Toelichting

 

1) Inleiding

 

1.1) Aanleiding voor deze partiële herziening

In het beleidskader Mantelzorg van de gemeente Venray is het gemeentelijk beleid tot mantelzorg uitgewerkt. Dit beleid is opgesteld om tegemoet te komen aan de toenemende maatschappelijke behoefte aan thuis- en mantelzorg en geschikte woningen hiervoor. Het beleidskader is vastgesteld door de gemeenteraad op 22 juni 2010. In dit beleidskader is als uitgangspunt genomen dat medewerking kan worden verleend via een projectbesluit. Deze procedure duurt vrij lang, maar het was de enige procedure waarmee mantelzorg mogelijk kon worden gemaakt. Door een recente wijziging van artikel 8.1.2 van het Besluit ruimtelijke ordening zijn echter de regels voor het opstellen van een partiële herziening versoepeld. Nu is het mogelijk om een ‘parapluplan’ (dat wil zeggen een partiële herziening van meerdere bestemmingsplannen) op te stellen voor de gehele gemeente, waarin een regeling voor mantelzorg wordt geformuleerd die geldig is voor alle bestemmingsplannen van Venray.

 

1.2) Begrenzing plangebied

De afwijkingsmogelijkheid in dit bestemmingsplan geldt voor alle woningen en bedrijfswoningen in het grondgebied van de gemeente Venray. Het betreft dus een partiële herziening van de volgende bestemmingsplannen, voor zover in deze plannen woningen en bedrijfswoningen zijn toegestaan:

 

Bedrijventerreinen

Uitbreidingsplan in onderdelen De Brier (1965)

(Industrieterrein) De Witte Vennen e.o. (1989)

De Witte Vennen e.o. - uitwerking recreatieve doeleinden (1994)

De Hulst (1979)

Intratuin Venray (2000)

Wanssum Haven- en Industrieterrein

Wanssum Haven en Industrieterrein, herziening mestverwerking

Keizersveld (1991)

(Industrieterrein) Smakterheide (1979)

Bedrijventerrein Smakterheide (1997)

Bedrijventerrein Smakterheide 2 e.o. (2000)

Bedrijventerrein Smakterheide herziening 1999 - regionaal milieustation (2001)

Industrieterrein Smakterheide - uitwerking kleine bedrijven 2001 (2002)

Industrieterrein Smakterheide - uitwerking kleine bedrijven dr. Kortmannweg (2003)

De Blakt (2007)

De Hulst II

Bedrijventerrein Agrobaan Ysselsteyn (2010)

 

Buitengebied

Buitengebied Meerlo-Wanssum

Partiele herziening Buitengebied Meerlo-Wanssum

Parc de Witte Vennen (2008)

Buitengebied Venray (2010) en/ of

- voor zover dit niet in werking is getreden -

Uitbreidingsplan in Hoofdzaken (1944-1968)

Buitengebied (incl 1e herz.) (1981+1982)

Buitengebied, 1e wijziging (1988)

Buitengebied, 2e wijziging (1989)

Buitengebied, 3e wijziging (1990)

Buitengebied, 4e wijziging (1990)

Buitengebied, 5e wijziging (1991)

Buitengebied, 6e wijziging (1992)

Buitengebied, herziening De Mulder Endepoel (2000)

Rijksweg A73 Noord (1989)

Rijksweg A73 Zuid (1989)

De Diepeling (1996)

Buitengebied, herziening Mengvoederbedrijf a/d Veulenseweg (2000)

 

Venray, centrum en de wijken

Brabander (=moederplan) (2000)

Brabander Aan den Heuvel - herzieningsplan 2006 (2007)

Brabander Aan den Heuvel - uitwerking cluster 1 (2004)

Brabander Aan den Heuvel - uitwerking clusters II t/m IV (2006)

Brabander, herziening 2004 (2004)

Burggraaf (1986)

