De voor 'Leiding - Gas' bestemde
gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen mede bestemd
voor de bescherming, aanleg en/of instandhouding van de ondergrondse
gastransportleiding.
In afwijking van wat elders in
deze regels is bepaald mag op deze gronden niet worden gebouwd, met
uitzondering van bouwwerken ten behoeve van de aanleg en instandhouding van de
ondergrondse gastransportleiding, met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer
dan 3 mı mag bedragen.
17.3 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen
ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 17.2 voor het bouwen ten behoeve van de overige aan deze
gronden gegeven bestemmingen, indien de belangen van de leidingen hierdoor niet
evenredig worden geschaad. Vooraf dient advies te worden ingewonnen bij de
betreffende beheerder.
Bij het nemen van een beslissing
over ontheffing als bedoeld in dit lid nemen burgemeester en wethouders de
procedure genoemd in artikel 25 van dit plan in acht.
Het is verboden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning van
burgemeester en wethouders op de in artikel 17.1 bedoelde
gronden de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
a. het ontgronden,
vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen en ophogen van
gronden;
b. het aanleggen,
verbreden en verharden van wegen, paden, banen, parkeervoorzieningen en andere
oppervlakte verhardingen;
c. het aanleggen,
verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en overige
waterpartijen;
d. het aanbrengen
of verwijderen van diepwortelende beplantingen, het bebossen en aanplanten van
gronden en het rooien en/of kappen van bos of andere houtgewassen.
Een aanlegvergunning wordt niet verleend dan nadat advies is verkregen van
de leidingbeheerder
Een aanlegvergunning mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het
uitvoeren van de werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan direct of
indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan
de mogelijkheid van een adequaat beheer of de veiligheid van de leiding en
hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden
tegemoet gekomen.
Geen aanlegvergunning is nodig voor:
a. werken en
werkzaamheden die het normale onderhoud en beheer betreffen;
b. werken en
werkzaamheden die in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden
van dit plan of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip
verleende vergunning.
Bij het nemen van een beslissing over de aanlegvergunning als bedoeld in
dit lid nemen burgemeester en wethouders de procedure genoemd in artikel 26 in acht.