De voor ‘Sport’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a
sportvoorzieningen
in de vorm van sportterreinen en -velden;
b
een
modelvliegtuigbaan uitsluitend ter plaatse van de aanduiding
‘modelvliegtuigbaan’;
c
een gildeterrein uitsluitend ter
plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van sport – gildeterrein’;
d
een
politiehondenvereniging uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke
vorm van sport – politiehondenvereniging’;
e
een
scoutingterrein uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van
sport – scoutingterrein’;
f
zend- en ontvangstinstallaties
uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘zend – ontvangstinstallatie’;
g
aan
de in a genoemde functie ondergeschikte horeca;
h
terras,
tuinen, erven en terreinen;
i
(onverharde)
paden, wegen en parkeervoorzieningen;
j
water, waterhuishoudkundige voorzieningen en nutsvoorzieningen;
k
groenvoorzieningen;
l
behoud,
herstel en/of ontwikkeling van ecologische waarden, natuurwaarden en/of
landschappelijke waarden.
19.2.1 Algemeen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende voorwaarden:
a
Gebouwen en overkappingen zijn
uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak tenzij anders bepaald.
b
Het bouwvlak mag volledig worden
bebouwd, met dien verstande dat de afstand van gebouwen tot de zijdelingse en
achterste bestemmingsgrens niet minder bedraagt dan
c Binnen deze bestemming zijn geen bedrijfswoningen toegestaan.
d Indien tussen de bestemmingsvlakken de aanduiding ‘relatie’ is aangegeven worden deze bestemmingsvlakken aangemerkt als één bestemmingsvlak.
19.2.2 Gebouwen en overkappingen
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende voorwaarden:
a
De
goothoogte bedraagt niet meer dan
b
De
bouwhoogte bedraagt niet meer dan
19.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen
zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken,
geen gebouwen zijnde, gelden de volgende voorwaarden:
a
De bouwhoogte van erf- en
terreinafscheidingen bedraagt niet meer dan
b
De bouwhoogte van kogelvangers ter plaatse
van de aanduiding ‘specifieke vorm van sport - gildeterrein’ bedraagt niet meer dan
c
De bouwhoogte van lichtmasten bedraagt niet meer dan
d
De bouwhoogte van de zend- en
ontvangstinstallatie bedraagt ter plaatse van de aanduiding ‘zend –
ontvangstinstallatie’ bedraagt niet meer dan
e
De bouwhoogte van overige
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt niet meer dan
19.3 Afwijken van de bouwregels
Het
bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 19.2.1 onder b voor het bouwen binnen