33.1 bestemmingsomschrijving
33.1.1 algemeen
De voor ‘Waarde - Ecologie - Verbindingszone’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de verwezenlijking, het behoud en het beheer van een ecologische verbindingszone in de vorm van bebouwingsvrije stroken met beplanting (natuurbouw) ten behoeve van de ecologische infrastructuur met de bijbehorende natuur-, ecologische en hydrologische waarden.
33.1.2 toelaatbare bebouwing
Op deze gronden mogen, met inachtneming van de aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 33.1.1 genoemde bestemming bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden opgericht.
33.2 bouwregels
33.2.1 algemeen
In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemmingen (artikelen 3 tot en met 26) mag alleen ten behoeve van deze bestemming worden gebouwd.
33.2.2 bouwwerken, geen gebouwen zijnde
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 3 m.
33.3 afwijking van de bouwregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 33.2.1 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits het gebied niet minder geschikt wordt voor de verwezenlijking, het behoud en het beheer van een ecologische verbindingszone.
33.4 omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
33.4.1 omgevingsvergunningplichtige werken
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in lid 33.1.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen en ophogen van gronden;
het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, parkeervoorzieningen en andere oppervlakteverhardingen van meer dan 100 m²;
het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen en het aanbrengen van drainage;
het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
het verwijderen van beplanting.
33.4.2 uitzonderingen
Geen omgevingsvergunning is nodig voor:
werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die het normale onderhoud en beheer betreffen;
werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde of verleende vergunning.
33.5 wijzigingsbevoegdheid
33.5.1 wijziging naar Natuur
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming ‘Agrarisch’, ‘Agrarisch met waarden – Landschap’ of ‘Agrarisch met waarden – Natuur’ tezamen met de dubbelbestemming ‘Waarde – Ecologie - Verbindingszone’ te wijzigen in de bestemming Natuur indien en voor zover de gronden worden ingericht en beheerd als ecologische verbindingszone. Deze wijzigingsbevoegdheid mag uitsluitend worden toegepast, onder de volgende voorwaarden:
geen afbreuk wordt gedaan aan, of aantasting plaatsvindt van, in de directe omgeving aanwezige natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische, water- en bodemhuishoudkundige en milieuhygiënische waarden;
er geen sprake is van een aantoonbaar onevenredige aantasting van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden en (agrarische) bedrijven;
de ontwikkeling van deze natuurgebieden geschiedt enkel op basis van vrijwillige medewerking van de grondeigenaren;
bodemonderzoek dient aan te tonen dat de gronden geschikt zijn voor de betreffende natuurontwikkeling.
33.5.2 Verplaatsen dubbelbestemming ‘Waarde - Ecologie - Verbindingszone’
Burgmeester en wethouders zijn bevoegd de dubbelbestemming ‘Waarde - Ecologie - Verbindingszone’ te verwijderen en op een andere locatie op te nemen, indien de gronden op de andere locatie beter geschikt zijn voor inrichting en beheer als ecologische verbindingszone. Deze wijzigingsbevoegdheid mag uitsluitend worden toegepast, onder de volgende voorwaarden:
geen afbreuk wordt gedaan aan de mogelijkheid om tot realisatie van de ecologische verbindingszone over te gaan;
geen afbreuk wordt gedaan aan, of aantasting plaatsvindt van, in de directe omgeving aanwezige natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische, water- en bodemhuishoudkundige en milieuhygiënische waarden;
er geen sprake is van een aantoonbaar onevenredige aantasting van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden en (agrarische) bedrijven.
|