In
deze regels wordt verstaan onder:
·
plan:
het bestemmingsplan “Woningbouw Doelstraat te Hoogerheide” van de gemeente
Woensdrecht;
·
bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.INRO.0873.HOWOxBP235xHERZx49
met de bijbehorende regels;
·
aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid,
waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten
aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
·
aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
·
aaneengebouwde woning:
een woning die onderdeel uitmaakt van een blok van meer dan twee aaneengebouwde woningen, niet zijnde gestapelde woningen;
·
aangebouwd bijgebouw:
een met een overlap van minimaal 1,2 meter aan het hoofdgebouw, geheel of
gedeeltelijk, verbonden gebouw; anders is sprake van een vrijstaand bijgebouw;
·
afhankelijke woonruimte:
een bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning
en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg
gewenst is;
·
agrarisch bedrijf:
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel
van het
telen van gewassen (houtteelt daaronder begrepen) en/of het houden van
dieren;
·
archeologisch verwachtingsgebied:
gebied, aangegeven op een archeologische waardekaart,
waarvan is aangegeven dat in bepaalde mate archeologische vondsten of sporen te
verwachten zijn;
·
bebouwd oppervlak:
het totaal van de oppervlakten van bouwwerken voor zover deze een grotere
hoogte hebben dan 1,2 meter, met dien verstande dat pergola's,
erf-/perceelafscheidingen, e.d. buiten beschouwing worden gelaten;
·
bebouwing:
één of meer gebouwen
en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
·
bebouwingspercentage:
een in de planregels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van
het terrein aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;
·
bedrijfsgebouw:
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
·
bedrijfswoning/dienstwoning:
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts
bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op
de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
·
begeleid wonen:
een woonvorm waar bewoners nagenoeg zelfstandig wonen met (voorzieningen
voor) verzorging en begeleiding (ook 24-uursbegeleiding);
·
beroep aan huis:
een dienstverlenend beroep, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend,
waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een
ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in
overeenstemming is;
·
beroeps- c.q. bedrijfsvloeroppervlakte:
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een beroep
aan huis c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling,
inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
·
bestemmingsgrens:
de grens van een
bestemmingsvlak;
·
bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
·
bijgebouw:
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm
onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht
ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
·
bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of
veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of
gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
·
bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
·
bouwlaag:
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij
benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met
inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
·
bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige,
bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
·
bouwperceelgrens:
de grens van een bouwperceel;
·
bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar
ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn
toegelaten;
·
bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander
materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij
direct of indirect steun vindt in of op de grond;
·
carport:
een dakconstructie, hoofdzakelijk bedoeld voor de stalling van voertuigen,
aan maximaal drie zijden begrensd door wanden, waarvan in ieder geval de naar
feitelijke voorgevel gekeerde zijde geen wand heeft;
·
cultuur en ontspanning:
het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten gericht op spel, vermaak en
ontspanning, waaronder musea en toeristische attracties;
·
Cultuurhistorische Waardenkaart:
door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant vastgestelde kaart met
indicatieve archeologische waarden, versie 26 september 2006;
·
dak:
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
·
dakopbouw:
een toevoeging aan de bouwmassa door het verhogen van de nok of de dakrand
van het dak, dat het silhouet van het oorspronkelijke dak verandert;
·
detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop),
verkopen, verhuren en/of leveren van goederen aan personen die die goederen
kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de
uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waaronder grootschalige
detailhandel, volumineuze detailhandel, tuincentrum en supermarkt;
·
dienstverlenend bedrijf en/of
dienstverlenende instelling:
bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van
economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen
kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar de aard daarmee
gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een
garagebedrijf en een seksbedrijf;
·
dienstverlening:
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij publiek rechtstreeks (al
dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder belwinkel
en internetcafé;
·
eerste bouwlaag:
de bouwlaag op de begane grond;
·
gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of
gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
·
geluidbelasting vanwege industrieterrein:
de etmaalwaarde van het equivalente geluidniveau in dB(A) op een bepaalde
plaats, veroorzaakt door de gezamenlijke inrichtingen en toestellen, aanwezig
op
het industrieterrein, het geluid van niet tot de inrichtingen behorende
motorvoertuigen op het terrein daaronder niet begrepen, zoals bedoeld in de Wet
geluidhinder;
·
geluidbelasting vanwege spoorweg:
de etmaalwaarde van het equivalente geluidniveau in dB(A) op een bepaalde
plaats, veroorzaakt door het gezamenlijke spoorwegverkeer of op een bepaald
spoorweggedeelte of een combinatie van spoorweggedeelten, zoals bedoeld in de
Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder spoorwegen;
·
geluidbelasting vanwege wegverkeer:
de etmaalwaarde van het equivalente geluidniveau in dB(A) op een bepaalde
plaats, veroorzaakt door het gezamenlijke wegverkeer op een bepaald weggedeelte
of een combinatie van weggedeelten, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;
·
geluidgevoelige functies:
bewoning of andere geluidgevoelige functies zoals bedoeld in de Wet
geluidhinder c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond
industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het
Besluit geluidhinder spoorwegen;
·
geluidgevoelige gebouwen:
gebouwen welke dienen ter bewoning of ten behoeve van een andere
geluidgevoelige functie als bedoeld in de Wet geluidhinder, c.q. het Besluit
grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden
binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen;
·
geluidzoneringsplichtige inrichting:
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein
van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld;
·
gemengd:
een combinatie van minimaal twee gelijkwaardige functies van hoofdgroepen
van bestemmingen;
·
gestapelde woningen:
een gebouw, dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven
elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een
eenheid beschouwd kan worden;
·
gevellijn:
de als zodanig op de verbeelding aangegeven lijn, die strak loopt langs de
voorgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen c.q. bouwgrenzen;
·
grondgebonden agrarische bedrijfsvoering:
een agrarische bedrijfsvoering die hoofdzakelijk niet in gebouwen plaatsvindt;
·
hoge verwachtingswaarde:
grote kans op archeologische vondsten of informatie;
·
hogere grenswaarde:
een maximale waarde voor de geluidbelasting, die hoger is dan de
voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op
grond van de Wet geluidhinder, c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond
industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het
Besluit geluidhinder spoorwegen;
·
hoofdgebouw:
een gebouw dat, in architectonisch en/of functioneel opzicht als het
belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
·
horeca:
het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en
dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het
bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf, waaronder bed & breakfast, discotheek, feestzaal en partyboerderij, te onderscheiden
in:
horeca van categorie 1:
een horecabedrijf, dat qua exploitatievorm aansluit bij winkelvoorzieningen
en waar naast overwegend niet ter plaatse bereide kleinere etenswaren en in
hoofdzaak alcoholvrije drank worden verstrekt. Daaronder worden begrepen: een
ijssalon, een koffie- en/of theehuis;
horeca van categorie 2:
een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het
verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse genuttigd plegen te
worden. Daaronder worden begrepen: cafetaria/snackbar, fastfood en
broodjeszaken/lunchroom, konditorei, afhaalcentrum,
eetwinkels, restaurant;
horeca van categorie 3:
een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het
verstrekken van (alcoholische) dranken voor consumptie ter plaatse, alsmede het
verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse genuttigd plegen te
worden, alsmede (in sommige gevallen) de gelegenheid biedt tot dansen;
Daaronder worden begrepen: café, bar, grand-café, eetcafé, danscafé, pubs, juice- en healthbar;
horeca van categorie 4:
een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het bieden
van vermaak en ontspanning (niet zijnde een recreatieve voorziening) en/of het
geven van gelegenheid tot de dansbeoefening, al dan niet met levende muziek en
al dan niet met de verstrekking van dranken en kleine etenswaren: Daaronder
worden begrepen: discotheek/dancing, nacht-café en
een zalencentrum (met nachtvergunning);
horeca van categorie 5:
een inrichting die geheel of in overwegende mate is gericht op het
verstrekken van nachtverblijf.
Daaronder worden begrepen: hotel, motel, pension en overige
logiesverstrekkers;
·
horecabedrijf:
een bedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter
plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, één
en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering
van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
·
huishouden:
persoon of groep personen die een huishouding voert, die binnen een woning
gebruik maken van dezelfde voorzieningen, waarbij sprake is van onderlinge
verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan. Kamerverhuur wordt
daaronder niet begrepen;
·
IHCS (Inner
Horizontal and Conical Surface):
het plangebied is
gelegen binnen het zogenaamde Inner Horizontal and Conical Surface van de
vliegbasis; dit gebied is vastgesteld ten behoeve van de
vliegverkeersveiligheid.
