Plan:
Grote Boslocatie
Status:
vastgesteld
Versie:
1
Plantype:
ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
IMRO-idn:
NL.IMRO.08820000BPGBL0013122007-
Artikel 19 Water: WA.

Lid A. Doeleindenomschrijving.

De op de plankaart als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • het ontvangen, vasthouden, (tijdelijk) bergen en/of afvoeren van water, eventueel gecombineerd met infiltratie van water in de bodem;
  • het ontvangen, tijdelijk bergen en daarna geleidelijk lozen dan wel verzinken van water ter plaatse van de aanduiding “regenwaterbuffer” op de plankaart;
  • bescherming, beheer en onderhoud van de watergang.
  • Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen:
  • de op de plankaart aangeduide “leiding”;
  • het op de plankaart aangeduide differentiatievlak “ecologische structuur”,

zijn ook de desbetreffende bepalingen van deze voorschriften van toepassing.

Lid B. Beschrijving in hoofdlijnen.

Ter verwezenlijking van de onder lid A. beschreven doeleinden wordt, met inachtneming van het bepaalde in artikel 8, het volgende beleid gevoerd:

  1. ter zake het ontvangen, vasthouden, (tijdelijk) bergen en/of afvoeren dan wel infiltratie van het water wordt gestreefd naar een functionele en zo natuurlijk mogelijke wijze van waterbeheer en waterhuishouding. De bestaande primaire wateren (watergangen en wegwaterlossingen) en regenwaterbuffers, in beheer bij het waterschap, worden daartoe gehandhaafd.
  2. voor het te voeren beleid wordt verwezen naar het Waterbeheersplan van het Waterschap Roer en Overmaas. De vorm en inrichting van het primaire water dienen invulling te geven aan de hydrologische eisen van een duurzaam veilig watersysteem (voldoende capaciteit ter voorkoming van wateroverlast) evenals aan de toegekende specifiek of algemeen ecologische functie.
  3. ter zake bescherming, beheer en onderhoud is op de primaire wateren de regelgeving van de Keur van het waterschap van toepassing.

Lid C. Gebruik van de grond voor bebouwing.

  1. boven of op de tot “water” aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
  • bouwwerken van geringe omvang, welke noodzakelijk zijn voor het beheer en onderhoud van de watergang en/of de regenwaterbuffer,

met dien verstande, dat:

  1. de hoogte ten hoogste 3.00 m mag bedragen.