gemeente: Haaren   status: Vastgesteld
plannaam: Kom Biezenmortel   datum: 18-12-2008
 

2 Bestemmingsregels

 

Artikel 3 Bedrijf

 

3.1 bestemmingsomschrijving

 

3.1.1 algemeen

De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. bedrijven in milieucategorie 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;

  2. ter plaatse van de aanduidingen:

nutsvoorziening; een nutsvoorziening;

opslag; opslag van goederen;

bomenteelt; bomenteelt;

broodfabriek; een broodfabriek;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding.

 

3.1.2 bedrijfswoningen

Bedrijfswoningen daar waar de aanduiding ‘bedrijfswoning’ is opgenomen.

3.2 bouwregels

 

3.2.1 gebouwen

Bedrijfsgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  1. gebouwd binnen het bouwvlak;

  2. goothoogte maximaal de ter plaatse aangegeven maximale goothoogte;

  3. bouwhoogte maximaal de ter plaatse aangegeven maximale bouwhoogte;

  4. bebouwingspercentage maximaal het ter plaatse aangegeven maximale bebouwingspercentage;

  5. in afwijking van het bepaalde onder a tot en met d geldt voor bedrijfsgebouwen ten behoeve van een nutsvoorziening dat:

    1. deze binnen het aanduidingsvlak zijn toegestaan;

    2. de bouwhoogte maximaal 3 m bedraagt, tenzij ter plaatse een andere maximale bouwhoogte is aangegeven.

 

3.2.2 bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal:

bedrijfsinstallaties 3 m;

lichtmasten 6 m;

overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 2 m;

terreinafscheiding voor de voorgevel 1 m;

terreinafscheiding achter de voorgevel 2,5 m.

 

3.2.3 reclame-uitingen

Reclame-uitingen voldoen aan de volgende kenmerken:

  1. per 10 m van de naar de openbare weg gekeerde gevelbreedte is maximaal 10 m² aan reclame-uiting toegestaan;

  2. maximaal 1 reclame-uiting per gevel;

  3. de reclame-uiting dient te worden aangebracht op de begane grond;

  4. voor zover de reclame-uiting voor de voorgevel van het hoofdgebouw geplaatst wordt, is de maximaal toegestane hoogte 2,25 m.

3.2.4 bedrijfswoningen

Bedrijfswoningen dienen te voldoen aan de volgende kenmerken:

  1. gebouwd binnen het bouwvlak;

  2. de maximale inhoud mag 750 m³ bedragen;

  3. goothoogte maximaal de ter plaatse aangegeven maximale goothoogte;

  4. bouwhoogte maximaal de ter plaatse aangegeven maximale bouwhoogte;

  5. bebouwingspercentage maximaal het ter plaatse aangegeven maximale bebouwingspercentage.

3.3 ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel  3.1 jo. artikel  7.10 eerste lid Wro voor het toestaan van een ander bedrijf dan ter plaatse is toegestaan, met uitzondering van nutsvoorzieningen, mits:

  1. het bedrijf is opgenomen in de categorieën  1 of 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten dan wel het een bedrijf betreft dat voor wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk kan worden gesteld met een bedrijf genoemd in de categorieën  1 of 2;

  2. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de bouw- en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.

3.4 ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 3.2.2 onder d voor het toestaan van een terreinafscheiding voor de voorgevel met een maximale hoogte van 2 m, mits de verkeersveiligheid gewaarborgd kan worden.

3.5 wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen:

voor het toestaan van een bedrijf dat is opgenomen in categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten dan wel een bedrijf dat wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk kan worden gesteld met een bedrijf genoemd in categorie  3.1, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

    1. geen onevenredige aantasting vindt plaats van de verkeersveiligheid;

    2. geen onevenredige aantasting vindt plaats van de bouw- en gebruiksmogelijkheden van nabijgelegen gronden.

