gemeente: Rucphen   status: Voorontwerp
plannaam: Buitengebied Rucphen   datum: 17-12-2010
 

Artikel 6 Bedrijf

 

6.1 bestemmingsomschrijving

 

6.1.1 algemeen

De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:

      1. bedrijven ter plaatse van de aanduidingen:

      2. agrarisch loonbedrijf: een agrarisch loonbedrijf;

      3. caravanstalling: een caravanstalling;

      4. detailhandel volumineus: detailhandel in volumineuze goederen;

      5. garage: een garagebedrijf;

      6. hovenier: een hovenier;

      7. opslag: opslag;

      8. specifieke vorm van bedrijf – aannemersbedrijf: een aannemersbedrijf;

      9. specifieke vorm van bedrijf – afvalinzameling: afvalinzameling;

      10. specifieke vorm van bedrijf - afvalverwerking : een afvalverwerkingsbedrijf;

      11. specifieke vorm van bedrijf – autodemonagebedrijf: een autodemontagebedrijf;

      12. specfieke vorm van bedrijf – bewateringsbedrijf: een bewateringsbedrijf;

      13. specifieke vorm van bedrijf – bosbouwmachines: reparatie en verkoop van tuin- en bosbouwmachines;

      14. specifieke vorm van bedrijf – carrosseriebouw: carrosseriebouw;

      15. specifieke vorm van bedrijf – houthandel: een houthandel en houtbewerkingsbedrijf;

      16. specifieke vorm van bedrijf – installatiebedrijf: een installatiebedrijf;

      17. specifieke vorm van bedrijf - metaalverwerkend bedrijf een metaalverwerkend

      18. bedrijf;

      19. specifieke vorm van bedrijf – metaalhandel: een metaalhandel;

      20. specifieke vorm van bedrijf - opslag en distributie: opslag en distributie;

      21. specifieke vorm van bedrijf – recycling: een recyclingbedrijf;

      22. specifieke vorm van bedrijf- stalling: een stalling voor boten, caravans en oldtimers;

      23. specifieke vorm van bedrijf – timmerbedrijf een timmerbedrijf – en werkplaats;

      24. specifieke vorm van bedrijf – transportbedrijf: een transportbedrijf;

      25. verkooppunt voor motorbrandstoffen met lpg: een verkooppunt voor motorbrandstoffen met lpg

      26. ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’ een bedrijfswoning;

      27. ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’ en ‘maximaal aantal woon-eenheden’ twee bedrijfswoningen ten behoeve van de bedrijfsvoering;

      28. aan huis gebonden beroepen met dien verstande dat het vloeroppervlak dat (mede) wordt gebruikt voor de uitoefening van het beroep niet meer mag bedragen dan 50 m2, geen sprake mag zijn van aantoonbaar onevenredige verkeersaantrekkende werking en het beroep uitgeoefend wordt door de gebruiker van de woning.

met bijbehorende wegen en paden, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

6.1.2 toelaatbare bebouwing

Op deze gronden mogen, met inachtneming van de aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 6.1.1 genoemde bestemmingen worden opgericht:

      1. gebouwen;

      2. bouwwerken geen gebouwen zijnde.

6.2 bouwregels

 

6.2.1 gebouwen

Bedrijfsgebouwen en bedrijfswoningen voldoen aan de volgende kenmerken:

      1. gebouwd binnen het bouwvlak;

      2. goot- en bouwhoogte de ter plaatse van de aanduiding maximale goot- en bouwhoogte (m) aangegeven goothoogte respectievelijk bouwhoogte;

      3. de oppervlakte van de bebouwing maximaal het ter plaatse van de aanduiding maximum oppervlakte (BVO) (m²) aangegeven maximum oppervlak, met dien verstande dat wanneer geen oppervlakte is aangeduid het bouwvlak in zijn geheel mag worden bebouwd;

      4. inhoud van de bedrijfswoning bedraagt maximaal 750 m³;

      5. goot- en bouwhoogte van de bedrijfswoning maximaal 5 respectievelijk 9 m;

      6. de afstand tot de perceelsgrenzen dient minimaal 2 m te bedragen;

      7. de dakhelling bedraagt minimaal 30° en maximaal 65°;

6.2.2 bedrijfsgebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen

In afwijking van het bepaalde in lid 6.2.1 geldt voor bedrijfsgebouwen ten behoeve van een nutsvoorziening dat de oppervlakte maximaal 15 m² en de bouwhoogte maximaal 2,5 m bedraagt.

