Plan:
Blaak West 2007
Status:
onherroepelijk
Plantype:
ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
Artikel 18 Algemene vrijstellingsbevoegdheid
18.1 Geringe afwijkingen van maten

Burgemeester en wethouders zijn, met inachtneming van de procedureregels in artikel 22.1bevoegd vrijstelling te verlenen ten behoeve van een afwijking van de in het plan genoemde maten en afmetingen met ten hoogste 10%. Deze vrijstelling wordt slechts verleend indien:

  1. de met behulp van die toepassing toegestane bebouwing geacht kan worden in overeenstemming te zijn met de voor desbetreffende bestemming nagestreefde doeleinden;
  2. gelet op de omringende bebouwing geen overwegende stedenbouwkundige bezwaren bestaan;
  3. gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast.
  4. voldaan is aan de volgende voorwaarden:
    1. de vrijstellingsmogelijkheid mag niet cumulatief worden gebruikt;
    2. de vrijstellingsmogelijkheid mag niet tot gevolg hebben dat een nieuwe bouwlaag ontstaat.
18.2 Geringe afwijkingen van grenzen

Burgemeester en wethouders zijn, met inachtneming van de procedureregels in artikel 22.1, bevoegd vrijstelling te verlenen van het plan ten behoeve van het in geringe mate afwijken van een vastgesteld onderdeel van een grens van een hoofdbebouwingsvlak en/of bestemmingsvlak indien bij het definitief ontwerp, bij definitieve uitmeting o.d. blijkt dat enige geringe afwijking in het belang van een bebouwing of inrichting is. Deze vrijstelling wordt slechts verleend indien:

  1. de met behulp van die toepassing toegestane bebouwing geacht kan worden in overeenstemming te zijn met de voor desbetreffende bestemming nagestreefde doeleinden;
  2. gelet op de omringende bebouwing geen overwegende stedenbouwkundige bezwaren bestaan;
  3. gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast.
18.3 Vrijstelling voor overschrijdingen van de toegelaten bouwhoogten

Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van de procedurevoorschriften in 22.1vrijstelling verlenen van het plan ten behoeve van:

  1. bouwwerken, geen gebouw zijnde, ten dienste van utiliteitsvoorzieningen;
  2. vrijstaande schoorstenen, minaretten en soortgelijke bouwwerken.
18.4 Vrijstelling voor gebouwen van openbaar nut

Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van de procedurevoorschriften in 22.1vrijstelling verlenen van het plan ten behoeve van bouwwerken van openbaar nut onder de volgende voorwaarden:

  1. bouwwerken van openbaar nut mogen uitsluiten binnen het bestemmingsvlak worden gebouwd;
  2. de maximale hoogte van bouwwerken van algemeen nut bedraagt 3,5 meter;
  3. de maximale oppervlakte van bouwwerken van algemeen nu bedraagt 50 m2.
18.5 Vrijstelling parkeer- en stallingsvoorzieningen

Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van de procedurevoorschriften in 22.1vrijstelling verlenen van het plan ten behoeve van parkeer- en stallingsvoorzieningen met bijbehorende bovengrondse bouwwerken zoals in- en uitritten, in- en uitgangen, trappenhuizen, liften, hellingbanen, bewakings- /portiersloges e.d., onder de volgende voorwaarden:

  1. de maximale oppervlakte van de bijbehorende bovengrondse bouwwerken mag 30 m2 bedragen;
  2. de maximale hoogte van de bijbehorende bovengrondse bouwwerken mag 4,5 meter bedragen;
18.6 Vuurwerk

Burgemeester en wethouders zijn, met inachtneming van de procedurevoorschriften zoals bedoeld in artikel 22.1, bevoegd vrijstelling te verlenen van het plan ten aanzien van de toelaatbaarheid van activiteiten ten behoeve van:

  1. nieuwbouw van een bewaarplaats of een bufferbewaarplaats c.a. en de daaraan verbonden opslag en verkoop van consumentenvuurwerk;
  2. de verbouwing, uitbreiding en/of verplaatsing van een bestaande bewaarplaats of een bufferbewaarplaats c.a. ten behoeve van opslag voor de verkoop van consumentenvuurwerk daar waar op de plankaart de aanduiding "verkoop en opslag vuurwerk toegestaan" voorkomt.

