24.1 Bestemmingsomschrijving
De gronden op de verbeelding aangewezen voor Wonen – zonder bebouwing
(W–Z) zijn bestemd voor:
a
wonen;
b
tuinen, erven en verhardingen;
c groenvoorzieningen;
d
een bufferzone ter plaatse van de
aanduiding ‘bufferzone’;
e
bouwwerken,
geen gebouwen zijnde waaronder begrepen erf- en terreinafscheidingen,
uitsluitend voor zover deze bouwwerken nodig zijn voor het beheer en onderhoud
van de tuinen.
Ter plaatse van de
aanduiding ‘bufferzone’ zijn de in artikel 24 lid 24.1 genoemde gronden tevens
bestemd om als buffer te fungeren tussen het woongebied en de bestaande natuur-
en landschapswaarden, grenzend aan het plangebied.
24.3 Bouwregels
24.3.1 Algemeen
Op of in
deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
24.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen
zijnde
Voor het bouwen
van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
a
De hoogte van erf- en terreinafscheidingen, van de
voet af gemeten, mag niet meer bedragen dan
b
De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die
niet onder a zijn begrepen, mag niet meer bedragen dan
24.4 Nadere eisen
a
Burgemeester
en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en
afmeting van de bebouwing.
b
De
onder a genoemde nadere eisen mogen slechts worden gesteld voor een
verantwoorde en evenwichtige natuurlijke en landschappelijke inpassing en ter
waarborging van de aanwezige en te herstellen natuur- en landschapswaarden en
ter voorkoming van een onevenredige aantasting van aangrenzende gronden.
Het is ter plaatse van de aanduiding ‘bufferzone’ verboden, zonder of in
afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en wethouders
(aanlegvergunning), op of in deze gronden de volgende werken, geen bouwwerken
zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
a het kappen
en/of rooien van bomen en/of houtgewas;
b de aanleg
van bestratingen of andere oppervlakteverhardingen;
c de aanleg
van onder- of bovengrondse hoofdtransportleidingen voor gassen, vloeistoffen,
energie of telecommunicatie;
d de aanleg van andere
ondergrondse constructies, installaties, leidingen of apparatuur;
e het verwijderen van bomen of
andere opgaande beplanting;
f het verwijderen van
bodemvegetatie;
g het winnen van bosstrooisel;
h het
egaliseren of anderszins ophogen of afgraven van gronden.
De
in sub 24.5.1 bedoelde vergunning kan slechts worden verleend, indien er geen
afbreuk wordt gedaan aan het karakter van het bosgebied en de natuurlijke en
landschappelijke waarden van het bosgebied.
24.5.3 Uitzonderingen
Het bepaalde in sub 24.5.1 is niet van toepassing op:
a
werken en werkzaamheden die het normale
onderhoud betreffen overeenkomstig de bestemming van deze gronden, dan wel van
ondergeschikte betekenis zijn en/of voortvloeien uit het normale gebruik overeenkomstig
de bestemming;
b
werken en werkzaamheden, die op het tijdstip,
waarop het plan rechtskracht verkrijgt, in uitvoering zijn.