Artikel 4 Detailhandel

 

4.1 bestemmingsomschrijving

 

4.1.1 algemeen

De voor Detailhandel aangewezen gronden zijn bestemd voor detailhandel,
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

 

4.1.2 bedrijfswoningen

bedrijfswoningen zijn niet toegestaan.

4.2 bouwregels

 

4.2.1 gebouwen

Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  1. gebouwd binnen het bouwvlak;

  2. goothoogte maximaal de ter plaatse aangegeven maximale goothoogte;

  3. bouwhoogte maximaal de ter plaatse aangegeven maximale bouwhoogte;

  4. bebouwingspercentage maximaal het ter plaatse aangegeven maximale bebouwingspercentage;

 

4.2.2 bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal:

  1. bedrijfsinstallaties 3 m;

  2. lichtmasten 6  m;

  3. terreinafscheidingen achter de voorgevel 2,5 m;

  4. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 2  m.

 

4.2.3 reclame-uitingen

Reclame-uitingen voldoen aan de volgende kenmerken:

  1. de reclame-uiting dient te worden aangebracht op de begane grond;

  2. per gevel is maximaal 1 reclame-uiting toegestaan;

  3. reclame-uitingen loodrecht op de gevel boven het trottoir dienen op een minimale hoogte van 2,20 m te worden aangebracht;

  4. reclame-uitingen loodrecht op de gevel boven de rijweg dienen op een minimale hoogte van 4,20 meter te worden aangebracht;

  5. reclame-uitingen evenwijdig aan de gevel mogen een maximale breedte van 70% van de gevel hebben en een maximale hoogte van 0,75 m.

Artikel 5 Groen

 

5.1 bestemmingsomschrijving

De voor Groen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. groenvoorzieningen, bermen en beplanting;

  2. paden, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding

met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en verhardingen en
parkeervoorzieningen.

5.2 bouwregels

 

5.2.1 gebouwen

Gebouwen mogen niet worden gebouwd;

 

5.2.2 bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal:

lichtmasten 6  m;

antennemasten 40 m;

overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 3  m.

Artikel 6 Horeca

 

6.1 bestemmingsomschrijving

De voor Horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor horeca,

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

6.2 bouwregels

 

6.2.1 gebouwen

Bedrijfsgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  1. gebouwd binnen het bouwvlak;

  2. goothoogte maximaal de ter plaatse aangegeven maximale goothoogte;

  3. bouwhoogte maximaal de ter plaatse aangegeven maximale bouwhoogte;

 

6.2.2 bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal:

  1. bedrijfsinstallaties 3 m;

  2. lichtmasten 6  m;

  3. terreinafscheidingen achter de voorgevel 2,5 m;

  4. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 2  m.

Artikel 7 Maatschappelijk

 

7.1 bestemmingsomschrijving

 

7.1.1 algemeen

De voor Maatschappelijk aangewezen gronden zijn bestemd voor maatschappelijke voorzieningen, met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erve, met dien verstande dat:

  1. een begraafplaats ter plaatse van de aanduiding ‘begraafplaats’;

  2. wonen ter plaatse van de aanduiding ‘wonen’;

  3. een woonvoorziening ter plaatse van de aanduiding ‘woonvoorziening’;

  4. kantoor ter plaatse van de aanduiding ‘kantoor’;

  5. een dierenweide ter plaatse van de aanduiding ‘dierenweide’;

  6. volkstuin ter plaatse van de aanduiding ‘volkstuin’.

is cq. zijn toegestaan

 

7.1.2 bedrijfswoningen

Bedrijfswoningen zijn niet toegestaan.

7.2 bouwregels

 

7.2.1 gebouwen

Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  1. gebouwd binnen het bouwvlak;

  2. goothoogte maximaal de ter plaatse aangegeven maximale goothoogte;

  3. bouwhoogte maximaal de ter plaatse aangegeven maximale bouwhoogte.

7.2.2 bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal:

  1. terreinafscheidingen achter de voorgevel 2,5  m;

  2. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 2,5  m.

