De voor 'Water' aangewezen gronden zijn
bestemd voor:
a.
water
ten behoeve van de waterhuishouding;
b.
waterberging
en waterlopen;
c.
rententievijvers;
d.
bergbezinkbassins;
e.
extensieve
recreatie;
f.
groenvoorzieningen,
infrastructurele voorzieningen in de vorm van bruggen, taluds en viaducten,
openbare nutsvoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen en andere
voorzieningen ten dienste van de bestemming.
Op deze gronden mogen, met inachtneming van
de op de kaart aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste
van de in lid 14.1.1 genoemde bestemmingen worden opgericht:
a.
andere
bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde
mogen worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
a.
de
bouwhoogte, anders dan voor de waterwegaanduiding, geleiding of tolheffing,
bedraagt:
bruggen en viaducten
maximaal
8,00 meter;
overige bouwwerken,
geen gebouwen zijnde maximaal 4,00
meter.