1 Inleidende regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
het plan
het bestemmingsplan “Kom Biezenmortel” van de gemeente Haaren;
de verbeelding
de analoge en digitale voorstelling van de in het bestemmingsplan/inpassingsplan opgenomen digitale ruimtelijk informatie met nummer 12027;
aanbouw
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
aan huis verbonden beroep
een beroep, dat in of bij een woonhuis wordt uitgeoefend, waarbij het woonhuis in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
aan huis verbonden bedrijf
het verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke – geheel of overwegend door middel van handwerk uit te oefenen – bedrijvigheid, waarvan de aard, omvang en uistraling zodanig zijn, dat de activiteit in de woningen en/of de daarbij behorende bijgebouwen, waarbij de woning in hoofdzaak de woonfunctie behoudt, ter plaatse kan worden uitgeoefend;
aanlegvergunning
een vergunning als bedoeld in artikel 3.3 onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
afhankelijke woonruimte
een bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is;
ander-werk
een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid;
bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
bebouwingspercentage
een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwvlak aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd, tenzij in de regels anders is bepaald;
bed and breakfast:
Bed & breakfast is een kleinschalige vorm van verblijfsrecreatie en richt zich met name op de trekkende toeristen, die voor één of enkele nachten een onderkomen zoeken. Typerend voor bed & breakfast is:
-
de kleinschaligheid en de uitvoering is eenvoudig;
-
bed & breakfast is gekoppeld aan de woonfunctie, dat betekent dat mede gebruik wordt gemaakt van keuken en sanitair van de woning;
-
bed & breakfast dient binnen de bestaande woning gerealiseerd te worden.
dat maximaal mag worden bebouwd, tenzij in de regels anders is bepaald;
bedrijfsgebouw
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
bedrijfsinstallatie
een installatie ten behoeve van de bedrijfsprocesvoering alsmede systemen ten behoeve van de klimaatbeheersing;
bedrijfswoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
bestaand
-
bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een bouwvergunning, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van terinzagelegging is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald;
-
bij gebruik: het gebruik dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat, tenzij in de regels anders is bepaald;
bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
bijgebouw
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
bomenteelt
het bedrijfsmatig voortbrengen van beplantingsgewassen zoals bos- en haagplantsoen, laan- en parkbomen, vruchtbomen, rozenstruiken, sierconiferen en overige sierheesters, een en ander in de vorm van volle grondsteelt;
bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een standplaats;
bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
bouwperceelgrens
een grens van een bouwperceel;
bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
dienstverlening
het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten welke bestaan uit het verlenen van diensten aan derden, met of zonder rechtstreeks contact met het publiek;
gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
gebruiken
gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;
geluidszoneringsplichtige inrichting
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden onherroepelijk;
hoofdgebouw
een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
horeca
een bedrijf waar hoofdzakelijk overdag en/of in de avonduren dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin logies wordt verstrekt, zoals bijvoorbeeld een café, restaurant, hotel, pension, en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen bedrijven, een en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
kantoor
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi)overheidsinstel-lingen, het bankwezen en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen;
maatschappelijke voorzieningen
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening , een bejaardencentrum en woonzorgcomplex hierbij inbegrepen, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;
maatvoeringsgrens
de grens van een maatvoeringsvlak;
maatvoeringsvlak
een geometrisch bepaald vlak waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels voor bepaalde bouwwerken eenzelfde maatvoering geldt;
mantelzorg
het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband;
normaal onderhoud, gebruik en beheer
een gebruik gericht op het in zodanige conditie houden of brengen van objecten dat het voortbestaan van deze objecten op tenminste het bestaande kwaliteitsniveau wordt bereikt;
onderbouw
een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,20 m boven het peil is gelegen;
ontheffing
een ontheffing als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder c van de Wet ruimtelijke ordening;
overkapping
een bouwwerk met een open constructie zonder eigen wanden, op het erf van een gebouw of standplaats, dat strekt tot vergroting van het woongenot van het gebouw of de standplaats;
peil
-
voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
-
voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
-
indien in of op het water wordt gebouwd: de hoogte van het terrein ter plaatse van het meest nabij gelegen punt waar het water grenst aan het vaste land;
prostitutie
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
reclame
een publieke aanprijzing van een bedrijf, een product of een dienst;
seksinrichting
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden, waaronder in ieder geval worden verstaan een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
uitbouw
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
uitvoeren
uitvoeren, het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven;
voorgevel
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan kennelijk als zodanig diende te worden aangemerkt;
wijziging
een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
woning
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
Artikel 2 Wijze van meten
2.1 bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de afstand
afstanden tussen bouwwerken onderling alsmede afstanden van bouwwerken tot de perceelsgrens worden gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn;
de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
de dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
de horizontale diepte van een gebouw
de diepte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de gevel waaraan wordt gebouwd;
de inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
de oppervlakte van een overkapping
tussen de buitenzijde van de afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de overkapping.
