De voor "Agrarisch met waarden
" aangewezen gronden zijn bestemd voor de uitoefening van
een agrarisch bedrijf, met uitzondering voor intensieve veehou-derij en
intensieve teelten als glastuinbouw, vollegrondstuinbouw en bomenteelt en
daarin begrepen het behoud en/of herstel van de
aldaar voorkomende (of in potentie aanwezige) waarden.
Op de voor
"Agrarisch met waarden" aangewezen gronden mag niet worden gebouwd,
met uitzondering van erfafscheidingen, geen gebouwen zijnde.
a. er mogen uitsluitend erfafscheidingen worden geplaatst;
b. de hoogte van de erfafscheidingen mag niet meer dan 1,5
meter bedragen;
c. de erfafscheidingen dienen naar aard en afmetingen bij
deze bestemming te passen.
a. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen
aan de plaats en de afmetingen
van de bebouwing ten behoeve van:
1. de landschappelijke waarde van
het gebied;
2. het straat- en bebouwingsbeeld;
3. de milieusituatie;
4. de verkeersveiligheid;
5. de gebruiksmogelijkheden van de
aangrenzende gronden;
b. Deze nadere eisen kunnen uitsluitend worden gesteld met
het oog op de verbetering
van de landschappelijke en/of stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving.
Zie Algemene
gebruiksbepaling, artikel 8.
Tot een met de bestemming strijdig gebruik als bedoeld in artikel 7.10
Wro, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden en opstallen
anders dan het toegestane gebruik op grond van het bepaalde in lid 3.1, meer in
het bijzonder:
a. als staan- of ligplaats voor onderkomens behoudens voor
zover en voor zolang de aanwezigheid
van onderkomens nodig is in verband met de tot “3.1"
uit te voeren werken of werkzaamheden;
b. voor stortdoeleinden van al dan niet aan het gebruik
onttrokken voorwerpen, stoffen en
materialen;
c. als staanplaats voor wagens, geschikt en bestemd voor de
uitoefening van handel;
d. voor sport-, wedstrijd- of speelterreinen,
parkeerterreinen, zwemgelegen- heden
of buitenmaneges;
e. voor het beproeven van voertuigen; voor de beoefening
van de motorsport; voor het
houden van wedstrijden met motorrijtuigen of bromfietsen, met uitzondering van rally's en
puzzelritten; voor het racen of crossen met motorrijtuigen
of bromfietsen;
f. voor ambachtelijke en/of industriële doeleinden;
g. voor detailhandel en groothandel;
h. voor transport- en/of garagebedrijven;
i. voor horecadoeleinden;
j. voor permanente of tijdelijke bewoning;
k. voor opslagdoeleinden, uitgezonderd opslagdoeleinden,
die verband houden met de
agrarische bedrijfsvoering, alsmede met een winterberging van onderkomens;
l. voor militaire oefeningen met uitzondering van
marsoefeningen waarbij geen gebruik
wordt gemaakt van voertuigen;
m. voor het winnen van bosstrooisels en mos;
n. voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde of
van werkzaam-heden, geen
normale onderhoudswerkzaamheden zijnde, ten behoeve van doeleinden als omschreven in dit lid onder a t/m n.
Deze
gelden voor de hierna genoemde ontwikkelingen / veranderingen, waarbij voor de
juridische regeling verwezen wordt naar artikel 9 en de hierna genoemde
specifieke onderdelen daarvan:
9.1 algemeen
- Het
verlagen, vergraven, ophogen of egaliseren van de bodem.
- Het
diepploegen, diepwoelen of het uitvoeren van andere ingrepen in de bodem, allen dieper dan 0,50 m, waaronder ook
begrepen de aanleg van leidingen.
- Het
graven, dempen, danwel verdiepen, vergroten of anderszins herprofileren van waterlopen, sloten en greppels.
- Het
vellen of rooien van bos.
- Het
verwijderen van landschapselementen.
- Het
verwijderen van onverharde wegen of paden.
- Het
aanleggen en / of verharden van wegen of paden, dan wel het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen,
voorzover groter dan 200 m2.
- Het
beplanten van gronden met opgaand houtgewas ten behoeve van tuinbouw, bomenteelt of agrarische
houtteelt.
Zie hiervoor artikel 10.