Burgemeester en wethouders zijn bevoegd voor het gebied, ter plaatse van de aanduiding ‘Wro-zone wijzigingsgebied’ met nummer 1, de bestemming ‘Natuur’ te wijzigen in ‘Maatschappelijk’, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
a Het bebouwingspercentage van hoofdgebouwen mag niet meer bedragen dan 25%.
b
De goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen
dan 7 respectievelijk
c Ten behoeve van natuurcompensatie dient er een compensatieplan te worden opgesteld.
d De verloren oppervlakte aan natuurwaarden en landschappelijke waarden dient volledig te worden gecompenseerd.
e De compensatie van het verlies aan natuurwaarden en landschappelijke waarden vindt bij voorkeur plaats binnen de Provinciale Groene Hoofdstructuur in de nabijheid van de aantasting van genoemde waarden.
f Bij compensatie buiten de Provinciale Groene Hoofdstructuur, dient de goede agrarische structuur te zijn gewaarborgd.
g De natuurcompensatie dient gelijktijdig of onmiddellijk na de verstorende ingreep plaats te vinden.