De voor ‘Kantoor’ aangewezen gronden zijn bestemd
voor:
a
kantoren;
b
dienstverlening;
c
voorzieningen
voor verkeer en verblijf;
d
tuinen en erven;
e
groenvoorzieningen;
f
water en
waterhuishoudkundige voorzieningen.
Het bouwvlak mag volledig worden bebouwd.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende
bepalingen:
a
Gebouwen mogen uitsluitend
binnen het aangegeven bouwvlak worden gebouwd.
b
De goothoogte
mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot- en
bouwhoogte (m)’ is aangegeven.
c
De bouwhoogte
mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot- en
bouwhoogte (m)’ is aangegeven.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde
gelden de volgende bepalingen:
a
Bouwwerken, geen
gebouwen zijnde mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd.
b
De bouwhoogte
van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2,5 m, met
dien verstande dat de bouwhoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de naar
de weg gekeerde gevel van een gebouw niet meer mag bedragen dan
c
De bouwhoogte
van vlaggenmasten en antennes mag niet meer bedragen dan
d
De bouwhoogte
van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning
verlenen voor het afwijken van het bepaalde in:
a
lid 10.2.3 onder
b voor het toestaan van hogere erf- en terreinafscheidingen voor de naar de weg
gekeerde gevel van een gebouw, mits:
1
de bouwhoogte
niet meer bedraagt dan
2
dit uit veiligheidsoverwegingen
noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering;
3
dit passend is
binnen de stedenbouwkundige structuur van de omgeving en het plaatselijk
straatbeeld;
4
hiertegen geen
bezwaren zijn uit oogpunt van verkeersveiligheid.