Kloosterweg 71 te Waalwijk
Status: | Vastgesteld |
Idn: | NL.IMRO.0867.bpWWKloosterweg071-vas1 |
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Horeca
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
gebouwen ten behoeve van:
horeca, in de categorie horeca 1;
bedrijfswoningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
met de bij lid a behorende:
tuinen, erven en terreinen;
terrassen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'terras';
parkeervoorzieningen;
groenvoorzieningen;
wegen, straten, voet- en rijwielpaden;
bouwwerken, geen gebouw zijnde.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen
Voor het bouwen van de in artikel 3.1 lid a genoemde gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Een gebouw mag uitsluitend binnen het bouwvlak en binnen de ‘maximale contour’ worden gebouwd.
Per bouwvlak geldt een maximaal bebouwingspercentage welke is aangegeven ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)’.
De ‘maximale contour’ wordt bepaald door de leden d tot en met f.
Ter plaatse van de breedtelijnen of dieptelijnen van het bouwvlak bedraagt de goothoogte van de ‘maximale contour’ de ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)’ aangegeven goothoogte.
Vanaf de goothoogte zoals in lid d bepaald is, wordt het dakvlak van de ‘maximale contour’ bepaald door een hellingshoek van 45 graden tot aan de ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)’ aangegeven bouwhoogte.
Indien een gebouw aanwezig is of daarvoor een omgevingsvergunning voor het bouwen is verleend, geldt in aanvulling op het bepaalde in lid d en e ook het volgende:
de richting van de ‘maximale contour’ wordt bepaald door de richting van het dakvlak van het gedeelte van het hoofdgebouw dat in de voorgevelrooilijn is gelegen;
op plaatsen waar in de bestaande situatie binnen het bouwvlak de ‘maximale contour’ zoals bedoeld in lid d, e en f.1 overschreden wordt, geldt de bestaande situatie als ‘maximale contour’.
In afwijking van het bepaalde in lid a mag binnen het bouwvlak de ‘maximale contour’ worden overschreden indien het bestaande dak wordt verlengd en mits de bestaande dakvorm niet wordt veranderd.
Een bedrijfswoning mag uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning'.
per aanduiding ‘bedrijfswoning' is maximaal 1 bedrijfswoning met een inhoud van 500 m3 toegestaan.
3.2.2 Bijgebouwen bij bedrijfswoningen
Voor het bouwen van bijgebouwen bij een bedrijfswoning gelden de volgende bepalingen:
bijgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd bij vrijstaande/niet-inpandige bedrijfswoningen;
de totale oppervlakte van bijgebouwen mag maximaal 70 m² bedragen onafhankelijk van het maximale bebouwingspercentage;
bijgebouwen dienen minimaal 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel van de bedrijfswoning gebouwd te worden;
bijgebouwen mogen maximaal op 20 m afstand van de aanduiding ‘bedrijfswoning' gebouwd worden;
in het verlengde van de zijgevels achter de bedrijfswoning dient een minimale ruimte van 25 m² onoverdekt en onbebouwd aanwezig te blijven;
voor hoogte en dak van bijgebouwen op het bouwperceel gelden de volgende bepalingen:
de goothoogte mag maximaal 3,1 m bedragen of ingeval van een aangebouwd bijgebouw waarbij de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw hoger is dan 3,1 m, maximaal 0,25 m boven de hoogte van die eerste bouwlaag maar in geen geval hoger dan 4 m;
de bouwhoogte mag maximaal 5 m bedragen;
de dakhelling van het aangebouwde bijgebouw mag ten hoogste gelijk zijn aan de dakhelling van het dakvlak van het hoofdgebouw waaraan wordt bijgebouwd en de dakhelling van het vrijstaande bijgebouw mag ten hoogste gelijk zijn aan de flauwste dakhelling van het hoofdgebouw.
3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Op de gronden voor zover gelegen binnen het bouwvlak mag de hoogte maximaal 4 m bedragen met uitzondering van verlichtingsarmaturen en vlaggenmasten waarvan de hoogte maximaal 6 m mag bedragen;
Op de gronden voor zover gelegen buiten het bouwvlak mag de hoogte maximaal 2,2 m bedragen, met uitzondering van:
terreinafscheidingen op de gronden tussen de openbare weg en (het verlengde van) de naar de openbare weg gekeerde zijde(n) van het bouwvlak, waarvan de hoogte maximaal 1,8 m mag bedragen. Ten westen van de op het terrein aanwezige hoofdbebouwing, mag de betreffende hoogte niet meer dan 1 m bedragen;
vlaggenmasten waarvan de hoogte maximaal 6 m mag bedragen.
3.2.4 Ondergronds bouwen
Voor ondergronds bouwen gelden de volgende bepalingen:
Ondergronds bouwen is alleen toegestaan binnen het bouwvlak.
Op plaatsen waar bovengronds gebouwd kan worden op basis van artikel 3.2.1 en 3.2.2 mag ondergronds gebouwd worden, ook als boven het ondergrondse bouwwerk geen bovengronds bouwwerk aanwezig is.
De verticale diepte van het ondergrondse bouwwerk mag maximaal 3,5 m bedragen.
3.2.5 Bestaande bouwwerken
Voor zover bestaande bouwwerken afwijken van de regels in artikel 3.2.1 tot en met 3.2.4 wordt de bestaande plaats en bestaande contour van de afwijking geacht te zijn bestemd.
3.3 Nadere eisen
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan bebouwing (plaats en afmetingen) en parkeergelegenheid (aanleg en omvang), ten behoeve van:
een verantwoorde stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de stedenbouwkundige waarden van de omgeving;
de waarborging van de milieusituatie;
het voorkomen van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, onder andere met het oog op de bezonning en de privacy;
het bevorderen van de verkeers-, sociale en brandveiligheid.
3.4 Specifieke gebruiksregels
3.4.1 Strijdig gebruik
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik:
van gronden en bouwwerken ten behoeve van horeca, anders dan voor horeca zoals bedoeld in artikel 3.1 lid a, waaronder in elk geval wordt verstaan gebruik ten behoeve van een cafetaria en van een bezorg- en/of afhaalservice;
van gronden en bouwwerken ten behoeve van bruiloften, feesten en partijen;
waarbij muziek, anders dan achtergrondmuziek binnen de bebouwing, ten gehore wordt gebracht;
van gronden en bebouwing voor het hebben van gasten tussen 23:00 en 7:00 uur;
van gronden en bouwwerken ten behoeve van wonen, anders dan voor een bedrijfswoning zoals bedoeld in artikel 3.1 lid a.2;
van gronden ten behoeve van open opslag;
van gronden en bouwwerken ten behoeve van activiteiten en evenementen welke niet binnen de bestemmingsomschrijving passen, behalve incidentele en/of kortstondige activiteiten en evenementen die naar schaal en omvang geen onevenredige afbreuk doen aan de bij de bestemmingen omschreven doeleinden van het betreffende perceel en de omliggende gronden;
van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting.
3.4.2 Terrassen
De gronden binnen deze bestemmingen mogen pas in gebruik genomen worden als terras, nadat een bouwwerk als afscherming is opgericht. Deze afscherming dient in stand te worden gehouden.
3.4.3 Horeca
Het gebruik van gebouwen ten behoeve van horeca is uitsluitend toegestaan op de begane grond.