De als “Molenbiotoop (dubbelbestemming)” op de kaart aangegeven gronden zijn mede bestemd voor het beschermen van de functie van de in dit gebied voorkomende molen als werktuig en van zijn waarde als beeldbepalend element.
Op voor de molen vrije windvang te garanderen en het zicht op de molen veilig te stellen geldt binnen de op de plankaart als molenbiotoop aangeduide gronden dat:
a. binnen een straal van 100 m¹, gerekend vanaf het middelpunt van de molen, geen bebouwing mag worden opgericht hoger dan het onderste punt van de verticale wiek;
b. binnen een straal van 100 tot 400 m¹, gerekend vanaf het middelpunt van de molen, geen bebouwing mag worden opgericht met een grotere hoogte dan 1/30 van de afstand, gemeten tussen de bebouwing of beplanting en het onderste punt van de verticaal staande wieken van de molen.
Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in 18.2. voor het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de bestemming, waarmee de onderhavige bestemming samenvalt, mits:
a. voldaan wordt aan hetgeen in de andere bestemming ten aanzien van bebouwing wordt bepaald;
b. de belangen van de molen niet onevenredig worden aangetast. Hierover dient tevoren advies te zijn ingewonnen bij een onafhankelijke deskundige.
a. het aanbrengen van bovengrondse constructies, installaties of apparatuur;
b. het ophogen van gronden;
c. het beplanten met bomen, heesters en andere hoog opgaande beplanting.
a. werken en werkzaamheden, welke een hoogte hebben die kleiner of gelijk is aan de hoogte die op grond van het bepaalde in 18.2. voor bouwwerken is toegestaan;
b. het ophogen van gronden tot aan het bestaande peil van de voet van de molen;
c. werken en werkzaamheden waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan aanlegvergunning is verleend;
d. werken en werkzaamheden welke ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren;
e. werken en werkzaamheden welke het normale onderhoud, beheer en gebruik betreffen.