Artikel 8 Tuin

 

8.1 bestemmingsomschrijving

De voor Tuin aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen, met bijbehorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

8.2 bouwregels

 

8.2.1 gebouwen

Uitsluitend uitbouwen en erkers bij de hoofdgebouwen van de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen mogen worden gebouwd, mits:

  1. de horizontale diepte maximaal 1,5  m bedraagt, met dien verstande dat de diepte niet meer bedraagt dan 50% van de diepte van de gronden bestemd tot Tuin;

  2. de breedte maximaal 60% van de breedte van de voorgevel bedraagt;

  3. de maximale goothoogte bedraagt 3 m;

  4. de maximale bouwhoogte bedraagt 5 m.

 

8.2.2 bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal:

  1. erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw 1  m;

  2. erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw 2,5 m;

  3. pergola’s 2,25 m;

  4. vlaggenmasten 6 m;

  5. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 2  m.

 

8.2.3 reclame-uitingen

Reclame-uitingen ten behoeve van een aan huis gebonden beroep voldoen aan de volgende kenmerken:

  1. de maximaal toegestane oppervlakte is 0,20 m²;

  2. de maximaal toegestane hoogte is 1,20 m.

8.3 ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel  8.2.1 voor het bouwen van al dan niet vrijstaande overkappingen behorend bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen, mits:

  1. de horizontale diepte gemeten vanaf de voorgevel (en het verlengde ervan) maximaal 1 m is, met dien verstande dat:

    1. de afstand van de overkapping tot aan voorste perceelsgrens minimaal 2 m is;

    2. de oppervlakte maximaal 25 m² is;

    3. de bouwhoogte maximaal 3  m bedraagt;

    4. er maximaal 1 overkapping wordt opgericht.

  2. Vrijstelling als bedoeld in artikel  8.3.1 kan slechts worden verleend, mits:

    1. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;

    2. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.

Artikel 9 Verkeer

 

9.1 bestemmingsomschrijving

De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. wegen en straten, wandel- en fietspaden met een functie voornamelijk gericht op de afwikkeling van het doorgaande verkeer en de daarbij behorende wegaanduidingen;

  2. parkeer-, groen- en speelvoorzieningen;

  3. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen;

met bijbehorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

9.2 bouwregels

 

9.2.1 gebouwen

Gebouwen mogen niet worden gebouwd;

 

9.2.2 bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan voor de wegaanduiding, geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, bedraagt maximaal 2  m.

Artikel 10 Wonen

 

10.1 bestemmingsomschrijving

 

10.1.1 algemeen

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. woningen ter plaatse van de aanduidingen:

    1. aaneengebouwd; aaneengebouwde woningen

    2. gestapeld; gestapelde woningen

    3. twee-aan-een; twee-aan-een gebouwde woningen

    4. vrijstaand; vrijstaande woningen

  2. het aantal woningen binnen de bestemming mag niet meer bedragen dan het aantal, ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp van het plan, aanwezige woningen, met dien verstande dat voor zover op gronden ten tijde van de tervisielegging van dit plan nog geen woningen aanwezig zijn, het ter plaatse aangegeven maximaal aantal woningen als maximum geldt;

  3. aan huis verbonden beroepen, mits de oppervlakte maximaal 40% van de vloeroppervlakte van de gebouwen bedraagt tot een maximum van 60 m2;

  4. dienstverlenende bedrijven tot een maximale oppervlakte van 60 m², met dien verstande dat in voldoende mate verzekerd is dat geen onevenredige verkeers- en/of parkeeroverlast zal optreden;

alsmede voor bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen en erven;

 

10.1.2 alsmede voor:

  1. detailhandel, ter plaatse van de aanduiding ‘zone gemengde functies’ is opgenomen, met dien verstande dat:

    1. het betreft een detailhandelsvestiging van plaatselijke verzorgende aard;