6.2.3 aan- en uitbouwen, bijgebouwen

Aan- en uitbouwen, bijgebouwen bij de bedrijfswoning voldoen aan de volgende kenmerken:

      1. gebouwd binnen het bouwvlak;

      2. de goot- en bouwhoogte bedraagt maximaal 3,5 m respectievelijk 4,5 m;

      3. in of achter de voorgevelrooilijn van de bedrijfswoning op te richten;

      4. de oppervlakte bedraagt maximaal 100 m².

6.2.4 bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende kenmerken:

      1. bij de bedrijfswoning mag een niet overdekt zwembad worden opgericht, met dien verstande dat:

        1. gebouwd wordt binnen het bouwvlak;

        2. de afstand tot de voorgevelrooilijn van de bedrijfswoning minimaal 3 m bedraagt;

        3. de afstand tot de perceelsgrenzen minimaal 5 m bedraagt;

        4. de afstand van de woning tot het zwembad maximaal 20 m bedraagt

      2. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 4 m.

6.3 afwijking van de bouwregels

 

6.3.1 Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid onder b dan wel e, mits de maat met maximaal m wordt overschreden.

 

6.3.2 Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid onder c ten behoeve van de uitbreiding van een bedrijf, met dien verstande dat:

      1. de uitbreiding maximaal 15% bedraagt van de oppervlakte van het bestaande bedrijf exclusief bedrijfswoning en daarbij behorende bijgebouwen;

      2. er geen sprake is van een aantoonbaar onevenredige aantasting van in de omgeving aanwezige landschappelijke, natuurlijke, cultuurhistorische, bodem- en waterhuishoudkundige en milieuhygiënische waarden;

      3. er geen sprake is van een aantoonbaar onevenredige aantasting van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden en (agrarische) bedrijven;

      4. er voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid;

      5. er geen sprake is van een onevenredige verkeersaantrekkende werking;

      6. bedrijven die zijn ontstaan op een vrijkomende agrarische bedrijfslocatie mogen niet meer worden vergroot.

6.4 specifieke gebruiksregels

Onder gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en/of opstallen voor:

      1. het uitoefenen van detailhandel, anders dan als ondergeschikte nevenactiviteit bij ter plaatse uitgeoefende bedrijfsactiviteiten;

      2. de opslag van goederen en materialen op onbebouwde gronden binnen 3 meter van de bouwperceelsgrens en hoger dan 4 m;

      3. bedrijven als bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit Wet milieubeheer;

      4. bedrijven die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen;

      5. opslag van meer dan 10.000 kilo consumentenvuurwerk;

      6. inrichtingen die zijn genoemd in bijlage C en D van het Besluit m.e.r.;

      7. het gebruik van ruimten binnen de woning en/of bijgebouwen bij de woning voor aan huis verbonden bedrijfsactiviteiten.

6.5 afwijking van de gebruiksregels

 

6.5.1 ander bedrijf

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 6.1 voor het toestaan van een ander bedrijf dan ter plaatse is toegestaan, met uitzondering van nutsvoorzieningen, mits:

      1. het bedrijf is opgenomen in de categorieën 1 of 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten welke als bijlage 1 bij deze regels is gevoegd, dan wel het een bedrijf betreft dat wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk kan worden gesteld met een bedrijf genoemd in de categorieën 1 of 2;

      2. er geen sprake is van een aantoonbaar onevenredige aantasting van in de omgeving aanwezige landschappelijke, natuurlijke, cultuurhistorische, bodem- en waterhuishoudkundige en milieuhygiënische waarden;

      3. geen sprake is van een vergroting van de verkeersaantrekkende werking;

      4. parkeren op eigen terrein plaatsvindt;

      5. sprake moet zijn van een goede landschappelijke inpassing wat wordt aangetoond middels het overleggen van een landschapsplan.

