Artikel 31 Waarde - Cultuurhistorie
‘De voor ‘Waarde -
Cultuurhistorie’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar
voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor
a de paden, lanen en
groenstructuur;
b cultuurhistorische,
landschappelijke en architectonische waardevolle gebouwen, zoals landhuizen en
bijbehorende gebouwen zoals koetshuizen;
c buitenplaatsen;
d waterpartijen;
e bijzondere
landschappelijke elementen.
Het is binnen deze
bestemming verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van
burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken en
werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
a
Het verwijderen of
rooien van bos-, natuur- en landschapselementen en ander opgaand houtgewas
zonder agrarische productiefunctie.
b Het aanleggen of aanplanten
van bos-, natuur- en landschapselementen of ander opgaand houtgewas.
c
Het verwijderen van perceelsindelingen, zoals tot uiting komend in greppels,
sloten, steilranden en het verwijderen van
paden of onverharde wegen.
d
Het verwijderen, aanleggen en/of verharden van wegen,
paden, parkeerterreinen of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen
voor zover groter dan
e
Het aanleggen, dempen of wijzigen van (oevers, profiel
van) oppervlaktewateren zoals waterpartijen, watergangen, sloten en greppels.
Het in lid 31.2.1
vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
a het normale onderhoud
en/of gebruik betreffen.
b reeds in uitvoering
zijn, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd
op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
a De in lid 31.2.1
genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige
afbreuk wordt gedaan aan het behoud en de bescherming van de cultuurhistorische
waarden van de gronden.