Centrum (2007)

Centrum, 2e herziening (1982)

Circusterrein

De Wieen (1962)

De Wieënhof (medisch centrum)

De Gouden Leeuw Blok B

Jerusalem c.a. (2005)

Flatgebouwen Bach-en Mozartstraat

Gouden Leeuw (2003)

Molenklef (1981)

Oostelijke Woonwijk (1951+1955)

Overloonseweg 8a en 16a Venray

Parkweg 3 Venray

Servaashof (2005)

St. Antoniusveld herziening 1999 (2000)

Veltum (1966+1967)

Venray (2006)

Vlakwater (2009)

Vlakwater (1972)

Vlakwater II - uitwerking deelgebied Hoenderstraat-Merseloseweg (2000)

Vlakwater II (1985)

Wederopbouwplan Venray-kom 1965

Westsingel

Zuid I (1955)

 

DORPEN

Bestemmingsplan Ysselsteyn (1978)

Kern Wanssum ‘89

Kern Wanssum, herziening Kuiperhof

Wanssum UW de Cuyper

Wanssum UW de Cuyper II

Kern Blitterswijck

Kern Blitterswijck, herziening Nieuwstraat

Kern Geijsteren

Kern Geijsteren, Graaf van Schellaertstraat

Kern Geijsteren, Graaf van Schellaertstraat, Oostrumseweg

Kern Geijsteren, Graaf van Schellaertstraat, Gildeterrein

Kerkdorp Castenray (2004)

Kerkdorp Heide (2004)

Kerkdorp Leunen (2004)

Kerkdorp Merselo (2004)

Kerkdorp Oirlo (2004)

Kerkdorp Oostrum (2004)

Kerkdorp Smakt (2004)

Kerkdorp Veulen (2004)

Kerkdorp Vredepeel (2004)

Kerkdorp Ysselsteyn (2004)

Burgemeester Ponjeestraat

Achter de Jera te Ysselsteyn (2009)

Woningbouw Kerkhoek Oirlo (2010)

Horsterweg 70b Castenray (2010)

 

 

 

 

2) Beleidskaders

 

2.1) Rijksbeleid

 

Het rijk heeft bij diverse gelegenheden laten blijken dat zij het realiseren van passende huisvesting voor mantelzorg wil ondersteunen. Uit de parlementaire geschiedenis van de Wabo blijkt dat zij mede met dit doel wilden voorzien in een mogelijkheid in de Wabo om zonder omgevingsvergunning bij woningen een uitbreiding of een bijgebouw te bouwen ten dienste van bewoning door een persoon die vanwege zijn gezondheidstoestand is aangewezen

op de niet bedrijfsmatige zorg van een bewoner van de woning. Aangezien dit door de Tweede Kamer werd tegengehouden is de regering voornemens het op te nemen in de zogeheten ‘kruimelgevallenlijst’, kleine planologische afwijkingen waarvoor in de Wabo de reguliere procedure geldt. Deze wetswijziging heeft echter nog niet plaatsgevonden. De VROM-inspectie heeft in een eerder stadium ook aangegeven dat zij niet zouden ageren tegen gedoogconstructies van gemeenten met het doel mantelzorg toe te staan.

Het initiatief van de gemeente om via het parapluplan een lichte procedure vast te stellen voor mantelzorg past in de visie van de rijksoverheid, die gericht is op optimale en efficiënte ondersteuning van de mantelzorg.

 

2.2) Provinciaal beleid

 

De provincie Limburg heeft de belangrijkste uitgangspunten en streefdoelen op het gebied van mantelzorg verwoord in het document ‘Van elkaar voor elkaar’. Dit document is opgesteld in mei 2008.

De provincie Limburg wil op provinciaal en regionaal niveau investeren in de versterking van de informele zorgsector, complementair aan gemeentelijke verantwoordelijkheden en in

samenspraak met betrokken partijen. De volgende uitgangspunten heeft zij hierbij geformuleerd:

·     Ondersteuning van mantelzorg en vrijwilligerswerk is in de eerste plaats een verantwoordelijkheid van gemeenten (Wmo).