6.5.2 opslag

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 6.4 voor de opslag van goederen en materialen op onbebouwde gronden tot op de bouwperceelsgrens.

6.5.3 afwijking aan huis gebonden bedrijf

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 6.4 onder g voor het toestaan van een aan huis gebonden bedrijf, met dien verstande dat:

      1. het gebruik een kleinschalig karakter heeft en zal behouden en naar aard met het woonkarakter van de omgeving in overeenstemming moet zijn;

      2. de vloeroppervlakte van de woning en bijgebouwen, aan- en uitbouwen gezamenlijk maximaal 50 m² ten behoeve van bedrijfsmatige activiteiten in gebruik mag zijn;

      3. het uitoefenen van bedrijvigheid die vergunnings- of meldingsplichtig is op grond van de Wet milieubeheer of andere milieuwetgeving niet is toegestaan, tenzij het gebruik de woonfunctie op zichzelf en in relatie tot zijn omgeving niet zal aantasten;

      4. degene die de activiteiten in de woning of het bijgebouw uitvoert tevens gebruiker van de woning is;

      5. het niet betreft zodanige verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;

      6. de uitoefening van detailhandel niet is toegestaan, uitgezonderd als ondergeschikte nevenactiviteit gerelateerd aan het desbetreffende bedrijf.

6.6 wijzigingsbevoegdheid

 

6.6.1 agrarisch bouwvlak

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming Bedrijf te wijzigen in de bestemming Agrarisch met de aanduiding ‘bouwvlak’ ten behoeve van de vestiging van een agrarisch bedrijf, onder de volgende voorwaarden:

      1. de vestiging van een intensieve veehouderij niet is toegestaan;

      2. advies ten aanzien van de noodzaak voor en de volwaardigheid en continuïteit van de bedrijfsvoering wordt gevraagd aan de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen (AAB);

      3. sprake moet zijn van een goede landschappelijke inpassing wat wordt aangetoond middels het overleggen van een landschapsplan;

      4. aangetoond wordt dat wijziging van de bestemming uitvoerbaar is;

      5. er geen sprake is van een aantoonbaar onevenredige aantasting van in de omgeving aanwezige landschappelijke, natuurlijke, cultuurhistorische, bodem- en waterhuishoudkundige en milieuhygiënische waarden;

      6. er geen sprake is van een aantoonbaar onevenredige aantasting van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden en (agrarische) bedrijven.

6.6.2 wonen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming Bedrijf met de aanduiding ‘bouwvlak’ te wijzigen in de bestemming Wonen. Deze wijzigingsbevoegdheid mag uitsluitend worden toegepast, onder de volgende voorwaarden:

      1. voor bewoning mag worden gebruikt de ten tijde van bedrijfsbeëindiging bestaande bedrijfswoning(en);

      2. de inhoud van de woning mag maximaal de inhoud van de op het moment van het wijzigingsbesluit aanwezige woning bedragen;

      3. het aantal woningen moet beperkt blijven tot het bestaande aantal woningen dat op het moment van het nemen van het wijzigingsbesluit aanwezig is;

      4. van de overtollige voormalige bedrijfsgebouwen moet een substantieel deel gesloopt worden, tenzij deze gebouwen een bijzondere cultuurhistorische waarde hebben;

      5. er geen sprake is van een aantoonbaar onevenredige aantasting van in de omgeving aanwezige landschappelijke, natuurlijke, cultuurhistorische, bodem- en waterhuishoudkundige en milieuhygiënische waarden;

      6. aangetoond wordt dat de wijziging van de bestemming uitvoerbaar is;

      7. het woon- en leefmilieu ter plaatse van de woning wordt geborgd;

      8. er geen sprake is van een aantoonbaar onevenredige aantasting van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden en (agrarische) bedrijven.