Gezondheidscentrum Kerklaan Neerbeek
Status: | Vastgesteld |
Idn: | NL.IMRO.0888.BPGEZONDNEERBEEK13-VA01 |
Hoofdstuk 3 Algemene regels
Artikel 5 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 6 Algemene gebruiksregels
6.1 Strijdig gebruik
Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de in het plan aan de grond gegeven bestemming.
Onder een strijdig gebruik met de bestemming wordt tenminste verstaan:
gebruik voor opslag, al dan niet voor de verhuur of de verkoop van machines, voer- of vaartuigen, welke bruikbaar en niet aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken zijn, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden;
het gebruik voor het opslaan, storten of bergen van bruikbare en/of onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen of producten behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gericht gebruik van de grond;
voor het plaatsen van kampeerwagens, caravans, kampeerauto's, kampeertenten en vaartuigen, tenzij het betreft de stalling van één van dergelijke onderkomens per perceel en behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van gronden;
voor het opslaan van hout en aannemersmaterialen, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
het (laten) gebruiken van gronden en gebouwen ten behoeve van een seksinrichting, prostitutie en straatprostitutie.
6.2 Uitzondering strijdig gebruik
Onder een gebruik strijdig met de bestemming, wordt niet verstaan:
het gebruiken of het laten gebruiken van gronden ten behoeve van kortstondige, incidentele evenementen, festiviteiten en manifestaties, indien en voor zover daardoor ingevolge een wettelijk voorschrift vergunning of ontheffing vereist is en deze is verleend;
het aanleggen of laten aanleggen van kabels en/of leidingen:
die, voor zover het aardgastransportleidingen betreft, een diameter hebben van minder dan 4" en/of een druk van minder dan 40 bar;
die, voor zover het transportleidingen voor brandbare vloeistoffen van de K1-, K2- en K3-categorie betreft, een diameter hebben van minder dan 4";
waarvoor, indien en voor zover voor de aanleg een aanlegvergunning is vereist, deze is verleend.
Artikel 7 Algemene aanduidingsregels
7.1 Geluidzone – industrie
7.1.1 Algemeen
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'geluidzone - industrie', ter aanduiding van de industriële geluidzone van een bedrijventerrein, gelden voor die gronden in afwijking van hetgeen in de overige regels is bepaald de navolgende aanvullende bouwregels.
7.1.2 Bouwregels
Op de gronden gelegen binnen de gebiedsaanduiding 'geluidzone - industrie' mogen geen nieuwe woningen, dan wel nieuwe andere geluidgevoelige bebouwing worden opgericht.
7.1.3 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de aanduiding wijzigen in die zin dat de zone wordt aangepast indien daartoe als gevolg van wijziging in gebruik, bedrijfsvoering, regelgeving of vergunningverlening aanleiding bestaat.
7.2 Vrijwaringszone - weg (0-50 meter)
7.2.1 Algemeen
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - weg (0-50 meter)' gelden voor die gronden in afwijking van hetgeen in de overige regels is bepaald de navolgende aanvullende regels.
7.2.2 Bouwregels
Op de gronden gelegen binnen de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - weg (0-50 meter)' mogen geen gebouwen en andere bouwwerken worden opgericht, anders dan ten behoeve van verkeersgeleiding en vervangende nieuwbouw, met uitzondering van bebouwing binnen het bouwvlak.
7.3 Vrijwaringszone - weg (50-100 meter)
7.3.1 Algemeen
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - weg (50-100 meter)' gelden voor die gronden in afwijking van hetgeen in de overige regels is bepaald de navolgende aanvullende regels.
7.3.2 Bouwregels
Op de gronden gelegen binnen de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - weg (50-100 meter)' mogen geen gebouwen en andere bouwwerken worden opgericht, anders dan ten behoeve van verkeersgeleiding en vervangende nieuwbouw, met uitzondering van bebouwing binnen het bouwvlak.
7.3.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegde gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 7.3.2 ten behoeve van het oprichten van bebouwing als toegestaan ingevolge de andere daar geldende bestemming en voor zover de verkeersbelangen niet onevenredig worden aangetast, gehoord de wegbeheerder.