·     Zoveel mogelijk uitgaan van bestaande structuren en netwerken en kijken waar verbeteringen nodig en / of mogelijk zijn.

·     De provincie kan vooral van betekenis zijn in het totstandbrengen van vernieuwende concepten van informele zorg door partijen samen te brengen en kennis en kunde met elkaar te delen. 

Dit bestemmingsplan is in lijn met het provinciale beleid, nu het leidt tot een versoepeling van de procedure om mantelzorg in bijgebouwen toe te staan. Het neemt de drempel van een tijd – en kostenrovende procedure voor een belangrijk deel weg.

 

 

2.3) Gemeentelijk beleid.

 

Beleidskader Mantelzorg

De maatschappelijke behoefte aan thuis- en mantelzorg en aan geschikte woningen hiervoor neemt toe. Dit heeft meerdere oorzaken. Enerzijds demografische oorzaken, zo is er sprake van een “dubbele” vergrijzing: er zijn steeds meer ouderen die ook nog eens steeds ouder worden. Deze ouderen willen graag zo lang mogelijk zelfstandig, en als dat niet meer gaat, in hun vertrouwde woonomgeving blijven wonen. Het kunnen blijven wonen in de vertrouwde omgeving draagt bij aan het welzijn van ouderen en sluit aan bij de wens om meer keuzevrijheid voor burgers te creëren om tot op zekere hoogte zelf te kunnen bepalen voor welke vorm van huisvesting wordt gekozen. Daarnaast biedt het wonen in de nabijheid van kinderen goede mogelijkheden voor verzorging. Anderzijds is er sprake van ingrijpende veranderingen in het zorgstelsel: verpleeg- en verzorgingshuizen hanteren steeds strengere toelatingseisen. De verwachting is dat gezien de vergrijzing, bezuinigingen en personeelskrapte in de zorg de toelatingseisen alleen maar strenger zullen worden, zodat nog meer mensen een beroep zullen (moeten) doen op mantelzorg.

Mantelzorg betreft overigens niet alleen hulpbehoevende ouderen, het kan ook gaan om de zorg voor gehandicapte kinderen of andere familieleden.

 

Vanuit deze maatschappelijk behoefte willen wij de vraag naar huisvesting ten behoeve van mantelzorg tegemoet komen. Zelfstandige bewoning van een apart deel van de woning, een uitbouw, een aanbouw of een bijgebouw staat de bestaande regelgeving, zoals het ter plaatse geldende bestemmingsplan, over het algemeen niet toe. Een woning dient meestal voor de huisvesting van één huishouden. Ten behoeve van dit beleidskader heeft de gemeente de mogelijkheden onderzocht om de regelgeving op dit punt te verruimen. In de gemeentelijke woonvisie is opgenomen dat Venray initiatieven voor mantelzorg wil ondersteunen en dat de precieze voorwaarden nader zullen worden uitgewerkt.

 

De volgende uitgangspunten zijn in het beleidskader Mantelzorg opgesteld:

1) Het is niet de bedoeling om extra woningen toe te voegen aan de voorraad. Uitgangspunt blijft dat het gaat om één woning, waarvan een deel van het huishouden in een gedeelte van de woning, een uitbouw, aanbouw of bijgebouw is gevestigd (zogenaamde ‘afhankelijke’ woonruimte).

2) Het betreft een tijdelijke situatie. Na beëindiging van de mantelzorg dient het bijgebouw in principe niet meer gebruikt te worden en geschikt te zijn als zelfstandige woning. Er zal ook geen apart huisnummer worden toegekend. Hierdoor zijn er overigens ook geen gevolgen voor de GBA, WOZ- waardebepaling enz.