    2. er geen onevenredige verstoring plaatsvindt van de structuur van het plaatselijk distributie-apparaat noch een onevenredige vergroting van een reeds bestaande verstoring;

    3. in voldoende mate verzekerd is dat er geen onevenredige verkeers- en parkeeroverlast zal optreden voor het omringende woongebied;

  2. bedrijvigheid in categorie 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, ter plaatse van de aanduiding ‘zone gemengde functies’ is opgenomen, met dien verstande dat de milieuhygiënische toelaatbaarheid van bedrijven wordt getoetst aan de verenigbaarheid met de woonfunctie;

  3. maatschappelijke voorzieningen als ondergeschikte functie, ter plaatse van de aanduiding ‘zone gemengde functies’ is opgenomen, met dien verstande dat de schaal en omvang stedenbouwkundig inpasbaar is in de omgeving;

  4. horeca voor zover afgestemd op het plaatselijke verzorgingsniveau, ter plaatse van de aanduiding ‘zone gemengde functies’ is opgenomen, met dien verstande dat:

    1. er niet meer dan drie horecabedrijven gevestigd mogen zijn, om een onevenredig aantal horecabedrijven in het plangebied te voorkomen;

    2. rekening gehouden wordt met omgevings- en milieufactoren.

10.2 bouwregels

 

10.2.1 gebouwen

Hoofdgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  1. gebouwd binnen het bouwvlak;

  2. afstand tot de zijdelingse bouwperceelsgrens is bij woningen ter plaatse van
    de  aanduidingen:

    1. vrijstaand; aan twee zijden minimaal 3  m;

    2. twee-aan-een; aan één zijde minimaal 3  m;

    3. aaneengebouwd; aan de niet-aangebouwde zijde van de eindwoningen minimaal 3  m,

    4. of de bestaande afstand ten tijde van ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan;

  3. goothoogte maximaal de ter plaatse aangegeven maximale goothoogte;

  4. bouwhoogte maximaal de ter plaatse aangegeven maximale bouwhoogte.

 

10.2.2 aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen binnen en buiten het bouwvlak worden gebouwd en voldoen aan de volgende kenmerken:

  1. gebouwd op het zij- en achtererf en minimaal 3  m achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw;

  2. gezamenlijke oppervlakte voor zover gebouwd buiten het bouwvlak per hoofdgebouw maximaal:

    1. 60 m² voor bouwpercelen met een oppervlakte tot 200 m2;

    2. 65 m² voor bouwpercelen met een oppervlakte tot 250 m2;

    3. 75 m² voor bouwpercelen met een oppervlakte tot 500 m²;

    4. 100 m² voor bouwpercelen met een oppervlakte groter dan 500 m².

mits het bebouwingspercentage van het bouwperceel maximaal 50% is;

  1. goothoogte maximaal 4  m;

  2. bouwhoogte maximaal de bouwhoogte van het hoofdgebouw -  2  m, waarbij geldt dat de bouwhoogte in ieder geval 3  m mag bedragen en maximaal 6 m.

 

10.2.3 bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal:

  1. erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw 2,25  m;

  2. pergola’s 2,25 m;

  3. speeltoestellen 3 m;

  4. vlaggenmasten 6 m;

  5. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 2  m.

 

10.2.4 reclame-uitingen

Reclame-uitingen ten behoeve van een aan huis gebonden beroep voldoen aan de volgende kenmerken:

  1. maximum oppervlak van 0,20 m²;

  2. de reclame-uiting dient aan de gevel te worden aangebracht.

10.3 ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 10.2.2 onder a voor het bouwen van al of niet vrijstaande overkappingen, mits:

  1. deze wordt opgericht op een minimale afstand van 1 meter achter (het verlengde van) de voorgevel, met dien verstande dat:

    1. de afstand van de overkapping tot de voorste perceelsgrens minimaal 5 meter is;

    2. de oppervlakte maximaal 25 m² is;

    3. de bouwhoogte maximaal 3  m bedraagt;

    4. er maximaal 1 overkapping wordt opgericht.