Burgemeester en wethouders stellen voorwaarden aan de vrijstelling ter voorkoming van onaanvaardbare overlast en onveiligheid voor de (woon)omgeving onder meer voor wat betreft parkeren, verkeersaantrekkende werking, geluidhinder e.d. en veiligheidsafstanden zoals opgenomen in het Vuurwerkbesluit. Bij nieuwvestiging van verkooppunten en opslagen van consumentenvuurwerk wordt daarnaast te allen tijde aan de vrijstelling de voorwaarde verbonden dat de veiligheidscontour zoals is opgenomen in het Vuurwerkbesluit (besluit van 22 januari 2002, Staatsblad 33 (2002)) op het eigen perceel gesitueerd dient te zijn tenzij de veiligheidscontour zich uitstrekt over groenvoorzieningen in openbaar waarbij sprake is van kwetsbare en/of geprojecteerde kwetsbare objecten.

18.7 (Bedrijfs-)activiteiten

Burgemeester en wethouders zijn, met inachtneming van de procedurevoorschriften zoals bedoeld in artikel 22.1, bevoegd vrijstelling te verlenen van het plan ten aanzien van de toelaatbaarheid van activiteiten ten behoeve van:

  1. de uitoefening van een activiteit die niet voorkomt in de tot het plan behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten maar overeenkomt met de toegelaten categorieën;
  2. de uitoefening van een activiteit die in de Staat van Bedrijfsactiviteiten is vermeld in een categorie die niet is toegestaan op het betreffende perceel, tot maximaal één hogere categorie dan is aangegeven voor dat perceel, mits door of namens de aanvrager of andere betrokkenen aannemelijk wordt gemaakt dat:
    1. de activiteit naar aard en omvang passend is in de omgeving;
    2. de activiteit uit milieutechnisch oogpunt inpasbaar is;
    3. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden beperkt.
18.8 Zorg- en dienstverlening i.p.v. detailhandel

Burgemeester en wethouders zijn, met inachtneming van de procedurevoorschriften in 22.1, bevoegd vrijstelling verlenen van het plan ten behoeve van de vestiging van zorg- en dienstverlening (zakelijk en persoonlijk) voor het gebruik van gronden met de aanduiding "detailhandel", in gevallen waarin deze functie geen deel uitmaakt van bestemmingsomschrijving van het betreffende bestemmingsvlak, indien de detailhandelsfunctie ter plaatse als gevolg autonome processen in de distributiestructuur wordt beëindigd.

18.9 Aan huis verbonden beroep in bijzondere gevallen

Burgemeester en wethouders zijn, met inachtneming van de procedurevoorschriften zoals bedoeld in artikel 22.1, bevoegd vrijstelling te verlenen van het plan voor wat betreft de voorwaarden, zoals beschreven in de begripsbepalingen, waaronder overeenkomstig artikel 10.1 binnen de het bestemmingsvlak "Wonen" of de aanduiding "wonen" een aan huis verbonden beroep is toegelaten, indien door de aard van de werkzaamheden het beroep niet of bezwaarlijk anders dan aan huis of op de betreffende locatie kan worden uitgeoefend en de activiteit niet valt in categorie 3 tot en met 6 van bedrijven die zijn genoemd in Bijlage 10 "Staat van Bedrijfsactiviteiten".

18.10 Afwijkend gebruik van particuliere percelen/bebouwing t.b.v. evenementen

Burgemeester en wethouders zijn, met inachtneming van de procedurevoorschriften in artikel 22.1bevoegd vrijstelling te verlenen van het plan ten behoeve van incidenteel en kortstondig afwijkend gebruik van particuliere percelen/bebouwing voor het plaatsen van tijdelijke onderkomens zoals (feest)tenten, kiosken e.d. ten behoeve van festiviteiten met een openbaar karakter (muziekfestival, zeskamp, sportwedstrijd, show/voorstelling, tentoonstelling, beurs, markt, e.d.) voor de duur van een aantal (aaneengesloten) dagen (over het algemeen 3 á 4), met dien verstande dat aan deze vrijstelling voorwaarden kunnen worden verbonden ter beperking van onaanvaardbare overlast van de (woon)omgeving, onder meer voor wat betreft parkeren, geluidhinder, situering van tijdelijke onderkomens e.d.