De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a
behoud, herstel en/of ontwikkeling van het bos/bosschages en de bijbehorende
bosgroeiplaats;
b
behoud, herstel en/of ontwikkeling van de houtteelt/houtproductie;
c
behoud, herstel en/of ontwikkeling
van de landschappelijke waarden;
d
behoud, herstel en/of ontwikkeling
van de ecologische en natuurwaarden;
e
een parkeervoorziening ter plaatse
van de aanduiding ‘parkeerterrein’;
f
(onverharde) paden, wegen en parkeervoorzieningen;
g
water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
h
extensief recreatief medegebruik.
Op of in deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen
zijnde worden gebouwd voor extensief recreatief medegebruik, met uitzondering
van speelvoorzieningen, mits de bouwhoogte niet meer bedraagt dan
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen
voor het afwijken van het
bepaalde in lid 8.2 voor het bouwen van een brand- of uitkijktoren, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
a
De bouwhoogte bedraagt niet meer dan
b
De oppervlakte bedraagt niet meer n dan
c
Het aantal en de situering van de brand- en/of uitkijktorens doet
geen onevenredige afbreuk aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de
ecologische waarden, natuurwaarden en landschappelijke waarden.
Binnen deze bestemmingen is het gebruik van de gronden ten behoeve
van motorcross en lawaaisporten niet toegestaan.
8.5.1 Werken en werkzaamheden
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning
de volgende
werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
a
het
verzetten of vergraven van grond waarbij het maaiveld over meer dan
b
het
omzetten van grond of uitvoeren van bodemingrepen dieper dan
c
het
aanleggen of verdiepen (van oevers, profiel, doorstroom- of bergingscapaciteit)
van waterlopen, sloten en greppels;
d
het
verlagen van de grondwaterstand door aanleg van drainage of door bemaling en/of
bronnering;
e
het
verwijderen of rooien van bos-, natuur- en
landschapselementen en ander opgaand houtgewas zonder agrarische
productiefunctie.
f
het
aanleggen of aanplanten van hoger dan
g
het
permanent (voor meer dan 2 jaar aaneengesloten) omzetten van grasland naar een
ander bodemcultuur.
h
het
verwijderen van perceelsindelingen, zoals tot uiting komend in greppels,
sloten, steilranden.
i
het
verwijderen van onverharde wegen of paden;
j
het
aanleggen en/of verharden van wegen, paden, parkeerterreinen of het aanbrengen
van andere oppervlakteverhardingen.
8.5.2 Uitzonderingen
Het in lid 8.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken
en werkzaamheden welke:
a
het normale onderhoud en/of gebruik betreffen, dan wel van
ondergeschikte betekenis zijn.
b
reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende omgevingsvergunning
reeds mogen
worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
8.5.3 Toelaatbaarheid
De in lid 8.5.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden
verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het
herstel en de ontwikkeling van de in de bestemmingsomschrijving genoemde
waarden.