2.2 ondergeschikte bouwonderdelen
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
2.3 meten
Bij toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van een lijn op de analoge kaart en op de schaal waarin het plan is onherroepelijk.
2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Bedrijf
3.1 bestemmingsomschrijving
3.1.1 algemeen
De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
bedrijven in milieucategorie 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
-
ter plaatse van de aanduidingen:
nutsvoorziening; een nutsvoorziening;
opslag; opslag van goederen;
bomenteelt; bomenteelt;
broodfabriek; een broodfabriek;
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding.
3.1.2 bedrijfswoningen
Bedrijfswoningen daar waar de aanduiding ‘bedrijfswoning’ is opgenomen.
3.2 bouwregels
3.2.1 gebouwen
Bedrijfsgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
-
gebouwd binnen het bouwvlak;
-
goothoogte maximaal de ter plaatse aangegeven maximale goothoogte;
-
bouwhoogte maximaal de ter plaatse aangegeven maximale bouwhoogte;
-
bebouwingspercentage maximaal het ter plaatse aangegeven maximale bebouwingspercentage;
-
in afwijking van het bepaalde onder a tot en met d geldt voor bedrijfsgebouwen ten behoeve van een nutsvoorziening dat:
-
deze binnen het aanduidingsvlak zijn toegestaan;
-
de bouwhoogte maximaal 3 m bedraagt, tenzij ter plaatse een andere maximale bouwhoogte is aangegeven.
3.2.2 bouwwerken, geen gebouwen zijnde
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal:
bedrijfsinstallaties 3 m;
lichtmasten 6 m;
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 2 m;
terreinafscheiding voor de voorgevel 1 m;
terreinafscheiding achter de voorgevel 2,5 m.
3.2.3 reclame-uitingen
Reclame-uitingen voldoen aan de volgende kenmerken:
-
per 10 m van de naar de openbare weg gekeerde gevelbreedte is maximaal 10 m² aan reclame-uiting toegestaan;
-
maximaal 1 reclame-uiting per gevel;
-
de reclame-uiting dient te worden aangebracht op de begane grond;
-
voor zover de reclame-uiting voor de voorgevel van het hoofdgebouw geplaatst wordt, is de maximaal toegestane hoogte 2,25 m.
3.2.4 bedrijfswoningen
Bedrijfswoningen dienen te voldoen aan de volgende kenmerken:
-
gebouwd binnen het bouwvlak;
-
de maximale inhoud mag 750 m³ bedragen;
-
goothoogte maximaal de ter plaatse aangegeven maximale goothoogte;
-
bouwhoogte maximaal de ter plaatse aangegeven maximale bouwhoogte;
-
bebouwingspercentage maximaal het ter plaatse aangegeven maximale bebouwingspercentage.