  2. ontheffing als bedoeld in artikel  10.3.1 kan slechts worden verleend, mits:

    1. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;

    2. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.

10.4 specifieke gebruiksregels

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 eerste lid Wro wordt mede verstaan een gebruik van (vrijstaande) bijgebouwen als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte.

10.5 ontheffing van de gebruiksregels

 

10.5.1 ontheffing aan huis verbonden bedrijf

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel  10.1 jo. artikel  7.10 eerste lid Wro voor het toestaan van een aan huis verbonden bedrijf, mits:

  1. de oppervlakte maximaal  40% van de vloeroppervlakte van de gebouwen bedraagt tot een maximum van 60  m2;

  2. er geen sprake is van een duurzame ontwrichting van de bestaande distributieve voorzieningen of een ernstige verstoring van de verzorgingsstructuur;

  3. het geen bedrijfsactiviteiten betreft die normaliter in een winkelcentrum of een
    winkelstraat worden uitgeoefend;

  4. er geen sprake is van een onevenredige verkeersaantrekkende werking;

  5. er geen detailhandel plaatsvindt behalve als ondergeschikte nevenactiviteit bij
    de uitoefening van een aan huis gebonden bedrijf;

  6. een reclame-uiting voldoet aan de volgende kenmerken:

    1. de reclame-uiting dient aan de gevel aangebracht te worden;

    2. maximum oppervlak van 0,20 m²;

    3. voor zover de reclame-uiting in de bestemming Tuin geplaatst wordt, dient voldaan te worden aan de voorwaarden welke binnen deze bestemming aan reclame-uitingen ten behoeve van een aan huis gebonden beroep zijn opgenomen.

 

10.5.2 vereisten ontheffing

Ontheffing als bedoeld in artikel  10.5.1 kan slechts worden verleend, mits:

  1. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;

  2. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.

 

10.5.3 ontheffing (vrijstaand) bijgebouw als afhankelijk woonruimte

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 10.4 jo. artikel  7.10 eerste lid Wro en toestaan dat een (vrijstaand) bijgebouw wordt gebruikt als afhankelijk woonruimte mits:

  1. Een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg;

  2. De afhankelijke woonruimte binnen de vigerende regeling inzake bijgebouwen wordt ingepast met een maximale oppervlakte van 80 m²;

  3. Het bijgebouw qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de betreffende (bedrijfs-)woning. De afhankelijke woonruimte gelegen is op maximaal 10 meter afstand van het hoofdgebouw;

  4. De afhankelijke woonruimte gelijkvloers wordt uitgevoerd;

  5. Het betreffende (deel van het) bijgebouw voldoet aan de eisen die voor woongebouwen gelden zoals het Bouwbesluit en de Bouwverordening;

  6. Er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de in het geding zijnde belangen, waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;

  7. De aanvraag geen betrekking heeft op een bedrijfswoning van een bedrijf met een milieucategorie 3 of hoger.

 

10.5.4 vervallen ontheffing

De ontheffing verleend op grond van 10.5.3 vervalt, indien de bij het verlenen van de vrijstelling bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is.

 

10.5.5 ontheffing “bed and breakfast”

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 10.1 jo. artikel  7.10 eerste lid Wro ten behoeve van het gebruik van ruimten binnen de woning en/of bijgebouwen bij de woning voor “bed and breakfast” voorzieningen, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  1. Maximaal 40% van de vloeroppervlakte van de gebouwen, tot een maximum van 60 m2 voor “bed and breakfast” wordt gebruikt;

  2. Degene die de activiteiten in de woning of het bijgebouw zal uitvoeren dient tevens de bewoner van de woning te zijn;

  3. De activiteiten dienen qua aard, milieubelasting, uitstraling en intensiteit te passen in de woonomgeving;

  4. De activiteiten mogen geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaken.