Inhoud
Artikel 4 Bedrijf –
Nutsvoorziening
Artikel 17 Waarde –
Beschermd stads- en dorpsgezicht
Artikel 18 Waarde –
Monumentale bomen
Artikel 19 Waterstaat–Waterhuishoudkundige
en/of
Artikel 20 Anti-dubbeltelregel
Artikel 21 Algemene
bouwregels
Artikel 22 Algemene
gebruiksregels
Artikel 23 Algemene
aanduidingsregels
Artikel 24 Algemene
afwijkingsregels
Artikel 25 Algemene
wijzigingsregels
Hoofdstuk 4 Overgangs-
en slotregels
Bijlage: Staat van bedrijfsactiviteiten .
De voor ‘Tuin’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a tuinen en groenvoorzieningen bij woningen;
b inritten;
c parkeren;
d ondergrondse parkeervoorzieningen ter plaatse van de aanduiding ‘parkeergarage’.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
a Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van het bepaalde onder 11.2.2 en 11.2.3.
b Indien in afwijking van het bepaalde onder a ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp van het plan al gebouwen aanwezig zijn, dan mogen deze gebouwen in de huidige vorm en situering worden gehandhaafd.
Voor het bouwen van uitbreidingen aan een woning op de aangrenzende bestemming ‘Wonen’ gelden de volgende bepalingen:
a
De diepte van de uitbreiding mag niet meer
bedragen dan
b De uitbreiding mag niet meer bedragen dan 1 bouwlaag.
c De breedte van de uitbreiding bedraagt niet meer dan tweederde van de voorgevelbreedte van de woning.
d Indien de uitbreiding wordt uitgevoerd in combinatie met een luifel, dan dient deze luifel een open constructie te zijn met een breedte van niet meer dan eenderde van de voorgevelbreedte en mag de uitbreiding inclusief luifel over de gehele breedte van de voorgevel worden gebouwd in verhouding tweederde-eenderde.
Voor het bouwen van een ondergrondse parkeervoorzieningen gelden de volgende bepalingen:
a Een ondergrondse parkeervoorziening mag uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding ‘parkeergarage’.
b
De verticale diepte mag niet meer bedragen dan
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
a
De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen
mag niet meer bedragen dan
b
De bouwhoogte van overige tuinmeubilair, zoals
vlaggenmasten, pergola’s, etc. mag niet meer bedragen dan
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik ten behoeve van het parkeren van motorvoertuigen op de gronden gelegen vóór de voorgevel van het deel van een woning, dat gezien de bouwhoogte, als belangrijkste onderdeel van de woning kan worden aangemerkt.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 11.3 voor het parkeren van motorvoertuigen voor de voorgevel van een woning, met dien verstande dat:
a het stedenbouwkundig beeld niet wordt geschaad;
b geen onevenredige schade wordt toegebracht aan het woonmilieu en aan de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
c het aantal parkeerplaatsen op de openbare weg niet wordt verminderd.