Artikel 10 Algemene afwijkingsregels

 

10.1 Algemene afwijkingen

Het bevoegd gezag kan toestemming verlenen om af te wijken van de regels en toestaan dat:

    1. het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geven;

    2. bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;

    3. de maximale bouwhoogte van gebouwen wordt overschreden ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals luchtbehandelingsapparatuur, liftopbouwen en lichtkappen, mits:

  1. over een oppervlakte van maximaal 50 m²;

  2. hoogte maximaal 25% boven toegestane bouwhoogte betreffend gebouw;

  3. hoogte bouwwerken, geen gebouwen zijnde:

d. kunstwerken maximaal 15 m

e. zend-, ontvang- en/of sirenemasten maximaal 40 m

f. overige maximaal 10 m;

g. nutsvoorzieningen worden opgericht, zoals transformatorhuisjes en gemaalgebouwtjes met:

  1. oppervlakte maximaal 50 m²

  2. hoogte maximaal 3,50 m.

h. straatmeubilair wordt geplaatst, met:

  1. oppervlakte maximaal 5 m²

  2. hoogte maximaal 2,50 m;

i. jongerenontmoetingsplekken worden geplaatst, met:

  1. oppervlakte maximaal 25 m²

  2. hoogte maximaal 3 m;

j. de onder a tot en met i genoemde afwijkingen kunnen uitsluitend worden verleend mits er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  1. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden;

  2. het straat- en bebouwingsbeeld,

  3. de woonsituatie;

  4. de milieusituatie;

  5. de sociale veiligheid;

  6. de verkeersveiligheid.