3) De regeling moet eenvoudig zijn, met andere woorden we willen onnodige administratieve lasten voor de burger en/of de gemeente voorkomen. Het is dan ook niet wenselijk om bijvoorbeeld met  persoonsgebonden overeenkomsten, zware toetscriteria enz. te gaan werken.

4) De procedure moet zo kort mogelijk zijn, maar wel voldoen aan de wettelijke kaders.

 

Met de regeling in dit parapluplan wordt het laatste punt, een korte maar zorgvuldige procedure, nader ingevuld en kan het beleidskader verder worden uitgevoerd.

 

 

 

3) Stedenbouwkundige aspecten

 

Het gebruik van het bijgebouw mag niet leiden tot onevenredige aantasting van de omgeving. Zo moet het bijgebouw zo veel mogelijk een ruimtelijke eenheid vormen met de woning. De ligging moet stedenbouwkundig aanvaardbaar zijn en passen binnen de gemeentelijke welstandsnota ‘Ruimtelijke kwaliteit in Venray’. Omdat hiervoor geen algemene criteria kunnen worden opgesteld, zal dit per geval worden beoordeeld. Ook zal een eventuele aanvraag om een omgevingsvergunning voor bouwen worden beoordeeld door de gemeentelijke welstandscommissie ARK.

 

 

 

 

4) Uitgangspunten en randvoorwaarden

 

De randvoorwaarden van het beleidskader zijn doorvertaald in de voorwaarden zoals die gelden voor het toestaan van een afwijking van het bestemmingsplan.

 

4.1) Mantelzorgindicatie

Er moet sprake zijn van een zorgbehoefte en daarvan afgeleide noodzaak tot huisvesting ten behoeve van mantelzorg. Om deze toets niet te ingewikkeld te maken en om de aanvrager geen onnodige kosten te bezorgen, zal de mantelzorgindicatie worden vastgesteld door het gemeentelijke Zorgloket. Dit gebeurt aan de hand van een huisbezoek door de Wmo consulent of een extern deskundige.  

De aanvrager zal tevens worden gewezen op mogelijke aanpassingen die vergoed worden in het kader van de Wmo. De brochure ‘Wij maken het u gemakkelijk’ is hierbij een handig hulpmiddel.

 

4.2)      Bouwtechnische eisen

Om onveilige situaties te voorkomen, moet een mantelzorgvoorziening in principe voldoen aan de voorschriften uit het Bouwbesluit die voor een ‘normale’ woning gelden.

 

De mantelzorgvoorziening moet bij voorkeur levensloopbestendig zijn, volgens het Woonkeur (zie begrippenlijst). Dit is geen verplichting omdat elke zorgbehoevende weer andere zorg nodig heeft en omdat de woning toch persoonsgebonden én tijdelijk bedoeld is. Dat zou alleen maar leiden tot onnodige investeringen. Het is echter vanzelfsprekend dat de mantelzorgvoorziening geschikt moet zijn voor de persoon die hulpbehoevend is, zodat hij/zij met zijn/haar beperkingen normaal gebruik kan maken van de woning. De mantelvoorziening moet daarom aansluiten bij het leef-/voorzieningen gemak van een nultredenwoning. Dit betekent dat de woning gelijkvloers moet zijn, voor de hulpbehoevende toe- en doorgankelijk moet zijn (zonder drempels of obstakels) en zonder beperkingen gebruik kan worden gemaakt van de badkamer en het toilet. Ook dient rekening gehouden te worden bij de inrichting/bouw van de woning met toenemende beperkingen in de toekomst.

 

4.3)      Omvang

Op dit moment gelden verschillende maximale oppervlakten van bijgebouwen bij woondoeleinden in bestemmingsplannen. Voor het gebruik als mantelzorgvoorziening sluiten wij aan bij de meest ruime variant, te weten maximaal 70 m2 onder de voorwaarde dat maximaal 40% van het achtererf wordt bebouwd. De verwachting is dat hiermee in de meeste gevallen kan worden voldaan aan de wensen vanuit mantelzorg. Dit terwijl de stedenbouwkundige uitstraling zo min mogelijk wordt aangetast.

