Inhoud
 
Gemeente:
Kerkrade
PlanNaam:
Heilust
Status:
Vastgesteld
Datum:
08-01-2013

Artikel 11 Algemene procedureregels

 

11.1 Procedures

 

11.1.1 Nadere eisen

Bij het stellen van nadere eisen, worden in ieder geval de volgende procedureregels in acht genomen:

  1. het ontwerp-besluit ligt, met de daarop betrekking hebbende stukken, gedurende zes weken voor belanghebbenden ter inzage ter gemeentesecretarie;

  2. burgemeester en wethouders maken de terinzage legging tevoren bekend in een of meer dag- of nieuwsbladen, die in de gemeente worden verspreid;

  3. in deze kennisgeving wordt vermeld dat belanghebbenden gedurende de termijn van terinzage legging schriftelijk zienswijzen omtrent de aanvraag of het ontwerpbesluit kunnen indienen bij burgemeester en wethouders;

  4. indien tegen het ontwerpbesluit zienswijzen naar voren zijn gebracht, wordt het besluit met redenen omkleed;

  5. burgemeester en wethouders delen aan hen die hun zienswijzen naar voren hebben gebracht de beslissing daaromtrent mede.

 

11.1.2 Afwijkingsbevoegdheden

Bij een afwijking van het bestemmingsplan op basis van een afwijkingsbevoegdheid die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in paragraaf 3.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.

 

11.1.3 Wijzigingsbevoegdheid

Bij een wijziging van het bestemmingsplan op basis van een wijzigingsbevoegdheid die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding de procedure als bedoeld in artikel 3.9a van de Wet ruimtelijke ordening van toepassing.

 

11.1.4 Uitwerking

Bij een uitwerking van het bestemmingsplan op basis van een uitwerkingsplicht die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding de uniforme openbare voorbereidingsprocedure als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

 

11.2 Voorwaarden

Alvorens tot afwijking, wijziging of uitwerking als bedoeld in respectievelijk artikel 10 en 11 te besluiten, dient in ieder geval door middel van onderzoek aangetoond te zijn, dat:

  1. sectorale aspecten, zoals geluid, bodem, lucht, water, archeologie en flora & fauna geen belemmering opleveren, c.q. dat de daarvoor geldende normen niet zullen worden overschreden;

  2. afwijking, wijziging of uitwerking uit oogpunt van externe veiligheid verantwoord is.