Artikel 8 Algemene afwijkingsregels
8.1 Afwijken
Indien niet op grond van een andere bepaling van deze planregels afgeweken kan worden middels een omgevingsvergunning, is het bevoegd gezag bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van de desbetreffende bepalingen van het plan voor:
het afwijken van de voorgeschreven maten ten aanzien van goothoogten, bouwhoogten, dakhellingen, inhoudsmaten, bouwperceelsgrensafstanden en bebouwde oppervlakten met ten hoogste 10 %;
het bouwen van niet voor bewoning bestemde bouwwerken van openbaar nut, alsmede religieuze doeleinden zoals wachthuisjes, transformatorhuisjes, schakelhuisjes, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, monumenten, kapellen en naar aard en omvang daarmee gelijk te stellen bouwwerken, mits:
de oppervlakte niet meer bedraagt dan 15 m²;
de goothoogte niet meer bedraagt dan 3 meter;
de bouwwerken naar aard en afmetingen passen in het plan, met dien verstande, dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer dan 10 meter mag bedragen;
voor zover het betreft gronden gelegen binnen de bestemmingen ‘Waarde - Archeologie 3’ tevens het bepaalde in de artikelen betreffende afwijken van de bouwregels: 4.3 in acht worden genomen;
geringe afwijkingen, welke in het belang zijn van een ruimtelijk beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken of welke noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein;
het in geringe mate afwijken van een bestemmingsgrens, alsmede de vorm van bouwvlakken, voor zover zulks noodzakelijk en/of wenselijk is om het plan aan de bij uitmeting blijkende werkelijke toestand van het terrein aan te passen;
het oprichten van voorzieningen ten dienste van het ontvangen en zenden van radio- en televisiesignalen, voor zover deze voorzieningen van geringe horizontale afmetingen zijn en mits de hoogte niet meer bedraagt dan 15 meter voor antennes voor privé-gebruik en niet meer dan 30 meter voor antennes voor gemeenschappelijk gebruik;
8.2 Afwegingskader
Een in 8.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
het straat- en bebouwingsbeeld;
de landschappelijke waarde;
de milieusituatie;
de verkeersveiligheid;
de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
de sociale veiligheid;
de externe veiligheid.
Artikel 9 Algemene wijzigingsregels
9.1 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten aanzien van de plaats van de bestemmingsgrenzen, voor zover de afwijking van geringe aard is en ten aanzien van andere ondergeschikte punten, wanneer dit met het oog op de praktische uitvoering gerechtvaardigd is respectievelijk indien de aanpassing aan de terreingesteldheid dit noodzakelijk maakt en de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad.
9.2 Afwegingskader
Ter beoordeling van de toelaatbaarheid van de in 9.1 genoemde wijzigingsregels vindt een evenredige belangenafweging plaats, waarbij betrokken worden:
de mate waarin waarden, die het plan beoogt te beschermen, kunnen worden geschaad;
de mate waarin de belangen van gebruikers en/of eigenaren van de aanliggende gronden worden geschaad;
de mate waarin de uitvoerbaarheid, waaronder begrepen de milieutechnische-, de waterhuishoudkundige-, de archeologische-, de ecologische-, de verkeerstechnische toelaatbaarheid en de stedenbouwkundige inpasbaarheid is aangetoond.
Artikel 10 Algemene procedureregels
10.1 Nadere eisen
Bij het stellen van nadere eisen dient bij de voorbereiding van het betreffende besluit de volgende procedure te worden gevolgd:
Het ontwerp van het besluit met bijbehorende stukken ligt gedurende drie weken ter inzage.
Burgemeester en wethouders maken de terinzagelegging tevoren in een of meer in de gemeente verspreid wordende dag- en/of nieuwsbladen bekend.
In het voorkomende geval wordt tevens de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen, naar aanleiding waarvan de nadere eisen worden gesteld, tevoren schriftelijk in kennis gesteld van de terinzagelegging.
De bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid voor belanghebbenden om gedurende de termijn van terinzagelegging schriftelijk zienswijzen omtrent het ontwerpbesluit in te dienen bij burgemeester en wethouders.
Burgemeester en wethouders nemen zo spoedig mogelijk een beslissing. De beslissing is, als tegen het ontwerpbesluit zienswijzen zijn ingediend, gemotiveerd.
Artikel 11 Overige regels
11.1 Andere wettelijke regelingen
Indien en voor zover in deze planregels wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.
11.2 Noodzaak bodemonderzoek
Bij nieuw op te richten gebouwen dient, voor zover daarin (nagenoeg) voortdurend mensen verblijven, inzicht te worden verschaft in de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem aan de hand van een in te stellen bodemonderzoek. Dit geldt eveneens voor locaties waarvan de bestemming gewijzigd wordt middels een daartoe opgenomen wijzigingsbevoegdheid. De omgevingsvergunning voor het bouwen zal niet eerder worden verleend dan nadat (een deel van) de gronden, indien nodig, zijn gesaneerd en geschikt gemaakt voor de toekomstige functie.