De als “Maatschappelijke doeleinden” (M) op de kaart aangewezen gronden zijn bestemd voor:
b. binnen de gronden aangeduid met “(br)” (brandweerkazerne toegestaan): voor een brandweerkazerne;
c. binnen de gronden aangeduid met “(tp)” (tandartspraktijk toegestaan): voor een tandartspraktijk;
d. woondoeleinden, uitsluitend in de vorm van een dienstwoning ter plaatse van de aanduiding “(dw)” (dienstwoning toegestaan) op de kaart;
f. het behoud, beheer en herstel van de op de kaart als “rijksmonument” of “beeldbepalend pand” aangeduide gebouwen;
één en ander met de bijbehorende voorzieningen zoals tuinen, erven, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen en paden.
a. Gebouwen mogen uitsluitend worden gesitueerd binnen de op de kaart aangegeven "bouwzone".
b. De goothoogte mag niet meer bedragen dan aangegeven op de kaart.
c. De bebouwingshoogte mag niet meer bedragen dan aangegeven op de kaart.
d. De dakhelling mag niet minder bedragen dan 25° en niet meer dan 65°, met dien verstande dat de voorgeschreven dakhelling niet van toepassing is op 40% van de bebouwde oppervlakte. Deze bepaling geldt niet voorzover de op de kaart aangegeven goot- en bebouwingshoogte in één bouwvlak gelijk zijn aan elkaar.
- de bestaande bebouwde oppervlakte mag niet worden vergroot;
- de bestaande dakhelling mag niet worden vergroot of verkleind.
a.
De hoogte van erf- of terreinafscheidingen mag
niet meer bedragen dan
b.
De hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen
zijnde, mag niet meer bedragen dan
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd, tenzij het betreft bouwwerken als bedoeld in artikel 43 van de Woningwet (vergunningvrije bouwwerken), nadere eisen te stellen ten aanzien van:
a. de plaatsing van gebouwen, en
b. de plaatsing en afmetingen van andere bouwwerken,
ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de cultuurhistorische waarden van de op de kaart als “rijksmonument” of “beeldbepalend pand” aangeduide gebouwen.
a. de afwijkende maatvoering niet meer dan 10% bedraagt;
b. de cultuurhistorische en monumentale waarden van het op de kaart aangeduide “rijksmonument” niet onevenredig worden aangetast;
c. de verandering geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat van de aangrenzende bouwpercelen met zich meebrengt. Dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende bouwpercelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
d. de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving niet onevenredig wordt aangetast.
a. uitsluitend kunnen worden toegestaan voorzieningen die naar aard en omvang en invloed op het milieu en de omgeving gelijk te stellen zijn met de in 9.2.2. toegestane voorzieningen;
b. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
c. de verkeersaantrekkende werking wordt niet vergroot.