gemeente: Hilvarenbeek   status: Vastgesteld
plannaam: Moergestelseweg 11, Haghorst   datum: 09-11-2010
 

1 Inleidende regels

 

Artikel 1 Begrippen

plan

het bestemmingsplan ‘Moergestelseweg 11, Haghorst’ van de gemeente Hilvarenbeek;

bestemmingsplan

de geometrische bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.BPMoergestelsew11-va01 met bijbehorende regels;

aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen

de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen, gevestigd te Tilburg;

agrarisch bedrijf

een al dan niet grondgebonden bedrijf, dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, met dien verstande dat de verkoop in het klein als niet-zelfstandig onderdeel van het agrarisch bedrijf geacht wordt tot de agrarische bedrijfsvoering te behoren, mits deze verkoop beperkt blijft tot in het bedrijf geproduceerde goederen;

agrarische bedrijvigheid

een vorm van gebruik die is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren;

agrotoerisme

alle vormen van bedrijvigheid op/om het agrarisch bedrijf en door het agrarisch bedrijf, alsmede de direct met de agrarische productie verband houdende activiteiten, met uitzondering van verblijfsrecreatie, die gericht zijn op het aanbieden van diensten aan de recreatief-toeristische markt en het verwerven van inkomsten daaruit en die qua aard en omvang ondergeschikt zijn aan de agrarische activiteiten;

archeologisch onderzoek

diverse vormen van onderzoek naar de archeologische waarden binnen een plangebied, uitgevoerd volgens de geldende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse archeologie;

archeologische waarde

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende archeologische relicten;

bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

bedrijfsgebouw

een niet voor bewoning bestemd gebouw, dat dient voor de uitoefening van een of meer bedrijfsactiviteiten;

bedrijfswoning

een woning, in of bij een (bedrijfs)gebouw of op een terrein, die is bedoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van de grond ter plaatse van het gebouw of het terrein, c.q. het ter plaatse uitgeoefende (agrarische, semi of niet-agrarische dan wel bosbouw-) bedrijf, noodzakelijk is;

bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak;

bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

bijgebouw

een vrijstaand of aan een hoofdgebouw aangebouwd gebouw, behorend bij en dienstbaar aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw, zoals een garage of een berging;

bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

bouwgrens

de grens van een bouwvlak;

bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

bouwperceelgrens

de grens van een bouwperceel;

bouwverordening

de gemeentelijke bouwverordening, zoals deze luidde op het moment van tervisielegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan;

bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

caravan

een aanhangwagen, gebouwd, ingericht en bestemd tot het genieten van recreatief verblijf, waarmee al dan niet duurzaam op een bepaalde plaats standplaats kan worden ingenomen;

gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

gebruik(en)

het gebruiken, doen en laten gebruiken;

grondgebonden agrarisch bedrijf

een agrarisch bedrijf waarvan de productie geheel of overwegend afhankelijk is van het voortbrengend vermogen van de bij het bedrijf behorende open grond;

hoofdgebouw

een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;

kampeerauto

een auto, waarin voorzieningen zijn getroffen voor dag- en/of nachtverblijf;

kassen

gebouwen waarvan de wanden en het dak voornamelijk bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal en dienend tot het kweken, trekken, vermeerderen, opkweken of verzorgen van vruchten, bloemen, groenten, planten of bomen, alsmede in voorkomende gevallen tot bescherming van de omgeving tegen milieubelastende stoffen;

kelder

een overdekte, met wanden omsloten, voor mensen toegankelijke ruimte, beneden of ten hoogste 0.5 m boven de kruin van de weg, waaraan het betreffende bouwperceel is gelegen;

kleinschalig kamperen

het houden van een kampeerterrein voor maximaal 15 kampeerplaatsen (kampeerauto’s, caravans of tenten);

ontheffing

een ontheffing als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder c van de Wet ruimtelijke ordening;

openbare weg

een openbare weg in de zin van de artikelen 4 en 5 van de Wegenwet;

permanent ondersteunende kassen en/of hoge tunnels

kassen en/of hoge tunnels ter ondersteuning van de vollegrondsgroenteteelt, boomteelt, fruitteelt, bloementeelt, sierplantenteelt en/of bloembollenteelt, die opgericht worden voor een langere duur dan de tijdelijke ondersteunende kassen en/of hoge tunnels;

tent

een in hoofdzaak uit textiel of uit andere daarmede vergelijkbare materialen vervaardigd onderkomen voor dag- en/of nachtverblijf, dat gemakkelijk is op te vouwen en in te pakken;

tunnel

een werk of bouwwerk, (voorzien van een bedekking) van lichtdoorlatend materiaal en dienend tot het kweken, trekken, vermeerderen, opkweken of verzorgen van vruchten, bloemen, groenten, planten of bomen, alsmede in voorkomende gevallen tot bescherming van de omgeving tegen milieubelastende stoffen;

waterhuishoudkundige voorzieningen

voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan gedacht worden aan duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten etc..

woning

een (gedeelte van een) gebouw, dat dient voor de huisvesting van één huishouden.

Artikel 2 Wijze van meten

 

2.1 algemeen

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

 

2.1.1 de afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens

tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;

 

2.1.2 de bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals

schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

 

2.1.3 de dakhelling

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;

 

2.1.4 de goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

 

2.1.5 de inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

 

2.1.6 de oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.2 ondergeschikte bouwonderdelen

Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1 m bedraagt.