In het Tweede Structuurschema Militaire Terreinen (SMT-2) is opgenomen,
conform de ICAO-normen, rondom de gehele luchthaven een obstakelvrij vlak van
45 meter hoog boven het maaiveld is gelegen met een straal van 4 km rond de
landingsdrempel, dat overgaat in een conisch vlak met helling van 5% tot 145
meter hoog boven het maaiveld over een afstand van 2 km;
·
kampeermiddel
a. een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan;
b. enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of
gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde,
één en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen of gewezen
voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden
of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
·
kantoor:
het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts
in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen,
waaronder congres- en vergaderaccommodatie;
·
kas:
een gebouw, waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit
glas of ander lichtdoorlatend materiaal, dienend tot
het kweken van vruchten, bloemen of planten;
·
kleinschalige bedrijfsmatige activiteit:
de in de bij de planregels behorende “Staat van Bedrijven” (Bedrijvenlijst
ontleend aan de brochure Bedrijven en Milieuzonering VNG) genoemde bedrijvigheid,
dan wel naar de aard en de invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen
bedrijvigheid, die door zijn beperkte omvang in of bij een woning met behoud
van de woonfunctie kan worden uitgeoefend;
·
kwetsbaar object:
a. woningen, woonschepen en woonwagens, niet zijnde woningen, woonschepen of
woonwagens als bedoeld in onderdeel b, onder 1;
b. gebouwen bestemd voor het verblijf, al dan niet gedurende een gedeelte van
de dag, van minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten, zoals:
1. ziekenhuizen, bejaardenhuizen en verpleeghuizen;
2. scholen, of
3. gebouwen of gedeelten daarvan, bestemd voor dagopvang van minderjarigen;
a. gebouwen waarin doorgaans grote aantallen personen gedurende een groot
gedeelte van de dag aanwezig zijn, waartoe in ieder geval behoren:
1. kantoorgebouwen en hotels met een bruto vloeroppervlak van meer dan 1500 m2
per object, of
2. complexen waarin meer dan 5 winkels zijn gevestigd en waarvan het
gezamenlijk bruto vloeroppervlak meer dan 1000 m2 bedraagt en winkels met een
totaal bruto vloeroppervlak van meer dan 2000 m2 per winkel, voorzover in die complexen of in die winkels een
supermarkt, hypermarkt of warenhuis is gevestigd;
a. en kampeer- en andere recreatieterreinen bestemd voor het verblijf van meer
dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen;
·
lage verwachtingswaarde:
kleine kans op archeologische vondsten of informatie;
·
levensloopbestendige woning:
een woning die zodanige ruimtelijke kwaliteiten heeft dat de kans groot is
dat een huishouden er in verschillende levensstadia goed kan wonen;
·
maatschappelijk(e voorzieningen):
religieuze, onderwijs- (inclusief crèches en kinder- en buitenschoolse
opvang) educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke
voorzieningen, begeleid wonen, voorzieningen voor het openbaar bestuur,
voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie en voorzieningen ten
behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en
horeca ten dienste van deze voorzieningen;
·
mantelzorg:
het bieden van zorg aan een ieder die aantoonbaar hulpbehoevend is op het
fysieke, psychische en/of sociaal vlak, op vrijwillige basis en buiten
organisatorisch verband;
·
middelhoge verwachtingswaarde:
gemiddelde kans op archeologische vondsten of informatie;
·
omgevingsvergunning:
vergunning als bedoeld in artikel 2.1 Wet algemene bepalingen
omgevingsrecht (Wabo);
·
overkapping:
een bouwwerk, geen gebouwzijnde, omsloten door
maximaal één wand en voorzien van een gesloten dak, waaronder begrepen een
carport;
·
peil:
a. voor een bouwwerk op
een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst:
§ de hoogte van de weg ter
plaatse van die hoofdtoegang;
b. voor een bouwwerk op
een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst:
§ de hoogte van het
terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
c. indien in of op het
water wordt gebouwd:
§ het Nieuw Amsterdams
Peil (of een ander plaatselijk aan te houden waterpeil);
·
permanente bewoning:
bewoning door eenzelfde persoon of groep van personen, terwijl elders niet
daadwerkelijk over een hoofdverblijf wordt beschikt;
·
praktijkruimte
een gebouw, dat door zijn indeling uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd
om te worden gebruikt ten behoeve van beoefenaars van vrije beroepen, zoals
advocaten, architecten, artsen, therapeuten, assuradeurs en notarissen;
·
productiegebonden detailhandel:
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd
en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie
ondergeschikt is aan de productiefunctie;
·
prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen
met een ander tegen betaling;
·
seksbedrijf:
de activiteit, bestaande uit het bedrijfsmatig gelegenheid geven tot
prostitutie of tot het verrichten van seksuele handelingen voor een ander tegen
betaling of uit het bedrijfsmatig aanbieden van vertoningen van