3.3 ontheffing van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 3.1 jo. artikel 7.10 eerste lid Wro voor het toestaan van een ander bedrijf dan ter plaatse is toegestaan, met uitzondering van nutsvoorzieningen, mits:
-
het bedrijf is opgenomen in de categorieën 1 of 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten dan wel het een bedrijf betreft dat voor wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk kan worden gesteld met een bedrijf genoemd in de categorieën 1 of 2;
-
geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de bouw- en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
3.4 ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 3.2.2 onder d voor het toestaan van een terreinafscheiding voor de voorgevel met een maximale hoogte van 2 m, mits de verkeersveiligheid gewaarborgd kan worden.
3.5 wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen:
voor het toestaan van een bedrijf dat is opgenomen in categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten dan wel een bedrijf dat wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk kan worden gesteld met een bedrijf genoemd in categorie 3.1, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
-
-
geen onevenredige aantasting vindt plaats van de verkeersveiligheid;
-
geen onevenredige aantasting vindt plaats van de bouw- en gebruiksmogelijkheden van nabijgelegen gronden.
Artikel 4 Detailhandel
4.1 bestemmingsomschrijving
4.1.1 algemeen
De voor Detailhandel aangewezen gronden zijn bestemd voor detailhandel,
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
4.1.2 bedrijfswoningen
bedrijfswoningen zijn niet toegestaan.
4.2 bouwregels
4.2.1 gebouwen
Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
-
gebouwd binnen het bouwvlak;
-
goothoogte maximaal de ter plaatse aangegeven maximale goothoogte;
-
bouwhoogte maximaal de ter plaatse aangegeven maximale bouwhoogte;
-
bebouwingspercentage maximaal het ter plaatse aangegeven maximale bebouwingspercentage;
4.2.2 bouwwerken, geen gebouwen zijnde
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal:
-
bedrijfsinstallaties 3 m;
-
lichtmasten 6 m;
-
terreinafscheidingen achter de voorgevel 2,5 m;
-
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 2 m.
4.2.3 reclame-uitingen
Reclame-uitingen voldoen aan de volgende kenmerken:
-
de reclame-uiting dient te worden aangebracht op de begane grond;
-
per gevel is maximaal 1 reclame-uiting toegestaan;
-
reclame-uitingen loodrecht op de gevel boven het trottoir dienen op een minimale hoogte van 2,20 m te worden aangebracht;
-
reclame-uitingen loodrecht op de gevel boven de rijweg dienen op een minimale hoogte van 4,20 meter te worden aangebracht;
-
reclame-uitingen evenwijdig aan de gevel mogen een maximale breedte van 70% van de gevel hebben en een maximale hoogte van 0,75 m.
Artikel 5 Groen
5.1 bestemmingsomschrijving
De voor Groen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
groenvoorzieningen, bermen en beplanting;
-
paden, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en verhardingen en
parkeervoorzieningen.
5.2 bouwregels
5.2.1 gebouwen
Gebouwen mogen niet worden gebouwd;
5.2.2 bouwwerken, geen gebouwen zijnde
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal:
lichtmasten 6 m;
antennemasten 40 m;
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 3 m.
Artikel 6 Horeca
6.1 bestemmingsomschrijving
De voor Horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor horeca,
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
6.2 bouwregels
6.2.1 gebouwen
Bedrijfsgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
-
gebouwd binnen het bouwvlak;
-
goothoogte maximaal de ter plaatse aangegeven maximale goothoogte;
-
bouwhoogte maximaal de ter plaatse aangegeven maximale bouwhoogte;
6.2.2 bouwwerken, geen gebouwen zijnde
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal:
-
bedrijfsinstallaties 3 m;
-
lichtmasten 6 m;
-
terreinafscheidingen achter de voorgevel 2,5 m;
-
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 2 m.
