Artikel 5 |
Wonen
|
|
Bestemmingsomschrijving
|
|
De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
|
|
- wonen, in de vorm van een vrijstaande woning;
- erven en tuinen;
- bijbehorende voorzieningen zoals groen, water, parkeervoorzieningen, ontsluitingspaden, speelvoorzieningen en verharding.
|
|
Ten behoeve van het toegestane gebruik zijn op en in deze gronden toegelaten:
|
|
- gebouwen;
- bijgebouwen;
- bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
- overkappingen;
- doeleinden van openbaar nut.
|
|
Bouwregels
|
|
Hoofdgebouwen
|
|
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
|
|
- de goothoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' is aangegeven;
- de dakhelling mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'minimale-maximale dakhelling (graden)' is aangegeven;
- de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens dient tenminste 3 meter te bedragen;
- de inhoud mag maximaal 750 m3 bedragen.
|
|
Bijgebouwen
|
|
Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:
|
|
- bijgebouwen mogen worden gebouwd op een afstand van tenminste 2 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw;
- de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen mag ten hoogste 100 m2 bedragen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen ten hoogste 250 m2 mag bedragen;
- de goothoogte van het bijgebouw mag maximaal 4 meter bedragen;
- de bouwhoogte van het bijgebouw mag maximaal 6 meter bedragen.
|
|
Bouwwerken, geen gebouw zijnde
|
|
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte maximaal 2 meter mag bedragen.
|
|
Ontheffing van de bouwregels
|
|
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 5.1.1 voor de uitoefening van bedrijfsmatige activiteiten en/of beroepsmatige activiteiten in of bij een woning, met dien verstande dat:
|
|
- de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijft;
- het vloeroppervlak ten behoeve van het beroep aan huis of een bedrijf aan huis ten hoogste 40% bedraagt van het gezamenlijk vloeroppervlak van het hoofdgebouw tot een maximum van 50 m²;
- geen activiteiten plaatsvinden die vallen onder de Wet milieubeheer;
- het gebruik een kleinschalig karakter heeft en zal behouden;
- het gebruik naar aard met het woonkarakter van de omgeving in overeenstemming moet zijn en het geen publiekgerichte voorzieningen betreft;
- het gebruik de woonfunctie dient te ondersteunen, waarbij degene die de activiteiten uitvoert tevens gebruiker van de woning is;
- het onttrekken van (een deel van) de bij de desbetreffende woning behorende garage aan de bestemming slechts is toegestaan, indien op het bij de woning behorende erf tenminste één parkeerplaats aanwezig is of gelijktijdig wordt aangelegd;
- geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd een beperkte verkoop in het klein in verband met een beroeps- of bedrijfsmatige activiteit;
- geen onevenredige verstoring van een evenwichtige opbouw van de voorzieningenstructuur mag plaatsvinden;
- het niet geoorloofd is om zowel de woning als bijgebouwen ten behoeve van de beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten in gebruik te hebben.
|
HOOFDSTUK 3 |
ALGEMENE REGELS
|