Inhoudsopgave
Artikel 2 Waarde – Archeologie 1
HOOFDSTUK
3 Overgangs- en slotregels
het bestemmingsplan “Bedrijventerrein
Weststad – Statendam, herziening I (2014)” van de gemeente Oosterhout.
de geometrisch bepaalde
planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0826.BSPhz1indweststad-VA01
met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).
een geometrisch bepaald vlak of
figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden
gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding
indien het een vlak betreft.
één of meer gebouwen en/of
bouwwerken geen gebouwen zijnde.
-
ten
aanzien van bebouwing:
bebouwing, zoals aanwezig op het
tijdstip dat het plan in werking is getreden;
-
ten
aanzien van gebruik:
het gebruik van grond en
opstallen, zoals aanwezig op het tijdstip dat het plan in werking is getreden.
een geometrisch bepaald vlak,
waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en
bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang
van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met
de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
doeleinden ten behoeve waarvan
gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan.
elk bouwwerk, dat een voor mensen
toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een vergunning voor het uitvoeren
van een project dat invloed heeft op de fysieke leefomgeving, op grond van de
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna Wabo).
omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde,
of van werkzaamheden:
omgevingsvergunning voor het
uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, op grond van
artikel 2.1, lid 1, onder b, van de Wabo.
omgevingsvergunning voor het afwijken:
omgevingsvergunning voor het gebruiken
van gronden of bouwwerken in strijd met dit plan met toepassing van de in dit
plan opgenomen regels inzake afwijking, op grond van artikel 2.1, lid 1, onder
c, jo. artikel 2.12, sub a, onder 1, van de Wabo.
omgevingsvergunning voor het bouwen:
omgevingsvergunning voor het
bouwen van een bouwwerk, op grond van artikel 2.1, lid 1, onder a, van de Wabo.
omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk:
omgevingsvergunning voor het
slopen van een bouwwerk, op grond van artikel 2.1, lid1, onder g, van de Wabo.
lijn die de grens dan wel
scheiding tussen verschillende aanduidingen vormt.
Artikel 2 Waarde – Archeologie 1
Bestemmingsomschrijving
Voor de voor ‘Waarde –
Archeologie 1’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar op grond van het
bestemmingsplan “Bedrijventerrein Weststad-Statendam” voorkomende bestemmingen,
in navolging van de uitspraak van de Raad van State van 2 oktober 2013 over dit
bestemmingsplan, geen nadere gemeentelijke regels in aanvulling op de
wettelijke regels van de Monumentenwet 1988 voor de bescherming van de
(potentieel) aanwezige archeologische waarden.
HOOFDSTUK 3 Overgangs- en slotregels
a Een bouwwerk dat op het tijdstip
van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan
wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en
afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt
vergroot,
1. gedeeltelijk worden vernieuwd of
veranderd;
2. na het teniet gaan ten gevolge
van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van
de vergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is
teniet gegaan.
b Het bevoegd gezag kan eenmalig in
afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het
vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het bepaalde onder a
met maximaal 10%.
c Het bepaalde onder a is niet van
toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van
inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd
met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat
plan.
a Het gebruik van grond en bouwwerken
dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en
hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
b Het is verboden het met het
bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, te
veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik,
tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
c Indien het gebruik, bedoeld in
het bepaalde onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor
een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik
daarna te hervatten of te laten hervatten.
d Het bepaalde onder a is niet van
toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende
bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald
als: regels van het bestemmingsplan “Bedrijventerrein Weststad – Statendam,
herziening I (2014)”.