Artikel 7 Maatschappelijk
7.1 bestemmingsomschrijving
7.1.1 algemeen
De voor Maatschappelijk aangewezen gronden zijn bestemd voor maatschappelijke voorzieningen, met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erve, met dien verstande dat:
-
een begraafplaats ter plaatse van de aanduiding ‘begraafplaats’;
-
wonen ter plaatse van de aanduiding ‘wonen’;
-
een woonvoorziening ter plaatse van de aanduiding ‘woonvoorziening’;
-
kantoor ter plaatse van de aanduiding ‘kantoor’;
-
een dierenweide ter plaatse van de aanduiding ‘dierenweide’;
-
volkstuin ter plaatse van de aanduiding ‘volkstuin’.
is cq. zijn toegestaan
7.1.2 bedrijfswoningen
Bedrijfswoningen zijn niet toegestaan.
7.2 bouwregels
7.2.1 gebouwen
Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
-
gebouwd binnen het bouwvlak;
-
goothoogte maximaal de ter plaatse aangegeven maximale goothoogte;
-
bouwhoogte maximaal de ter plaatse aangegeven maximale bouwhoogte.
7.2.2 bouwwerken, geen gebouwen zijnde
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal:
-
terreinafscheidingen achter de voorgevel 2,5 m;
-
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 2,5 m.
Artikel 8 Tuin
8.1 bestemmingsomschrijving
De voor Tuin aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen, met bijbehorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
8.2 bouwregels
8.2.1 gebouwen
Uitsluitend uitbouwen en erkers bij de hoofdgebouwen van de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen mogen worden gebouwd, mits:
-
de horizontale diepte maximaal 1,5 m bedraagt, met dien verstande dat de diepte niet meer bedraagt dan 50% van de diepte van de gronden bestemd tot Tuin;
-
de breedte maximaal 60% van de breedte van de voorgevel bedraagt;
-
de maximale goothoogte bedraagt 3 m;
-
de maximale bouwhoogte bedraagt 5 m.
8.2.2 bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal:
-
erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw 1 m;
-
erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw 2,5 m;
-
pergola’s 2,25 m;
-
vlaggenmasten 6 m;
-
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 2 m.
8.2.3 reclame-uitingen
Reclame-uitingen ten behoeve van een aan huis gebonden beroep voldoen aan de volgende kenmerken:
-
de maximaal toegestane oppervlakte is 0,20 m²;
-
de maximaal toegestane hoogte is 1,20 m.
8.3 ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 8.2.1 voor het bouwen van al dan niet vrijstaande overkappingen behorend bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen, mits:
-
de horizontale diepte gemeten vanaf de voorgevel (en het verlengde ervan) maximaal 1 m is, met dien verstande dat:
-
de afstand van de overkapping tot aan voorste perceelsgrens minimaal 2 m is;
-
de oppervlakte maximaal 25 m² is;
-
de bouwhoogte maximaal 3 m bedraagt;
-
er maximaal 1 overkapping wordt opgericht.
-
Vrijstelling als bedoeld in artikel 8.3.1 kan slechts worden verleend, mits:
-
de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
-
het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.
Artikel 9 Verkeer
9.1 bestemmingsomschrijving
De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
wegen en straten, wandel- en fietspaden met een functie voornamelijk gericht op de afwikkeling van het doorgaande verkeer en de daarbij behorende wegaanduidingen;
-
parkeer-, groen- en speelvoorzieningen;
-
waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen;
met bijbehorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
9.2 bouwregels
9.2.1 gebouwen
Gebouwen mogen niet worden gebouwd;
9.2.2 bouwwerken, geen gebouwen zijnde
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan voor de wegaanduiding, geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, bedraagt maximaal 2 m.
