INHOUDSOPGAVE

 

Artikel 19.    Algemene wijzigingsbevoegdheid

19.1.         Plaats bestemmingsgrens

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten aanzien van de plaats van de bestemmingsgrens, voor zover de afwijking van geringe aard is en ten aanzien van ondergeschikte punten, wanneer dit met het oog op de praktische uitvoering gerechtvaardigd is respectievelijk indien de aanpassing aan de terreingesteldheid dit noodzakelijk maakt en de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad.

19.2.         Wijziging naar cultuur en ontspanning

Burgemeester en wethouders zijn ingevolge artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening bevoegd de bestemming van de gronden binnen dit plan te wijzigen in “cultuur en ontspanning” ten behoeve van de nieuwvestiging van een museum. Hierbij dient te worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

a.    binnen de bestemming is een (gebouw ten behoeve van een) museum of daaraan verwante instelling toegestaan, met de bijbehorende voorzieningen, zoals tuinen, erven, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen en paden, alsmede bouwwerken, geen gebouwen zijnde; tevens is ondersteunende horeca toegestaan, zoals een coffeecorner/ restauratie;

b.    nieuwvestiging van een museum is uitsluitend toegestaan op gronden gelegen aan de Nieuwstraat, Markt, Rijkesluisstraat, Gasthuisstraat en het binnen deze vier straten liggende gebied, aan de Koestraat of het Standaardplein;

c.    het woon- en leefmilieu van de omgeving mag niet onevenredig worden aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt, zoals op het gebied van privacy, bezonning, uitzicht en dergelijke;

d.    in de omgeving dient voldoende parkeergelegenheid aanwezig te zijn ten behoeve van het museum;

e.    de voorschriften van de bestemming cultuur en ontspanning (Artikel 6) zijn van overeenkomstige toepassing;

f.     de wijziging mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de cultuurhistorische waarden van het beschermd dorpsgezicht, het historisch stedenbouwkundig waardevol gebied en de op de kaart aangeduide monumenten en beeldbepalende panden;

19.3.         Gebied wijzigingsbevoegdheid 1

Burgemeester en wethouders zijn ingevolge artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening bevoegd de bestemming van de gronden binnen het op de kaart aangegeven gebied wijzigingsbevoegdheid 1 te wijzigen in “wonen”, “tuin” en “verkeer - verblijf”. Hierbij dient te worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

a.    binnen de bestemming zijn woningen toegestaan met de bijbehorende voorzieningen zoals tuinen, erven, groenvoorzieningen, straten, parkeervoorzieningen en paden;

b.    het woon- en leefmilieu van de omgeving mag niet onevenredig worden aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt, zoals op het gebied van privacy, bezonning, uitzicht en dergelijke;

c.    er mogen maximaal 4  vrijstaande woningen worden gerealiseerd;

d.    voor de woningen dient voldoende parkeergelegenheid gerealiseerd te worden;

e.    de goothoogte mag maximaal 4 m bedragen en de bouwhoogte maximaal 9 m;

f.     op de wijzigingskaart dienen binnen de bestemming “wonen” bouwvlakken te worden aangegeven;

g.    de voorschriften van de bestemmingen wonen (Artikel 13), tuin (Artikel 11) en verkeer - verblijf (Artikel 12) zijn van overeenkomstige toepassing;

h.    uit een onderzoek naar de bodemkwaliteit dient te blijken dat de bodem geschikt is voor de nieuwe functie;

i.      uit milieuhygiënisch oogpunt mogen geen bezwaren bestaan;

j.      door middel van een flora- en faunaonderzoek dient te worden aangetoond dat voldaan wordt aan de natuurbeschermingswetgeving;

k.    door middel van een onderzoek naar de waterstaatkundige consequenties dient te worden aangetoond dat het waterbelang voldoende is meegewogen. Dit onderzoek dient in overeenstemming met het waterschap tot stand te komen;

l.      de wijziging mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de cultuurhistorische waarden van het beschermd dorpsgezicht, het historisch stedenbouwkundig waardevol gebied en de op de kaart aangeduide monumenten en beeldbepalende panden;

m.  voldaan dient te worden aan de bepalingen uit de Wet geluidhinder.