|
Het voorliggende plan vormt de 1e partiële herziening van het bestemmingsplan ‘Veldhoven-Noord’ van de gemeente Veldhoven. Het bestemmingsplan is op 25 juni 2013 door de gemeenteraad vastgesteld en op 13 augustus 2013 in werking getreden. De onderhavige herziening beoogt het volgende:
het verduidelijken van de gebruiksregeling van de bestemming ‘Wonen-7’ ten aanzien van het plaatsen van (toer)caravans, kampeerauto's en tenten op een woonwagenstandplaats.
In hoofdstuk 2 is de motivering van de herziening beschreven. In hoofdstuk 3 en 4 wordt kort ingegaan op respectievelijk het Rijks- en provinciaal beleid en de milieuhygiënische en planologische verantwoording. Hoofdstuk 5 geeft de juridisch planologische opzet en hoofdstuk 6 gaat ten slotte in op de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van de herziening.
Op grond van het bestemmingsplan ‘Veldhoven-Noord’ is het toegestaan om binnen de bestemmingen Wonen 1 t/m 5 en Wonen 8 en 9 één caravan of kampeerauto per bouwperceel te plaatsen (zie onder meer artikel 18.5.4. van het bestemmingsplan). In de regels van de bestemmingen Wonen 6 en 7 is een dergelijk artikel niet opgenomen. Dit met als achterliggende reden dat het plaatsen van een caravan of kampeerauto op die bestemmingen respectievelijk niet mogelijk of niet wenselijk is.
De bestemming Wonen-7 betreft de woonwagenlocaties in het plangebied. Gebleken is dat het ontbreken van een concrete bepaling met betrekking tot de mogelijkheden binnen deze bestemming caravans en kampeerauto's te plaatsen leidt tot onduidelijkheid. Om dit te voorkomen wordt met deze partiële herziening een expliciet verbod op het plaatsen van kampeerauto's en caravans op een woonwagenstandplaats toegevoegd aan het plan. Tevens wordt het begrip "standplaats" in deze bestemming gewijzigd in "woonwagenstandplaats".
Een motivering voor betreffend verbod is opgenomen in het bestemmingsplan "Veldhoven-Dorp 2005, partiële herziening 2013":
"In de praktijk blijkt echter dat de plaatsing van een caravan bij een woonwagenwoning
problemen oplevert en leidt tot ongewenste situaties. Hoewel permanente bewoning van
een caravan niet is toegestaan blijken de caravans toch vaak bewoond te worden. Dit
is onwenselijk aangezien de caravans niet voldoen aan de eisen die aan een woning
op het gebied van veiligheid, gezondheid en leefbaarheid worden gesteld. Bovendien
staan de caravans dicht op de woonwagenwoningen waardoor bij brand het gevaar van
overslag aanwezig is en leidt de stalling van caravans tot ‘verstening' van het woonwagencentrum.
Ook leidt de bewoning van caravans door ‘bezoekers’ tot ongewenste neveneffecten zoals
agressie onderling en tegen derden en terugloop van schoolbezoek door leerplichtige
kinderen. Op grond van de Algemene plaatselijke verordening (Apv), de Wet algemene
bepalingen omgevingsrecht en het bestemmingsplan kan opgetreden worden tegen permanente
bewoning van caravans. Dit zal ook gebeuren ten einde te voorkomen dat de situatie
ter plaatse verder verslechtert. Het aantonen dat er sprake is van permanente bewoning
is een moeilijke en soms langdurige zaak, maar onmogelijk is het niet. Voorkomen moet echter worden dat er nieuwe situaties ten aanzien van permanente bewoning van caravans kunnen gaan ontstaan. " |
Plangebied en locaties bestemming Wonen-7
De reikwijdte van deze planherziening is zeer beperkt. Beoogd wordt meer duidelijkheid te geven over het verbod op het plaatsen van kampeerauto's en caravans bij woonwagens/woonwagenwoningen middels een aanpassing van de gebruiksregels. Rijks- en provinciaal beleid behoeven in het kader van deze planherziening derhalve niet aan de orde te komen.
Op grond van het bepaalde in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is het bij het opstellen van een bestemmingsplan verplicht inzicht te bieden in de relevante planologische en milieuhygiënische aspecten. De reikwijdte van deze partiële herziening beperkt zicht tot het aanpassen van een gebruiksregel en heeft geen gevolgen voor de fysieke en functionele aspecten van de ruimtelijke structuur van het bestemmingsplan ‘Veldhoven-Noord’. Er zijn derhalve geen onderzoeken noodzakelijk.
Doel van deze partiële herziening is het verduidelijken van de bestemmingsregels van de bestemming Wonen-7 ten aanzien van de (on)mogelijkheid om een caravan en/of kampeerauto op een woonwagenstandplaats te plaatsen. Artikel 21.4.1 van het bestemmingsplan ‘Veldhoven-Noord’ wordt derhalve aangepast. Ook wordt het begrip "standplaats" in betreffende bestemming gewijzigd in "woonwagenstandplaats". De overige voorschriften van het bestemmingsplan ‘Veldhoven-Noord’ alsmede de verbeelding blijven ongewijzigd van toepassing.
In dit hoofdstuk wordt de haalbaarheid van dit bestemmingsplan aangetoond. Een bestemmingsplan moet zowel in financieel als in maatschappelijk opzicht haalbaar zijn.
Voorliggend bestemmingsplan voorziet slechts in het verduidelijken van de regeling voor woonwagenwoningen, dat per bouwperceel één caravan of kampeerauto en/of tent aanwezig mag zijn. Het bestemmingsplan maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk en biedt dan ook geen directe bouwtitels. Het opstellen van een exploitatieplan is derhalve niet aan de orde.
De partiële herziening wordt voor zover nodig op grond van artikel 3.1.1 van het Bro met de betreffende instanties besproken. Vervolgens zal het ontwerpbestemmingsplan op basis van artikel 3.8 van de Wro, waarin verwezen wordt naar artikel 3.4 van de Awb, voor een ieder gedurende zes weken ter inzage worden gelegd.
Het voorontwerpbestemmingsplan “Veldhoven-Noord, partiële herziening Wonen-7” is conform artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening in vooroverleg gezonden naar de betreffende personen en instanties.
Naar aanleiding van het vooroverleg zijn adviezen van de provincie Noord-Brabant en
Waterschap De Dommel. Beide instanties hebben aangegeven dat het voorontwerpbestemmingsplan
geen aanleiding geeft tot het maken van opmerkingen.
Regels
De artikelen 21.2.1. en 21.4.1. van de regels van het bestemmingsplan 'Veldhoven-Noord' wordt als volgt gewijzigd:
21.2.1 Algemene regels met betrekking tot woonwagenwoningen
Voor het bouwen binnen gelden de volgende regels:
21.4.1 Algemeen
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels: