt.

 

B. Ontheffing van de bouwregels:

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor bouwwerken en/of ondergrondse bouwwerken, ten behoeve van de secundaire bestemmingen, mits, de archeologische waarden van de gronden niet onevenredig worden aangetast.

 

 

Lid 3   Specifieke gebruiksregels

 

Zie de algemene gebruiksregels in artikel 12 van deze planregels.

 

 

Lid 4   Aanlegvergunning

 

1. Verbod

Op de voor waarde-archeologie aangewezen gronden is het verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning), de volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:

a)    Het uitvoeren van grondbewerkingen dieper dan 0,3 meter onder het maaiveld, zoals afgraven, diepploegen, egaliseren, frezen, scheuren van grasland, aanleg of rooien van bos, boomgaard of diepwortelende beplanting, aanbrengen van oppervlakteverhardingen, aanleggen van drainage, verwijderen van funderingen;

b)    het graven, dempen, dan wel verdiepen, vergroten of anderszins herprofileren van waterlopen, sloten en greppels;

c)    het aanleggen van leidingen dieper dan 0,3 meter onder het maaiveld.

 

2. Uitzonderingen:

Het in lid 4, onder 1, genoemde verbod is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:

a) het normale onderhoud of gebruik betreffen;

b) reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit plan.

 

3. Criteria voor verlening:

a)    De in lid 4, onder 1, genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.

b)    Alvorens over de aanvraag wordt beslist, dient de aanvrager een rapport te overleggen waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijjkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.

c)    Een rapport is niet noodzakelijk indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld. Deze informatie wordt dan als een rapport beschouwd.

 

 

Lid 5   Wijzigingsbevoegdheid

 

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de dubbelbestemming Waarde-Archeologie komt te vervallen, indien als gevolg van een nader archeologisch onderzoek is gebleken dat de archeologische waarden van de gronden niet behoudenswaardig zijn of niet langer aanwezig zijn.