a
Binnen de gebiedsaanduiding ‘veiligheidszone –
lpg – groepsrisico’ geldt dat kantoren en dienstverlenende bedrijven met een
bedrijfsvloeroppervlakte van meer dan
b
Burgemeester
en wethouders zijn bevoegd om de aanduiding als bedoeld in sub a te wijzigen of
(gedeeltelijk) te laten vervallen indien:
1
uit nader
onderzoek is gebleken dat de risicovolle inrichting buiten werking is gesteld;
2
uit
onderzoek is gebleken dat door een wijziging van de bedrijfsvoering in de
risicovolle inrichting de groepsrisicocontour kleiner is geworden of dat door
aangepaste wet- en regelgeving, nieuwe inzichten, dan wel nieuwe rekenmethoden
een kleinere groepsrisicocontour geldt.