De voor ‘Groen’ aangewezen gronden zijn
bestemd voor:
a.
park,
plantsoen, bermstroken, bermsloten, waterpartijen, paden, speelvoorzieningen,
straatmeubilair, afvalverzamelvoorzieningen, nutsvoorzieningen,
geluidwerende voorzieningen;
b.
extensief
recreatief gebruik;
c.
ter
plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van water – waterretentiegebied’:
tevens een waterberging;
d.
andere
tot de bestemming behorende voorzieningen.
Op deze gronden mogen, met inachtneming van
de op de verbeelding aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 8.1.1 genoemde bestemmingen worden
opgericht:
a.
gebouwen;
b.
andere
bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Gebouwen mogen worden opgericht met
inachtneming van de volgende regels:
a.
de
oppervlakte bedraagt maximaal 15 m²;
b.
de
bouwhoogte bedraagt maximaal 3,00 meter.
Andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen
worden opgericht met inachtneming van de volgende regels:
a.
de
bouwhoogte van speeltoestellen bedraagt maximaal 4,00 meter;
b.
de
bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal 2,00
meter.