erotisch-pornografische aard tegen betaling;
·
stacaravan:
een caravan, die als een gebouw valt aan te merken;
·
statische opslag:
opslag van goederen
zonder dat deze een bewerking ondergaan en zonder dat deze verhandeld worden,
zoals caravans, wit- en bruingoed, meubels, rijwielen en dergelijke, een en
ander met inachtneming van de eisen van brandweer en milieu;
·
twee-aaneengebouwde
woning:
een woning de onderdeel uitmaakt van twee aaneengebouwde
woningen;
·
verkoopvloeroppervlakte:
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten
behoeve van de detailhandel; (let op: dit is dus de netto vloeroppervlakte);
·
volwaardig bedrijf:
een bedrijf dat de arbeidsomvang heeft van ten minste één volledige
arbeidskracht en waar-van het behoud ook op langere
termijn in voldoende mate en op duurzame wijze is verzekerd op een in
bedrijfseconomisch en milieuhygiënisch opzicht
verantwoorde wijze;
·
voorgevel:
de meest gezichtsbepalende gevel van een gebouw aan de straatzijde of het
openbaar gebied;
·
voorkeursgrenswaarde:
de maximale waarde voor de geluidbelasting, zoals deze rechtstreeks kan
worden afgeleid uit de Wet geluidhinder c.q. het Besluit grenswaarden binnen
zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs
wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen;
·
voorzieningen van algemeen nut:
voorzieningen ten behoeve van op het openbare net aangesloten
nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of
wegverkeer;
·
vrijstaand bijgebouw:
een van het hoofdgebouw losstaand bijgebouw; een bijgebouw dat een overlap
van minder dan 1,2 meter met het hoofdgebouw heeft wordt aangemerkt als een
vrijstaand bijgebouw;
·
vrijstaande woning:
een woning zonder gemeenschappelijke wand met een andere woning;
·
Wabo:
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
·
wet / wettelijke regelingen:
indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke
regelingen c.q. verordeningen en dergelijke, dienen deze regelingen te worden
gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de tervisielegging van het
ontwerpplan, tenzij anders bepaald;
·
winkel:
een gebouw, dat een ruimte omvat, welke door zijn indeling kennelijk
bedoeld is te worden gebruikt voor de detailhandel;
·
wonen/bewonen:
het gehuisvest zijn van een huishouden in een woning / wooneenheid of ander
daartoe bedoeld object;
·
woning of wooneenheid:
een complex van ruimten, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd
is voor de permanente huisvesting van niet meer dan één huishouden.
Kamerverhuur wordt daaronder niet begrepen.
·
woongebouw:
een gebouw, dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven
elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een
eenheid beschouwd kan worden;
·
woonhuis:
een gebouw, dat één woning omvat, dan wel twee of meer naast elkaar en/of
geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua
uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;
·
zijdelingse perceelsgrens:
de grens tussen twee percelen, die voor- en achterzijde van een perceel
verbindt;
·
zorgwoning:
een gebouw of een gedeelte van een gebouw bestemd voor het wonen voor
mensen die in lichte dan wel overwegende mate hulpbehoevend zijn, al dan niet
met gemeenschappelijke voorzieningen.
Bij toepassing van
deze regels wordt als volgt gemeten:
afstanden tussen bouwwerken onderling alsmede afstanden van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
langs
het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf
het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of
een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
de
lengte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de naar de weg gekeerde gevel;
tussen
de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het
hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen
de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de
scheidingsmuren, nederwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het
afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
de
diepte van een gebouw, gemeten vanaf de onderzijde van de begane grondvloer.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, zoals, balkons, erkers, gevel- en kroonlijsten, gevelversieringen, kozijnen, luifels, overkappingen, overstekende daken, plinten, pilasters, schoorstenen ventilatiekanalen en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.
Bij de goothoogte wordt gemeten daar waar de goot het hoogst ligt. Indien zich op enige zijde van een gebouw één of meer dakopbouwen bevinden, waarvan de gezamenlijke breedte meer bedraagt dat 50% van de gevelbreedte, wordt de goot- en de bouwhoogte van de dakopbouw(en) als goothoogte respectievelijk bouwhoogte aangemerkt.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. wonen in de vorm van vrijstaande woningen, mits dit niet leidt tot woningvermeerdering, tenzij anders is aangegeven op de verbeelding, in welk geval woningvermeerdering is toegestaan tot het aangegeven maximum;b.
met daaraan ondergeschikt:
i. aangebouwde en/of vrijstaande bijgebouwen;j.
c.
bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
d.
k. erven
en tuinen;
e.
l. parkeervoorzieningen;
f.
m. waterhuishoudkundige
voorzieningen.