Artikel 10 Wonen
10.1 bestemmingsomschrijving
10.1.1 algemeen
De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
woningen ter plaatse van de aanduidingen:
-
aaneengebouwd; aaneengebouwde woningen
-
gestapeld; gestapelde woningen
-
twee-aan-een; twee-aan-een gebouwde woningen
-
vrijstaand; vrijstaande woningen
-
het aantal woningen binnen de bestemming mag niet meer bedragen dan het aantal, ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp van het plan, aanwezige woningen, met dien verstande dat voor zover op gronden ten tijde van de tervisielegging van dit plan nog geen woningen aanwezig zijn, het ter plaatse aangegeven maximaal aantal woningen als maximum geldt;
-
aan huis verbonden beroepen, mits de oppervlakte maximaal 40% van de vloeroppervlakte van de gebouwen bedraagt tot een maximum van 60 m2;
-
dienstverlenende bedrijven tot een maximale oppervlakte van 60 m², met dien verstande dat in voldoende mate verzekerd is dat geen onevenredige verkeers- en/of parkeeroverlast zal optreden;
alsmede voor bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen en erven;
10.1.2 alsmede voor:
-
detailhandel, ter plaatse van de aanduiding ‘zone gemengde functies’ is opgenomen, met dien verstande dat:
-
het betreft een detailhandelsvestiging van plaatselijke verzorgende aard;
-
er geen onevenredige verstoring plaatsvindt van de structuur van het plaatselijk distributie-apparaat noch een onevenredige vergroting van een reeds bestaande verstoring;
-
in voldoende mate verzekerd is dat er geen onevenredige verkeers- en parkeeroverlast zal optreden voor het omringende woongebied;
-
bedrijvigheid in categorie 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, ter plaatse van de aanduiding ‘zone gemengde functies’ is opgenomen, met dien verstande dat de milieuhygiënische toelaatbaarheid van bedrijven wordt getoetst aan de verenigbaarheid met de woonfunctie;
-
maatschappelijke voorzieningen als ondergeschikte functie, ter plaatse van de aanduiding ‘zone gemengde functies’ is opgenomen, met dien verstande dat de schaal en omvang stedenbouwkundig inpasbaar is in de omgeving;
-
horeca voor zover afgestemd op het plaatselijke verzorgingsniveau, ter plaatse van de aanduiding ‘zone gemengde functies’ is opgenomen, met dien verstande dat:
-
er niet meer dan drie horecabedrijven gevestigd mogen zijn, om een onevenredig aantal horecabedrijven in het plangebied te voorkomen;
-
rekening gehouden wordt met omgevings- en milieufactoren.
10.2 bouwregels
10.2.1 gebouwen
Hoofdgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
-
gebouwd binnen het bouwvlak;
-
afstand tot de zijdelingse bouwperceelsgrens is bij woningen ter plaatse van
de aanduidingen:
-
vrijstaand; aan twee zijden minimaal 3 m;
-
twee-aan-een; aan één zijde minimaal 3 m;
-
aaneengebouwd; aan de niet-aangebouwde zijde van de eindwoningen minimaal 3 m,
-
of de bestaande afstand ten tijde van ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan;
-
goothoogte maximaal de ter plaatse aangegeven maximale goothoogte;
-
bouwhoogte maximaal de ter plaatse aangegeven maximale bouwhoogte.
10.2.2 aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen
Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen binnen en buiten het bouwvlak worden gebouwd en voldoen aan de volgende kenmerken:
-
gebouwd op het zij- en achtererf en minimaal 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw;
-
gezamenlijke oppervlakte voor zover gebouwd buiten het bouwvlak per hoofdgebouw maximaal:
-
60 m² voor bouwpercelen met een oppervlakte tot 200 m2;
-
65 m² voor bouwpercelen met een oppervlakte tot 250 m2;
-
75 m² voor bouwpercelen met een oppervlakte tot 500 m²;
-
100 m² voor bouwpercelen met een oppervlakte groter dan 500 m².
mits het bebouwingspercentage van het bouwperceel maximaal 50% is;
-
goothoogte maximaal 4 m;
-
bouwhoogte maximaal de bouwhoogte van het hoofdgebouw - 2 m, waarbij geldt dat de bouwhoogte in ieder geval 3 m mag bedragen en maximaal 6 m.
