De voor ‘Maatschappelijk’ aangewezen
gronden zijn bestemd voor:
a.
educatieve,
sociaal-medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke voorzieningen alsmede
voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening;
b.
ter
plaatse van de aanduiding ‘begraafplaats’: uitsluitend een begraafplaats;
c.
wegen,
paden, pleinen, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen en andere
voorzieningen ten dienste van de bestemming.
Op deze gronden mogen, met inachtneming van
de op de verbeelding aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 9.1.1 genoemde bestemmingen worden opgericht:
a.
hoofdgebouwen;
b.
andere
bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Hoofdgebouwen mogen worden opgericht met
inachtneming van de volgende regels:
a.
de
gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak worden opgericht, met inachtneming van de op de
verbeelding aangegeven aanduidingen;
b.
de
gebouwen worden met de voorgevel gebouwd in de op de verbeelding aangegeven
(verlengde van de) gevellijn, daar waar een dergelijke lijn op de verbeelding
is aangegeven. Indien voor een bouwperceel twee gevellijnen zijn bepaald, dient
zowel de voor- als de zijgevel hierin te worden gebouwd;
c.
de
goot- en bouwhoogte bedraagt maximaal de op de verbeelding aangegeven maat, met
dien verstande dat voor kerktorens geen maximale hoogtebepaling geldt;
d.
de
dakhelling bedraagt bij toepassing van hellende dakvlakken maximaal 65º.
Andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde
mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
a.
de
bouwhoogte binnen een bouwvlak bedraagt maximaal 4,00
meter;
b.
de
bouwhoogte buiten een bouwvlak bedraagt maximaal 2,50
meter.
Het bevoegd gezag kan via een
omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
a.
lid
9.2.1, sub b voor het oprichten van een deel van de voorgevel achter de op verbeelding
aangegeven voorgevellijn, mits tenminste 50% van de totale voorgevelbreedte van
het hoofdgebouw wel in de op de verbeelding aangegeven voorgevellijn wordt gebouwd;
b.
lid
9.2.1, sub c mits deze maat met maximaal 1,00 meter zal worden overschreden.
Tot het verboden gebruik wordt in ieder
geval gerekend het uitoefenen van detailhandel, anders dan als ondergeschikte
nevenactiviteit bij ter plaatse uitgeoefende bedrijfsactiviteiten.