gemeente: Rucphen   status: Voorontwerp
plannaam: Buitengebied Rucphen   datum: 17-12-2010
 

Artikel 28 Leiding - Gas

 

28.1 bestemmingsomschrijving

 

28.1.1 algemeen

De voor Leiding - Gas aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:

      1. een ondergrondse hoofdtransportgasleiding ter plaatse van de aanduiding ‘hartlijn leiding – gas’;

      2. het beheer en onderhoud van de leiding;

      3. de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met de leiding;

      4. met de bij a tot en met c behorende:

      5. bescherminsgzones aan weerszijden van de aanduiding ‘hartlijn leiding – gas’;

      6. voorzieningen als bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

      7. (on)bebouwde gronden;

28.1.2 toelaatbare bebouwing

Op deze gronden mogen, met inachtneming van de aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 28.1.1 genoemde bestemmingen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden opgericht.

28.1.3 kwetsbare objecten

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 26) zijn op de in lid  28.1.1 bedoelde gronden geen nieuwe kwetsbare objecten toegestaan.

28.2 bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 26) mag niet worden gebouwd.

28.3 afwijking van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 28.2 voor het toestaan van bouwwerken overeenkomstig dit hoofdstuk van deze regels worden gebouwd, mits vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder.

28.4 omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden

 

28.4.1 omgevingsvergunningplichtige werken

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in lid 28.1.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

      1. het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen en ophogen van gronden;

      2. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, banen, parkeervoorzieningen en andere oppervlakteverhardingen;

      3. het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen;

      4. het aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplantingen, het bebossen en aanplanten van gronden en het vellen en/of kappen van bos of andere houtgewassen.

28.4.2 weigering

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 28.4.1 mag alleen en moet worden geweigerd indien door het uitvoeren van de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de mogelijkheid van een adequaat beheer of de veiligheid van de ondergrondse leidingen en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.

28.4.3 verlening

Een omgevingsvergunning wordt niet eerder verleend dan nadat advies is verkregen van de leidingbeheerder.

28.4.4 uitzonderingen

Geen omgevingsvergunning is nodig voor:

      1. werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die het normale onderhoud en beheer betreffen;

      2. werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde of verleende vergunning.