 

4.4) Omgevingsvergunning

In iedere omgevingsvergunning waarbij gebruik gemaakt wordt van de afwijkingsmogelijkheid voor mantelzorg zal de voorwaarden worden opgenomen dat het gebruik als zelfstandige woning moet worden beëindigd op het moment dat geen behoefte meer is aan mantelzorg. Wanneer aan deze voorwaarde niet meer wordt voldaan vervalt het recht op de omgevingsvergunning. De m2 zal met een situatietekening bij de aanvraag moeten worden geregeld (waarbij de tekening onderdeel gaat uitmaken van de vergunning).

 

 

 

 

5) Juridische opzet

 

Normaal gesproken gaat een bestemmingsplan gepaard met een verbeelding. In dit geval is dat voor het merendeel van de plannen niet noodzakelijk omdat het een partiële herziening betreft van de voorschriften c.q. regels van meerdere bestemmingsplannen. Hierbij behoeven de plankaarten c.q. verbeeldingen van deze bestemmingsplannen niet te worden aangepast. Ten behoeve van de vaststelling van de partiële herziening voor de bestemmingsplannen “Woningbouw Kerkhoek Oirlo”, “Overloonseweg 8a en 16a Venray”, “Parkweg 3 Venray”, “Bedrijventerrein Agrobaan Ysselsteyn”, “Buitengebied”, “Horsterweg 70b Castenray” en “De Gouden Leeuw Blok B” moet echter voldaan worden aan de eisen voor digitale bestemmingsplannen. Hiertoe is een digitale verbeelding opgesteld, die bij de bestemmingsplanstukken is gevoegd.

 

Toelichting op de planregels

Artikel 1

De begrippen zijn overgenomen uit het Beleidskader mantelzorg.

 

Artikel 2

Er is een algemene afwijkingsregel opgenomen (voorheen bekend als binnenplanse vrijstelling of binnenplanse ontheffing). Aan de afwijking zijn voorwaarden verbonden die voortkomen uit het gemeentelijke beleidskader. Bij een aanvraag om een afwijking van het bestemmingsplan zal betrokkene moeten motiveren waarom zijn initiatief passend is binnen deze randvoorwaarden.

Toegevoegd is dat maximaal 40% van het achtererf mag worden bebouwd. Dit is namelijk niet in elk bestemmingsplan zo opgenomen.

Ook is opgenomen dat moet worden voldaan aan een goede milieuhygiënische uitvoerbaarheid. Dat wil zeggen dat initiatiefnemer moet aantonen dat omliggende bedrijven niet in hun bedrijfsvoering worden geschaad doordat het bijgebouw gebruikt zal worden voor bewoning. Of eventueel onderzoeken noodzakelijk zijn is sterk afhankelijk van de ligging van het bijgebouw. Initiatiefnemers kunnen dan met de gemeente Venray contact opnemen over de eventuele noodzaak van milieutoetsen.

De ecologische en cultuurhistorische waarden mogen niet worden geschaad door het in gebruik nemen van de voorziening voor mantelzorg. Er moet bijvoorbeeld rekening worden gehouden met de aanwezigheid van uilen en vleermuizen in oude schuren (ecologische waarden, hier geldt een zorgplicht op grond van de Flora- en Faunawet). Ook bij cultuurhistorisch waardevolle of monumentale panden moet gemotiveerd worden waarom het gebruik van mantelzorg wel passend is.

De voorwaarde dat het gebruik voor zelfstandige bewoning beëindigd moet worden wanneer er ter plaatse geen sprake meer is van behoefte aan mantelzorg, wordt opgenomen in de omgevingsvergunning.