Op de onderhavige gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de onder 3.1 genoemde functies worden gebouwd, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in de bestemming opgenomen bouwgrens met gevellijn te verschuiven met maximaal 10 meter en vervangende nieuwbouw c.q. nieuwbouw, voor zover dit niet leidt tot woningvermeerdering, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
De voor 'Waarde – Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende middelhoge en hoge archeologische waarden.
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen dan wel bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, met uitzondering van:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2 en toestaan dat het in de andere bestemming gebouwen worden gebouwd, mits de indiener bij de omgevingsvergunningaanvraag een archeologisch rapport overlegt van een ter zake deskundige, waarin de archeologische waarde van het te verstoren terrein in voldoende mate is vastgesteld en waaruit blijkt dat:
5.4.1 Het is verboden om op of in de gronden met de bestemming 'Waarde – Archeologie' zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Grond die eenmaal
in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering
is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere
bouwplannen buiten beschouwing.
7.1.1
Voor het uitvoeren van ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde en
werkzaamheden gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, geen
beperkingen;
7.1.2
voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels
opgenomen afwijkingen, de volgende regels:
7.1.3
burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het
bepaalde in artikel 7.1.2 sub d voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken met
een ondergrondse bouwdiepte van maximaal 10 meter onder peil onder de
voorwaarde dat de waterhuishouding niet wordt verstoord.
Tenzij in hoofdstuk
2 expliciet is voorzien in een andere regel ten aanzien van de aanwezigheid van
voldoende parkeergelegenheid, geldt de volgende regeling:
Parkeergelegenheid
die is gerealiseerd om te voorzien in voldoende parkeergelegenheid dient in
stand te worden gehouden.
Binnen de Vrijwaringszone – Luchtvaartverkeerzone 8 geldt een bouwverbod voor gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde c.q. voor een hogere bebouwing dan de maximum bouwhoogte van 20 tot 30 meter boven NAP met een hellingshoek van circa 0,7 º (857,5 meter horizontaal en 10 meter verticaal) in verband met een Instrument Landing System. Deze maximum hoogten mogen ook niet worden overschreden door bouwwerken zoals antennes, vlaggenmasten e.d..
8.2.1 Verbod
binnen de
Vrijwaringszone – Radarverstoringsgebied geldt een bouwverbod voor gebouwen en
bouwwerken, geen gebouwen zijnde c.q. voor een hogere bebouwing dan de maximum
bouwhoogte van 56 meter boven NAP teneinde de verstoring van het radarbeeld te
voorkomen. Deze maximum hoogten mogen ook niet worden overschreden door
bouwwerken zoals antennes, vlaggenmasten e.d..
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, afwijken van:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van de specifieke gebruiksregels voor het toestaan van het gebruik van een bij een (dienst-)woning behorend (vrijstaand) bijgebouw of tijdelijke woonunit als afhankelijke woonruimte, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen
bestemmingen te wijzigen ten behoeve van:
a. overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor
een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor
zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het
terrein;
b. overschrijding van bestemmingsgrenzen en toestaan dat het beloop van wegen
of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien
de verkeersveiligheid en/of –intensiteit daartoe aanleiding geeft;
c. de overschrijdingen als bedoeld onder a en b mogen echter niet meer dan 3
meter bedragen en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden
vergroot;
d. het aanpassen van opgenomen regels in de voorafgaande artikelen, waarbij
verwezen wordt naar regels in wettelijke regelingen, indien deze wettelijke
regelingen na het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan worden
gewijzigd;
e. het schrappen of wijzigen van de situering van de bestemming 'Leiding –
Riool' (artikel 26) indien dit in verband met de herinrichting van het gebied
wenselijk en/of noodzakelijk is.
a. Een bouwwerk
dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in
uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en
afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt
vergroot:
1. gedeeltelijk
worden vernieuwd of veranderd;
2. na het teniet
gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits
de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag
waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
b. Burgemeester
en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van lid 11.1, onder a een
omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk
als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
c. Lid 11.1,
onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het
tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning
en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de
overgangsbepaling van dat plan.
a. Het gebruik
van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van
het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
b. Het is
verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 11.2,
onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan
strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang
wordt verklein.
c. Indien het
gebruik, bedoeld in lid 11.2, onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van
het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het
verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
d. Lid 11.2,
onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het
voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen
van dat plan.
Deze regels worden
aangehaald als: 'Regels van het 'Bestemmingsplan Doelstraat te Hoogerheide' .