10.2.3 bouwwerken, geen gebouwen zijnde
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal:
-
erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw 2,25 m;
-
pergola’s 2,25 m;
-
speeltoestellen 3 m;
-
vlaggenmasten 6 m;
-
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 2 m.
10.2.4 reclame-uitingen
Reclame-uitingen ten behoeve van een aan huis gebonden beroep voldoen aan de volgende kenmerken:
-
maximum oppervlak van 0,20 m²;
-
de reclame-uiting dient aan de gevel te worden aangebracht.
10.3 ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 10.2.2 onder a voor het bouwen van al of niet vrijstaande overkappingen, mits:
-
deze wordt opgericht op een minimale afstand van 1 meter achter (het verlengde van) de voorgevel, met dien verstande dat:
-
de afstand van de overkapping tot de voorste perceelsgrens minimaal 5 meter is;
-
de oppervlakte maximaal 25 m² is;
-
de bouwhoogte maximaal 3 m bedraagt;
-
er maximaal 1 overkapping wordt opgericht.
-
ontheffing als bedoeld in artikel 10.3.1 kan slechts worden verleend, mits:
-
de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
-
het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.
10.4 specifieke gebruiksregels
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 eerste lid Wro wordt mede verstaan een gebruik van (vrijstaande) bijgebouwen als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte.
10.5 ontheffing van de gebruiksregels
10.5.1 ontheffing aan huis verbonden bedrijf
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 10.1 jo. artikel 7.10 eerste lid Wro voor het toestaan van een aan huis verbonden bedrijf, mits:
-
de oppervlakte maximaal 40% van de vloeroppervlakte van de gebouwen bedraagt tot een maximum van 60 m2;
-
er geen sprake is van een duurzame ontwrichting van de bestaande distributieve voorzieningen of een ernstige verstoring van de verzorgingsstructuur;
-
het geen bedrijfsactiviteiten betreft die normaliter in een winkelcentrum of een
winkelstraat worden uitgeoefend;
-
er geen sprake is van een onevenredige verkeersaantrekkende werking;
-
er geen detailhandel plaatsvindt behalve als ondergeschikte nevenactiviteit bij
de uitoefening van een aan huis gebonden bedrijf;
-
een reclame-uiting voldoet aan de volgende kenmerken:
-
de reclame-uiting dient aan de gevel aangebracht te worden;
-
maximum oppervlak van 0,20 m²;
-
voor zover de reclame-uiting in de bestemming Tuin geplaatst wordt, dient voldaan te worden aan de voorwaarden welke binnen deze bestemming aan reclame-uitingen ten behoeve van een aan huis gebonden beroep zijn opgenomen.
10.5.2 vereisten ontheffing
Ontheffing als bedoeld in artikel 10.5.1 kan slechts worden verleend, mits:
-
de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
-
het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.
10.5.3 ontheffing (vrijstaand) bijgebouw als afhankelijk woonruimte
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 10.4 jo. artikel 7.10 eerste lid Wro en toestaan dat een (vrijstaand) bijgebouw wordt gebruikt als afhankelijk woonruimte mits:
-
Een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg;
-
De afhankelijke woonruimte binnen de vigerende regeling inzake bijgebouwen wordt ingepast met een maximale oppervlakte van 80 m²;
-
Het bijgebouw qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de betreffende (bedrijfs-)woning. De afhankelijke woonruimte gelegen is op maximaal 10 meter afstand van het hoofdgebouw;
-
De afhankelijke woonruimte gelijkvloers wordt uitgevoerd;
-
Het betreffende (deel van het) bijgebouw voldoet aan de eisen die voor woongebouwen gelden zoals het Bouwbesluit en de Bouwverordening;
-
Er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de in het geding zijnde belangen, waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
-
De aanvraag geen betrekking heeft op een bedrijfswoning van een bedrijf met een milieucategorie 3 of hoger.