 

 

 

 

6) Handhaving

 

De regeling is bedoeld om te kunnen voorzien een tijdelijke behoefte, het is uitdrukkelijk niet de bedoeling om een tweede woning te realiseren. De voorwaarden van dit bestemmingsplan zullen dan ook expliciet als voorwaarden aan de omgevingsvergunning worden verbonden. Na beëindiging van de mantelzorg moet het bijgebouw in oorspronkelijke staat worden teruggebracht, zodat het niet meer geschikt is als zelfstandige woning.  

Indien de eigenaar het bijgebouw wil blijven gebruiken voor woondoeleinden (of andere doeleinden die niet passen in het bestemmingsplan), zal hij/zij hiervoor een nieuw verzoek moeten indienen bij de gemeente en zal een nieuwe afweging worden gemaakt.

De Afdeling Veiligheid en Handhaving zal er actief en reactief op toezien dat geen misbruik optreedt van de voorzieningen die zijn toegestaan in het kader van mantelzorg. In de jaarlijkse evaluatie van het beleidskader zal worden gemonitord of er voldoende uren geraamd zijn voor handhaving.

 

 

 

 

7) Belangen van derden

 

Dit bestemmingsplan geldt voor het gehele grondgebied van Venray. Het is dan ook niet te voorspellen welke belangen van derden bij de specifieke afwijkingen ten behoeve van mantelzorgwoningen in het geding kunnen komen. Dit hangt sterk af van de locatie en van persoonlijke omstandigheden. In het algemeen is de gemeente Venray van oordeel dat door de aansluiting bij de standaard regeling in het bestemmingsplan dat maximaal 70 m2 gebruikt mag worden voor mantelzorg, wat aansluit bij de maximale oppervlakte van bijgebouwen, de stedenbouwkundige impact van deze nieuwe mogelijkheden beperkt zijn. Ook is over het algemeen niet te verwachten dat door het verstrekken van informele zorg overlast zou ontstaan voor omwonenden.

Belanghebbenden kunnen tegen een omgevingsvergunning ageren door middel van een bezwaar- en beroepschrift. Op deze manier kunnen zij hun belangen kenbaar maken. Hiermee is voldoende geborgd dat niet aan de belangen van derden voorbij wordt gegaan.

 

 

 

 

8) Uitvoerbaarheid

 

De kosten voor het aanbrengen van de voorzieningen voor mantelzorg en de bouw zijn voor rekening van betrokkenen zelf. Doordat geen projectprocedure meer behoeft te worden gevolgd zullen de kosten voor de procedure aanzienlijk dalen. De reguliere procedure van de Wabo is nu immers van toepassing en niet de uitgebreide procedure met alle verplichte procedurele stappen van dien.

 

 

 

 

9) Procedure

 

Dit bestemmingsplan is in het kader van het wettelijk verplichte vooroverleg toegezonden aan de provincie Limburg, de VROM-inspectie en het Waterschap Peel en Maasvallei. Daarnaast is het Platform Mantelzorg Limburg aangeschreven en uitgenodigd een reactie te geven op het plan. Alle instanties zijn akkoord gegaan met dit bestemmingsplan.

Besluitvorming over het ontwerp bestemmingsplan door het college van burgemeester en wethouders vindt plaats op 25 januari 2011. Het ontwerp bestemmingsplan zal ter inzage liggen van 4 februari tot en met 17 maart 2011. In deze periode is het voor eenieder mogelijk om zienswijzen in te dienen tegen het bestemmingsplan.

Hierna volgt op zo kort mogelijke termijn vaststelling van het bestemmingsplan door de gemeenteraad. Op welke termijn het bestemmingsplan kan worden vastgesteld is afhankelijk van de aard en inhoud van eventuele zienswijzen.

 

 

 

 

Bijlage 1: Beleidskader mantelzorg

 

Link naar bijlage 1: Beleidskader mantelzorg