De
op de plankaart voor ‘Woongebied –
a wonen;
b aan huis gebonden beroepen en bedrijven;
c tuinen, erven en verhardingen;
d onoverdekte zwembaden;
e verkeers- en parkeervoorzieningen;
f behoud van de bestaande bomenlaan ter plaatse van de aanduiding ‘laanbeplanting’ op de plankaart;
g groenvoorzieningen;
h speelvoorzieningen;
i water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
j extensief recreatief medegebruik.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
a Binnen deze bestemming mogen vrijstaande, halfvrijstaande en/of geschakelde en/of gestapelde woningen worden gebouwd.
b
De afstand van een vrijstaande, halfvrijstaande
en/of geschakelde woningen tot de voorzijde van de perceelgrens mag niet meer
bedragen dan
c
Het maximum aantal bouwlagen mag niet meer
bedragen dan 3, indien het hoofdgebouw wordt gebouwd met een plat dak, en mag
niet meer bedragen dan 2 bouwlagen indien het hoofdgebouw wordt gebouwd met een
kap. De maximale bouwhoogte mag in ieder geval niet meer bedragen dan
d
In afwijking van het bepaalde in sub c mag ter
plaatse van de aanduiding ‘bebouwingsaccent
e
De afstand een vrijstaande woning tot de
zijdelingse perceelsgrens mag aan beide zijden niet minder bedragen dan
f
De afstand van een halfvrijstaande of
geschakelde tot de zijdelingse perceelsgrens mag aan één zijde niet minder
bedragen dan
g
De diepte van vrijstaande woningen mag niet meer
bedragen dan
h
De diepte van halfvrijstaande en geschakelde
woningen mag niet meer bedragen dan
i De oppervlakte van een woning en bijbehorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 70% van de oppervlakte van het bouwperceel, met dien verstande dat bij gestapelde woningen het bouwperceel voor 90% mag worden bebouwd.
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:
a
Aan- en uitbouwen en bijgebouwen dienen op een
afstand van ten minste
b Erkers, balkons of luifels en naar aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen mogen voor de voorgevellijn worden gebouwd, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
1
De diepte mag niet meer bedragen dan
2
De afstand tot de bestemmingsgrens van de
bestemming ‘Verkeer’ mag niet minder bedragen dan
c
De gezamenlijke oppervlakte van aan- en
uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer bedragen dan
d
Voor zover de oppervlakte van de strook grond
achter de achtergevelrooilijn van het hoofdgebouw meer bedraagt dan
e
Bij vrijstaande hoofdgebouwen dient één der
zijstroken vrij van aan- en uitbouwen en bijgebouwen te blijven tot de lijn
evenwijdig aan en op een afstand van
f
De goot- en bouwhoogte van aan- en uitbouwen en
bijgebouwen mag niet meer bedragen dan
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
a
De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen
mag niet meer bedragen dan
b
De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen
gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan
c Voor de bouw van onoverdekte zwembaden geldt dat:
1
de afstand tot de perceelsgrenzen niet minder
mag bedragen dan
2
de maximale totale oppervlakte van het zwembad
niet meer mag bedragen dan
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in 8.2.1 onder a voor het bouwen van aaneengebouwde woningen. Voor het bouwen van aaneengebouwde hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
a
De afstand van een woning tot de voorzijde van
de perceelgrens mag niet meer bedragen dan
b
Het maximum aantal bouwlagen mag niet meer
bedragen dan 3, indien het hoofdgebouw wordt gebouwd met een plat dak, en mag
niet meer bedragen dan 2 bouwlagen indien het hoofdgebouw wordt gebouwd met een
kap. De maximale bouwhoogte mag in ieder geval niet meer bedragen dan
c
In afwijking van het bepaalde in sub b mag ter
plaatse van de aanduiding ‘bebouwingsaccent
d
De diepte van aaneengebouwde
woningen niet meer bedraagt dan
e De oppervlakte van een woning en bijbehorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 70% van de oppervlakte van het bouwperceel.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in 8.2.1 onder g en h voor het bouwen van woningen met een diepere bouwdiepte. Voor het bouwen van deze hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
a
De diepte van een woning mag niet meer bedragen
dan
b
Het aantal bouwlagen mag niet meer bedragen dan
1, met dien verstande dat een tweede bouwlaag is toegelaten mits de oppervlakte
van deze bouwlaag niet meer bedraagt dan 25 % van de oppervlakte van de begane
grond. De maximale bouwhoogte mag in ieder geval niet meer bedragen dan
Burgemeester
en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen
van het bepaalde in 8.2.2 onder f voor het overschrijden van de bouwhoogte van
bijgebouwen tot
a De bouwhoogte dient vanuit de perceelgrens gelijkmatig op te lopen.
b De overschrijding dient vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar te zijn.
Binnen
de bestemming ‘Woongebied –
a
De omvang van aan huis gebonden beroepen mag
niet meer bedragen dan
b
Aan de Rooijseweg mag
de omvang van aan huis gebonden beroepen niet meer bedragen dan
c
De activiteit van aan huis gebonden bedrijven
mag uitsluitend worden uitgeoefend in de woningen gelegen aan de weg Rooijseweg, met dien verstande dat de omvang van deze
activiteit niet meer mag bedragen dan
d Het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken.
e De activiteit dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn in de woonomgeving.
f Aan-huis-verbonden bedrijven zijn uitsluitend toegestaan in de vorm van bedrijven die zijn genoemd in de bijlage bij deze voorschriften alsmede die bedrijven die naar aard en invloed op de omgeving hiermee gelijkgesteld kunnen worden.
g Detailhandel is niet toegestaan.
h De activiteit wordt uitgeoefend door de bewoner.
Binnen
de bestemming ‘Woongebied –
Ter plaatse van de aanduiding ‘laanbeplanting’ is het verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) het volgende werk uit te voeren of te laten uitvoeren:
a Het vellen, rooien en/of het verwijderen van bomen.
Het in lid 8.6.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
a het normale onderhoud en/of gebruik betreffen, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn;
b reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
De in lid 8.6.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud van de bestaande laanbeplanting.