17.1
Bestemmingsomschrijving
a
De voor ‘Waarde – Beschermd dorpsgezicht’ aangewezen
gronden zijn, naast andere bestemmingen, mede bestemd voor het behoud van ter plaatse bestaande
bebouwing, bouwwerken en onbebouwde- en bebouwde gronden, zowel afzonderlijk
als in hun onderlinge samenhang, die een beeld opleveren dat van algemeen
belang is vanwege de schoonheid, de betekenis voor de wetenschap, de
cultuurhistorische waarde en de ruimtelijke structurele samenhang.
b Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de overige aangewezen dubbelbestemmingen, bestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 27.
Op
de tot ‘Waarde- Beschermd dorpsgezicht’ aangewezen gronden mag slechts worden
gebouwd indien en voor zover zulks verenigbaar is met het beheer, de
ontwikkeling en het behoud van de karakteristiek van het beschermd
dorpsgezicht, zoals als beschreven in de ‘Atlas ruimtelijke kwaliteit Noorbeek
en de Wesch’, en mits vooraf advies van de Monumentencommissie is gevraagd, met
dien verstande dat:
a
geen
wezenlijke veranderingen worden aangebracht aan de aanwezige cultuurhistorische
waarden en kwaliteiten en mits dit niet leidt tot een aantasting van de
karakteristiek van het ruimtelijk beeld;
b
bebouwing
mogelijk is krachtens de onderliggende bestemming.
17.3 Aanlegvergunning
17.3.1 Aanlegvergunning
Het
is verboden op of in de tot ‘Waarde - Beschermd dorpsgezicht’ aangewezen
gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester
en Wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of
werkzaamheden uit te voeren:
a het ophogen, egaliseren en ontginnen van
gronden, waarbij de hoogte van het maaiveld met meer dan
b het bodemverlagen of afgraven van gronden
waarvoor geen ontgrondingvergunning is vereist, waarbij de hoogte van het
maaiveld met meer dan
c het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, voet-, ruiter- of rijwielpaden, banen of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, anders dan de normale verhardingswerkzaamheden bij woningen zoals garage-inritten, terrasverhardingen en tuinpaden;
d Het rooien van bomen en opgaande beplanting zoals hagen en heggen, anders dan voor effectuering van een bouwvergunning.
17.3.2 Uitzonderingen
Het
in lid 17.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing voor:
a werkzaamheden, normale
onderhoudswerkzaamheden zijnde;
b werken of werkzaamheden van ondergeschikte
betekenis;
c werken of werkzaamheden binnen het kader van
het normale bodemgebruik;
d werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde of verleende vergunning, ontheffing of anderszins mogen worden uitgevoerd.
17.3.3 Toelaatbaarheid
De
werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 17.3.1 zijn slechts toelaatbaar
indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct
hetzij indirect te verwachten gevolgen de in 17.1 genoemde waarden en
doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast dan wel de
mogelijkheden voor het herstel van de eerstbedoelde waarden niet wezenlijk
worden of kunnen worden verkleind, en mits vooraf advies is gevraagd van de
Monumentencommissie.