Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Windpark Kattenberg - Reedijk
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0823.BPBGwindpark2010-VAST

Artikel 4 Bos

 
4.1 Bestemmingsomschrijving
 
4.1.1 De voor Bos aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. bos en bebossing;
b. behoud van bosgroeiplaats;
c. behoud, herstel en ontwikkeling van de ecologische en waarden van beboste gronden en
verspreide houtopstanden;
d. behoud, herstel en ontwikkeling van de cultuurhistorische en landschappelijke waarden van
beboste gronden en verspreide houtopstanden;
e. behoud en bescherming van aardkundige waarden;
f. overdraaien van rotorbladen van een windturbine;
met ondergeschikt aan a tot en met e:
h. paden en wegen;
i. houtproductie;
j. extensief recreatief medegebruik;
k. waterhuishoudkundige doeleinden;
l. parkeervoorzieningen;
met de bij a tot en met e behorende:
m. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
 
4.2 Bouwregels
 
4.2.1 Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
 
4.2.2 Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte van
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer dan 2 m mag bedragen.
 
4.3 Specifieke gebruiksregels
 
4.3.1 In aanvulling op het bepaalde in artikel 7.10 Wro wordt onder strijdig gebruik met de
bestemming in ieder geval begrepen gebruik van gronden of bouwwerken, voor:
a. de uitoefening van een agrarisch bedrijf;
b. als standplaats voor kampeermiddelen;
c. het winnen van bosstrooisel of mos;
d. militaire doeleinden;
e. het opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest, behoudens voor zover
noodzakelijk voor het op de bestemming gerichte gebruik;
f. lawaaisporten;
g. verblijfsrecreatie.
 
4.4 Ontheffing van de gebruiksregels
 
4.4.1 Burgemeester en wethouders verlenen, met inachtneming van de procedureregels in
artikel 9, ontheffing van het bepaalde in artikel 4.3.1, indien strikte toepassing daarvan zou
leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door
dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
 
4.4.2 De in artikel 4.4.1 genoemde ontheffing kan slechts worden verleend indien geen
onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de
landschappelijke en / of natuurwaarden van de gronden.
 
4.5 Omgevingsvergunning
 
4.5.1 Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester
en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk
zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en
werkzaamheden uit te voeren:
a. het vellen of rooien van houtopstanden dan wel zodanig handelingen te verrichten die
ernstige schade aan houtopstanden kunnen veroorzaken;
b. het vergraven, afgraven, ophogen en egaliseren van de gronden;
c. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, parkeergelegenheden en
andere oppervlakteverhardingen;
d. het aanleggen van waterlopen en het vergraven, verruimen en dempen van bestaande
waterlopen;
e. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transportleidingen, energie en/of
communicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en
apparatuur;
f. het verrichten van handelingen die de dood of ernstige beschadiging van beplanting tot
gevolg kunnen hebben.
 
4.5.2 Het in artikel 4.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:
a. die het normale onderhoud betreffen in het kader van bos- en natuurbeheer;
b. waarvoor op het tijdstip van het van kracht van dit plan reeds aanlegvergunning is
verleend;
c. die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
 
4.5.3 De in artikel 4.5.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend wanneer geen
onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de
landschappelijke, aardkundige, cultuurhistorische en/of natuurwaarden van de gronden.