De voor 'Natuur' aangewezen
gronden zijn bestemd voor:
a behoud, herstel en
ontwikkeling van de landschap-, en natuur- en
cultuurhistorische waarden;
b (onverharde) paden, wegen
en parkeervoorzieningen;
c water en
waterhuishoudkundige voorzieningen;
d extensief dagrecreatief
medegebruik;
e ondergeschikt agrarisch
medegebruik ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van natuur –
ondergeschikt agrarisch medegebruik’.
Op of in deze gronden mogen
geen bouwwerken worden gebouwd.
13.2.1 Bestaande bouwwerken
Voor zover bestaande
bouwwerken afwijken van de voorschriften in artikel 11.2.1 tot en met 11.2.5
wordt de bestaande plaats en bestaande contour van de afwijking geacht te zijn
bestemd.
Het bevoegd gezag kan nadere eisen
stellen aan bebouwing (plaats en afmetingen) en parkeergelegenheid (aanleg en
omvang), ten behoeve van:
a een
verantwoorde stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de
stedenbouwkundige waarden van de omgeving.
b het
voorkomen van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de
aangrenzende gronden en bouwwerken, onder andere met het oog op de bezonning en
de privacy.
het
bevorderen van de verkeers-, sociale en
brandveiligheid.
a Het
bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning
verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 13.2 voor het realiseren van
eenvoudige voorzieningen ten behoeve van deze bestemming, in de vorm van
gebouwen, waarbij de in de bestemmingsomschrijving aangegeven waarden mogen
niet onevenredig worden aangetast, onder de volgende voorwaarden:
1
per
2
de goothoogte mag niet meer bedragen dan
3
de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan
4
de afstand tot de zijdelingse perceelsgrenzen mag niet minder bedragen
dan
b Het
bevoegd gezag kan een
omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 13.2 voor het realiseren van eenvoudige
voorzieningen ten behoeve van deze bestemming, in de vorm van bouwwerken, geen
gebouwen zijnde, waarbij de in de bestemmingsomschrijving aangegeven waarden
mogen niet onevenredig worden aangetast, mits de hoogte niet meer bedraagt dan
Tot een gebruik, strijdig met
deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van:
a gronden voor tuinbouw of
(agrarische) houtteelt;
b gronden en bouwwerken ten
behoeve van een seksinrichting, escortbedrijf en/of straatprostitutie;
c open opslag.
13.6.1 Werken en werkzaamheden
Het is
verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het aanleggen
de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
a het verlagen, vergraven,
ophogen of egaliseren van de bodem;
b het diepploegen, diepwoelen of het uitvoeren van andere ingrepen in de
bodem, waaronder ook begrepen de aanleg van leidingen, allen dieper dan
c het graven, dempen, dan wel
verdiepen, vergroten of anderszins herprofileren van waterlopen, watergangen en
greppels alsmede het anderszins verlagen van de waterstand;
d het uitvoeren van heiwerken
of het anderszins indringen van voorwerpen in de bodem;
e het vellen of rooien van
bos;
f
het verwijderen van landschapselementen;
g het verwijderen van
onverharde wegen of paden;
h het aanbrengen van
oppervlakteverhardingen groter dan
13.6.2 Uitzonderingen
Het in lid 13.6.1 vervatte
verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
a het normale onderhoud en/of
gebruik betreffen, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn.
b reeds in uitvoering zijn,
dan wel krachtens een verleende omgevingsvergunning reeds mogen worden
uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
13.6.3 Toelaatbaarheid
De in lid 13.6.1 genoemde
omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige
afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de in
de natuur en landschappelijke waarden.