10.5.4 vervallen ontheffing
De ontheffing verleend op grond van 10.5.3 vervalt, indien de bij het verlenen van de vrijstelling bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is.
10.5.5 ontheffing “bed and breakfast”
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 10.1 jo. artikel 7.10 eerste lid Wro ten behoeve van het gebruik van ruimten binnen de woning en/of bijgebouwen bij de woning voor “bed and breakfast” voorzieningen, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
-
Maximaal 40% van de vloeroppervlakte van de gebouwen, tot een maximum van 60 m2 voor “bed and breakfast” wordt gebruikt;
-
Degene die de activiteiten in de woning of het bijgebouw zal uitvoeren dient tevens de bewoner van de woning te zijn;
-
De activiteiten dienen qua aard, milieubelasting, uitstraling en intensiteit te passen in de woonomgeving;
-
De activiteiten mogen geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaken.
3 Algemene regels
Artikel 11 Antidubbeltelbepaling
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 12 Algemene bouwregels
-
In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud en/of afstand tot enige aangegeven lijn van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand zijn gekomen, minder dan wel meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud en/of afstand in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan.
-
In die gevallen dat een bestaand bebouwingspercentage, dat in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand is gekomen, meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven, geldt dat bebouwingspercentage in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.
-
Het bepaalde in deze regels omtrent de situering, de horizontale diepte en de oppervlakte van bouwwerken, alsmede het bebouwingspercentage, is op overeenkomstige wijze van toepassing op ondergronds bouwen, met dien verstande dat:
-
de verticale diepte van ondergrondse bouwwerken niet meer dan 3 m mag bedragen;
-
ondergronds bouwen slechts onder bebouwd oppervlak wordt toegestaan.
Artikel 13 Algemene gebruiksregels
-
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 eerste lid Wro wordt in elk geval verstaan:
-
een gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
-
een gebruik van gronden als stallings- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;
-
een gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting dan wel ten behoeve van prostitutie.
-
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 eerste lid Wro wordt mede verstaan met betrekking tot de bestemming Bedrijf: Een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een geluidszoneringsplichtige inrichting.
Artikel 14 Algemene ontheffingsregels
14.1 burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:
-
in het plan genoemde goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 10% van de goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen;
-
de regels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 2,5 m, en deze noodzakelijk is in verband met de uitmeting van het terrein of uit een oogpunt van doelmatig gebruik van de gronden en/of de bebouwing;
-
de regels en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, en ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten wordt vergroot tot maximaal 40 m.
14.2 ontheffing als bedoeld in artikel 14.1 kan slechts worden verleend, mits:
-
de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
-
het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad.
Artikel 15 Algemene wijzigingsregels
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
-
bestemmingsgrenzen mogen met niet meer dan 5 m worden verschoven;
-
de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;
-
het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen mogen niet onevenredig worden geschaad.
Artikel 16 Algemene procedureregels
Op de voorbereiding van een besluit tot ontheffing is afdeling 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
Artikel 17 Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening
De voorschriften van de bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het bepaalde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
-
de richtlijnen voor het verlenen van vrijstelling van de stedenbouwkundige
bepalingen;
-
de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;
-
de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
-
het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;
-
de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden;
-
de ruimte tussen bouwwerken.
4 Overgangs- en slotregels
Artikel 18 Overgangsrecht
18.1 overgangsrecht bouwwerken
-
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan/inpassingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
-
gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
-
na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
-
Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van het bepaalde onder a voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10%.
-
Artikel 18.1 onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
18.2 overgangsrecht gebruik
-
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan/inpassingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
-
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
-
Indien het gebruik, bedoeld onder a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
-
Artikel 18.2 onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 19 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als Regels van het bestemmingsplan “Kom Biezenmortel”.
Aldus onherroepelijk in de raadsvergadering van 18 december 2008.
|