Inhoud

Hoofdstuk 1    Inleidende regels  1

Artikel 1   Begrippen   1

Artikel 2   Wijze van meten   9

Hoofdstuk 2    Bestemmingsregels  11

Artikel 3   Bedrijf  11

Artikel 4   Bedrijf – Nutsvoorziening   14

Artikel 5   Centrum    15

Artikel 6   Gemengd   17

Artikel 7   Groen   20

Artikel 8   Horeca   23

Artikel 9   Kantoor  25

Artikel 10 Maatschappelijk   27

Artikel 11 Tuin   29

Artikel 12 Verkeer  31

Artikel 13 Water  33

Artikel 14 Wonen   34

Artikel 15 Woongebied   39

Artikel 16 Leiding   42

Artikel 17 Waarde – Beschermd stads- en dorpsgezicht  44

Artikel 18 Waarde – Monumentale bomen   46

Artikel 19 Waterstaat–Waterhuishoudkundige en/of  48

waterstaatkundige functie   48

Hoofdstuk 3    Algemene regels  49

Artikel 20 Anti-dubbeltelregel 49

Artikel 21 Algemene bouwregels  49

Artikel 22 Algemene gebruiksregels  50

Artikel 23 Algemene aanduidingsregels  51

Artikel 24 Algemene afwijkingsregels  51

Artikel 25 Algemene wijzigingsregels  52

Artikel 26 Overige regels  53

Hoofdstuk 4    Overgangs- en slotregels  54

Artikel 27 Overgangsrecht  54

Artikel 28 Slotregel 55

 


 

Bijlage:              Staat van bedrijfsactiviteiten .

 



Artikel 11       Tuin

11.1   Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Tuin’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a          tuinen en groenvoorzieningen bij woningen;

b          inritten;

c          parkeren;

d          ondergrondse parkeervoorzieningen ter plaatse van de aanduiding ‘parkeergarage’.

 

11.2   Bouwregels

 

11.2.1                     Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

a          Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van het bepaalde onder 11.2.2 en 11.2.3.

b          Indien in afwijking van het bepaalde onder a ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp van het plan al gebouwen aanwezig zijn, dan mogen deze gebouwen in de huidige vorm en situering worden gehandhaafd.

 

11.2.2                     Uitbreiding van de woning

Voor het bouwen van uitbreidingen aan een woning op de aangrenzende bestemming ‘Wonen’ gelden de volgende bepalingen:

a          De diepte van de uitbreiding mag niet meer bedragen dan 1,5 m.

b          De uitbreiding mag niet meer bedragen dan 1 bouwlaag.

c          De breedte van de uitbreiding bedraagt niet meer dan tweederde van de voorgevelbreedte van de woning.

d          Indien de uitbreiding wordt uitgevoerd in combinatie met een luifel, dan dient deze luifel een open constructie te zijn met een breedte van niet meer dan eenderde van de voorgevelbreedte en mag de uitbreiding inclusief luifel over de gehele breedte van de voorgevel worden gebouwd in verhouding tweederde-eenderde.

 

11.2.3                     Ondergrondse parkeervoorzieningen

Voor het bouwen van een ondergrondse parkeervoorzieningen gelden de volgende bepalingen:

a          Een ondergrondse parkeervoorziening mag uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding ‘parkeergarage’.

b          De verticale diepte mag niet meer bedragen dan 3,5 m.

 

11.2.4                     Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

a          De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 1 m.

b          De bouwhoogte van overige tuinmeubilair, zoals vlaggenmasten, pergola’s, etc. mag niet meer bedragen dan 4 m.

 

11.3   Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik ten behoeve van het parkeren van motorvoertuigen op de gronden gelegen vóór de voorgevel van het deel van een woning, dat gezien de bouwhoogte, als belangrijkste onderdeel van de woning kan worden aangemerkt.

 

11.4   Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 11.3 voor het parkeren van motorvoertuigen voor de voorgevel van een woning, met dien verstande dat:

a          het stedenbouwkundig beeld niet wordt geschaad;

b          geen onevenredige schade wordt toegebracht aan het woonmilieu en aan de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;

c          het aantal parkeerplaatsen op de openbare weg niet wordt verminderd.